Latest Posts

Last Week Tonight: Transgender rights

Afgelopen zondag, 28 juni, koos John Oliver in zijn talkshow Last Week Tonight  ervoor om niet uitgebreid verslag te doen van de Hooggerechtshofuitspraak over het homohuwelijk. In plaats daarvan focused hij op de T-fractie van de LGBT’s en geeft beschouwing op transgender rechten en maatschappelijke kwesties. in de Verenigde Staten. De juridische zaken lopen in Nederland lopen gelukkig niet volledig parallel aan de VS, maar de maatschappelijke issues grotendeels wel.

Vragen naar mijn genitaliën door wildvreemden? Check!
Gedoe over gebruik van mijn naam? Check!
Problemen met identificatie? Check en Check!
Conclusies trekken over mijn geaardheid? Check!

Bielzenblues

Update: Ik heb naar aanleiding van dit blog contact met OV-chipkaart. Zij gaan dit op een nette manier oplossen. Ze zorgen voor een nieuwe chipkaart en zullen alle ook backoffice zaken ook voor me afhandelen.

Acht jaar geleden studeerde ik af. Met het ophalen van mijn diploma moest ik helaas ook mijn ov-studentenkaart inleveren. Rijbewijsloos als ik was stapte ik over op een voordeelurenabonnement van de Nederlandse Spoorwegen, de korting op treinreizen scheelde toch wel een boel geld. Nooit heb ik beseft dat dat voordeelurenabonnement me later zoveel bielzenblues* zou opleveren gaandeweg mijn transitie vorderde.

Bij het definitief inleveren van mijn grote stuk geplastificeerd karton dat in geen enkele portemonnee paste, een Studenten-OV was twee keer zo groot als een bankpas, kreeg ik de kortingsbon van de NS voor dat voordeelurenabbo. Ik heb daar direct gebruik van gemaakt en moest een pasfoto inleveren voor het pasje dat erbij hoorde. Zo had ik iets om aan de conducteur te bewijzen dat ik ook echt de persoon was die recht had op 40% korting.

De gewone voordeelurenkaart werd vervangen voor een chipkaart. Van de NS kreeg ik vijf jaar geleden een pas met mijn voordeelurenreisproduct met dezelfde pasfoto als op mijn oude NS-abonnement, die pas gebruikte ik tot voor kort nog steeds om mee te reizen.

Dat er op mijn OV-chipkaart een oude pasfoto stond is het treinpersoneel al vaak opgevallen. Zo’n Service & Veiligheid Gorilla wist met luide stem aan de hele coupé te verkondigen dat ik niet mijn eigen pas zou bij zou hebben. Blijkbaar had hij geen zin in moeilijk doen, na een slechts één zin lange uitleg (“Dat is een lang verhaal.”) kreeg ik met meewarige blik mijn kaart in mijn handen geduwd en droop hij af. Ofwel mijn stem was voor hem duidelijk genoeg, of hij had niet veel zin in iemand die wel gewoon netjes had ingecheckt. De gewone conducteurs van de NS zitten gelukkig beter in hun mensenkennis en sociale vaardigheden. Vaak genoeg krijg ik bij controle – na lang staren naar mij en naar die pasfoto – een glimlach, een goedkeurend knikje of zelfs een compliment.

Met het officieel veranderen van mijn naam en juridisch geslacht vond ik het vorig jaar tijd om ook mijn gegevens bij de NS te veranderen en een nieuwe chip aan te vragen. Leek me makkelijk genoeg: mailtje naar de NS, nieuwe foto opsturen en binnen een aantal dagen een nette nieuwe OV-Chip met een foto waar ik wel weer op lijk. Dat blijkt dus enorm veel lastiger dan gedacht.

Mijn gegevens laten aanpassen is bij alle instanties tot nu toe eenvoudig gebleken. Bij mijn geboortegemeente maakte ik een afspraak en trof ik een enthousiaste ambtenaar die mijn aangifte opnam en mijn namen wijzigde. Met een nieuwe identiteitskaart ben ik de bank binnengestapt en waren in vijf minuten mijn gegevens bijgewerkt. Mijn zorgverzekering had aan een briefje van het Genderteam voldoende, bij mijn tandarts had aan een half woord al genoeg. De apotheek was zo voortvarend dat ze op basis van de recepten die ik had zelf aanboden om mijn gegevens aan te passen. Zelfs mijn diploma omwisselen bij mijn HBO instelling is makkelijk. Terwijl dat documenten zijn waar in de regel nóóit duplicaten van worden uitgegeven.

Anders is dat bij de NS. Vorig jaar heb ik al contact gezocht met de grote spoorvervoerder welke stappen ik moest zetten voor een simpel nieuw pasje. Op de site kon ik de informatie niet vinden. Van e-mail hebben ze bij de NS nog nooit gehoord, dus ik stuurde een jaar geleden een handgeschreven brief. Als het dat ouderwets moet, dan kunnen ze het krijgen ook. Ik had ook kunnen faxen, maar ik heb geen fax en wel een vulpen. In de brief verzocht ik mijn gegevens te wijzigen en me te voorzien van een nieuwe pas met daarop de bijgevoegde pasfoto.

Ik kreeg een nette brief terug, samen met de pasfoto die ik stuurde. In de administratie van de spoorwegen waren mijn gegevens aangepast aan de nieuwe situatie. Maar voor het aanvragen van een nieuwe OV-Chip werd doorverwezen naar het bedrijf dat die chipspassen uitbaat. Daar stond de volgende procedure bij uitgelegd:

  • Schaf voor € 7,50 een tijdelijke anonieme ov-chipkaart aan
  • Laat bij de servicebalie mijn voordeelurenabonnement overzetten van mijn oude kaart naar de tijdelijke kaart.
  • Stuur de oude ov-chipkaart op naar de NS
  • Schaf voor € 7,50 nieuwe persoonlijke ov-chipkaart aan
  • Laat mijn voordeelurenabonnement bij de servicebalie overzetten van de tijdelijke anonieme kaart naar de nieuwe persoonlijke kaart.
  • Stuur de oude ov-chipkaart op naar de NS om het resterende saldo terug te krijgen.

Ik heb het er toen maar bij gelaten. Mijn oude persoonlijke ov-chip zou nog tot dit jaar geldig zijn en ik verwachtte dat de NS voor de nieuwe kaart een nieuwe pasfoto zou vragen. Tot ik deze week in mijn brievenbus post van de NS aantrof, althans het was briefpapier van de NS, met een NS logo en in de NS huisstijl. De brief was gericht aan meneer Fading Gender en bijgevoegd was een nieuwe OV-Chip, ook deze met NS-logo, op naam van meneer Fading Gender met uiteraard dezelfde oude pasfoto van acht jaar geleden erop. Even voor het vergelijk: mijn nieuwe OV-Chip en een recente foto:

wpid-wp-1432667887913.jpeg

Blijkbaar was het wijzigen van mijn gegevens in het klantenbestand van de NS toch niet zo succesvol. Ik heb toen een aardige twitterconversatie gehad met de webcare afdeling van de NS. Die zeiden niets voor me te kunnen doen verwezen me door naar hun toeleverancier die de chipkaarten leverde. Mijn vraag of ik dan ook bij Prorail een pasje moest aanvragen om met de trein te kunnen zagen ze het sarcasme niet van in. Is er een emoji voor [sarcasm sign]? Zou handig zijn op twitter.

Maar mijn verbazing was nog wel het allergrootst toen ik afgelopen week wéér een brief van de NS ontving. Ook op NS briefpapier met NS logo en in NS huisstijl. Deze brief was gericht aan mevrouw Fading gender en gestuurd om me te informeren dat er een slordige € 60 euro van mijn rekening zou worden geïncasseerd. De abonnementskosten voor mijn voordeeluren abonnement. Blijkbaar kunnen ze mijn klant-gegevens toch wel aanpassen, maar dat doen ze niet consequent.

Het ziet er naar uit dat ik de komende vijf jaar weer met dezelfde hopeloos verouderde pasfoto op mijn OV-Chip ga reizen. Dan maar de incidentele rare blikken van controleurs en beschuldigingen van zwartrijden op de koop toe nemen. De procedure om een nieuwe pas te krijgen vind ik gewoon te omslachtig en te klantonvriendelijk. Ik heb mijn best gedaan om de NS op de hoogte te stellen van de wijzigingen. Als zij dan blijkbaar niet kunnen zorgen dat ik een correcte pas krijg dan is dat niet mijn probleem. Dan maar regelmatig bielzenblues als mijn vervoersbewijs wordt gecontroleerd.

* Als je die referentie snapt, dan heb je gelijk een idee in welke tijd ik studeerde en veel met de trein ging op weg naar studi

Lente-equinox

Iemand die me dierbaar is volgt in haar leven het Keltische jaarwiel en ik doe mijn best om bij elk van de 8 feesten even een berichtje te sturen. Ik heb daarvoor in mijn agenda herinneringen staan, zodat ik weet wanneer ze zijn. Maar van één weet ik precies wanneer het is: de lente-equinox, waar de zon recht boven de evenaar staat. Gevierd met Ostara, dat het begin van de lente markeert.

Waarom ik dat zo precies weet? Omdat de lente-equinox vorig jaar samenviel met de meest ingrijpende gebeurtenis in mijn leven. Het is vandaag precies een jaar geleden dat ik de operatiekamer ingereden werd, ontvangen door de anesthesist-met-rustgevend-Duits-accent. Het is toeval dat mijn operatie zo samenviel met het begin van de lente. Maar dat maakt het wel symbolisch: een nieuw begin in de seizoenskalender en ondanks dat mijn transitie een veel langer en groter traject is voelt het ook als een nieuw begin in mijn leven.

Alweer een jaar geleden, maar ik herinner me alles nog alsof het nog maar vorige week was: de spanning vooraf, de eenzame uren op de verkoever, de pijnschaal in priemgetallen, de extra spuiten met verdovende middelen pijnstiller in mijn infuus en been. Opgewacht worden door vier bijzondere mensen toen ik eindelijk terug mocht naar de zaal. Ook mijn fameuze blog van de day after, waar ik duidelijk nog onder invloed van het nodige was. -In mijn verdediging: dat ik tikte op een tablet dat de infuusslang ook als aanraking registreerde.- Ook alle bezoeken, het eten de kaarten (die ik nog steeds in een net album wil verwerken), de bloemen, de berichten. Het is allemaal blijven hangen. Evenals de dramatische momenten, zoals die eerste helse nacht thuis waar alle spieren in mijn buik verkrampten en het verlies van een deel van mezelf.

Eerder deze week was ik bij de plastisch chirurg voor de 1-jaarscontrole. Ze was duidelijk trots op haar eigen werk. Ik moet nageven: ze heeft haar best gedaan en mag inderdaad trots op het resultaat zijn. Ook zit er waarschijnlijk nog wel een kleine correctie-ingreep in. Maar dat is, in de woorden van de mijn chirurg: “Reden genoeg om te opereren, maar het heeft geen haast.” Correcties zijn bij deze ingreep vrij normaal trouwens, het blijft werken met levend weefsel. Het gaat om een poliklinische ingreep en een paar dagen rustig aan doen. Heeft wat dat betreft niet veel meer om het lijf dan je verstandskiezen laten trekken door een kaakchirurg. Ik denk er nog even over na, of ik het eten in de Jan van Goyen kliniek ga proberen, dat schijnt daar erg goed te zijn.

Of ik het eenjarig jubileum ga vieren is me al een paar keer gevraagd. Daar heb ik een tijdje over nagedacht, maar twee verjaardagen vieren, inclusief uitdelen, per jaar vind ik wel voldoende. Ik vier het niet groots en voor iedereen, daar heb ik mijn onjaardag in november al voor. Dit jubileum is iets persoonlijks, voor mijzelf is het een belangrijke datum, iets waar ik zeker bij stil sta. Dit jaar doe ik dat nieuwe charm voor mijn armband: affection voor het liefhebben van mijn lichaam, wat ik eindelijk begin te leren.

Affection (en positivity op de achtergrond).

Affection (en positivity op de achtergrond).

De rollen in mijn leven

Zo’n transitie doe je niet zomaar even. Zelfs als je geen ogenschijnlijke lastige mentale bagage hebt, of met andere problemen kampt. Tornen aan iets wat onze samenleving ziet één van de meest basale en belangrijkste persoonskenmerken heeft zo zijn weerslag. Niet alleen fysiek maar ook psychisch. Mijn huisarts heeft het vanaf begin af aan al gezegd: “Dit kan je niet alleen, zorg dat je wat extra bijstand van een psycholoog hebt.” Eigenwijs en slecht in om hulp vragen als ik ben heb ik dat lang uitgesteld. Zelfs op momenten dat het eigenlijk echt niet meer ging. Uiteindelijk heeft het tot afgelopen najaar geduurd tot ik weer bij een psycholoog op de bank zat.

Bijna heb ik die gang naar een psycholoog weer afgeblazen. Ik had me aangemeld en in de wachttijd tot het eerste gesprek ging het eigenlijk steeds beter met me. Gevoelsmatig had ik een onkreukbaar goed humeur. Ik heb me serieus afgevraagd of mijn collega’s stiekem happy pills door mijn koffie roerden. Zo licht en vrij en zonnig en vrolijk voelde ik in mijn hoofd, ik vond het bijna eng. Achteraf gezien ben ik blij dat ik niet weer afgehaakt ben en gewoon mijn psycholoog ben blijven bezoeken. In december begon mijn mentale veerkracht af te nemen en zo begin februari heb ik toch wel weer een behoorlijk dal bereikt.

Je zou je dus kunnen afvragen of die uren bij een psycholoog dan zoveel zin hebben gehad. Dat hebben ze zeker. Ik kon dan wel niet voorkomen dat ik afgleed naar een emotioneel dal, maar ik gleed dit keer. Ik stortte niet, zoals a eerdere keren, in een emotioneel ravijn. Ik had dus niet veel controle op wat er gebeurde, maar wel hoe dat verliep en kon mijn remmen nog inknijpen om zonder al teveel kleerscheuren beneden aan te komen.

Mijn psycholoog heeft me duidelijk kunnen maken waar deze problemen vandaan komen en vooral hoe ik ermee om kan gaan. Een onderdeel daarvan is alle negatieve gedachten een naam te geven, iets waar ik al voor ik bij de psycholoog zat al mee was begonnen toen ik Scumbag Brain beschreef. Ik heb zo nog een paar andere van die rollen in mijn leven weten te identificeren, hier heb je ze op een rijtje:

Mijn Regenwolk. Gewone sombere gedachten of slechte humeuren. Regenwolken zijn in mijn hoofd net zo normaal als in het weer. Ze horen bij het leven, iedereen ervaart ze wel eens en ze mogen er ook best zijn. Zo’n wolk werpt een schaduw op alles in het leven, soms is het voor een paar uur en soms is dat voor een paar weken. Op sommige momenten lukt het me niet meer om voorbij die schaduw te zien. Regenwolken worden meestal veroorzaakt door verschillende kleine dingen die opstapelen en elkaar versterken.

Scumbag Brain. Al mijn onzekerheden en angsten noem ik Scumbag Brain. Mijn eigen hersenen zijn soms de rotzak die tegen zere beentjes schopt op momenten dat ik zoiets het minst kan gebruiken. Het grote verschil met mijn regenwolkje is dat SB altijd met iets heel concreets naar voren komt, een directe trigger heeft. Scumbag Brain kan wel zo’n regenwolk veroorzaken of extra grauw maken, als hij me niet al in een emotioneel ravijn duwt.

De Floor Supervisor. Ik heb een achtergrond in het hotelwezen, daar heb je floor supervisors: medewerkers die controleren of de hotelkamers wel goed zijn schoongemaakt. Voor mij zijn dit al mijn ‘moeten gedachten’, die vooral huishoudelijk van aard zijn. De afwas moet weg, het huis moet gestofzuigd, de was moet opgevouwen, de boodschappen moeten gedaan, en het fornuis moet glimmen. Pas als dat alles klaar is mag ik wat leuks gaan doen. Mijn Floor Supervisor kan een hele verlammende werking hebben: als ik op een vrije dag niet op gang kom dan voel ik me aan het eind van de dag slecht over het feit dat mijn huis niet spic-en-span is én dat ik niet iets waardevols of leuks gedaan heb.

Het Spookje. Dit zijn mijn aller duisterste en naarste gedachten, dingen waar ik ook niet graag over praat. Laat ik zeggen dat door Het Spookje ik begrip kan opbrengen voor zaken als suïcide en auto-mutilatie. Ik hebt ook wel eens het suïcide spookje genoemd, maar die naam gebruik ik liever niet meer. Het Spookje heb ik gelukkig al heel erg lang niet meer gezien en deze mag voor mij ook voor altijd wegblijven.

Het benoemen van deze rollen heeft me geholpen om bewust te worden van die gedachten. Door die gedachten een passende naam te geven heb ik ook een handvat om er iets mee te doen. Soms is dat er keihard tegenin gaan, ik heb al vaker gezegd dat ik Scumbag Brain graag in zijn ballen schop (ja, hij is een jongetje), en soms ga ik er ook mee in gesprek. Vooral sinds ik die Floor Supervisor een naam heb gegeven kan ik met haar nog wel eens tot een consensus komen.

Die gedachten een naam geven is ook makkelijker voor mensen om me heen. Dat als ik niet lekker in mijn vel zit, dat ik gewoon kan zeggen dat het bewolkt is, of dat SB vervelend doet. Gewoon helder en niet al teveel om de hete brij heen draaiend zonder gelijk zware woorden te hoeven gebruiken.

Als je nu afvraagt waar ik ben gebleven in dit overzicht dan doe je dat terecht. Dat is een van de belangrijkste dingen waar ik nu mee bezig ben. Zoals mijn psycholoog het omschreef: “Je bent zolang bezig geweest met hoe de buitenwereld je zag dat je het contact met jezelf bent verloren.” Dat contact ben ik nu weer aan het terugwinnen, stapje voor stapje. Zodat die vier bovenstaande rollen niet meer de boventoon voeren maar dat ikzelf die opsomming aanvoer.

Ooit, als ik later groot ben

Afgelopen week vulde ik een vragenlijst in over niet-conventionele relaties. Niet gek dat ik daar naar gevraagd wordt met mijn non-monogame platonische relatieconstructie. Tussen die vragen stond ook nog een vraag over hoe ik over de toekomst denk. Toen besefte ik me dat ik de afgelopen jaren heel erg in het nu heb geleefd. Ik heb zelfs kunnen stellen dat voor mij alles na volgende week ‘ver weg is’ en alles na volgende maand ‘ooit, als ik later groot ben’.

De afgelopen jaren heeft mijn leven heel erg in het teken gestaan van mijn transitie. Elke keer leefde ik naar een volgende stap toe. Van de intake naar de diagnose, van de diagnose naar de real-life fase en van de real-life fase naar chirurgische ingrepen. Een heel duidelijk uitgestippeld plan voor wat ik daarna met mijn leven zou willen heb ik nooit gehad. Verder dan een vage richting komt het bij mij niet.

Nou praat ik vaak John Lennon na met zijn “Life is what happens whilst you’re busy making other plans.” Maar nu ga ik me ineens heel filosofisch afvragen of ‘plannen maken’ een voorwaarde is voor het leven om te gebeuren. Wat nou als je geen andere plannen maakt, gebeuren er dan wel dingen, doet leven dan nog steeds zijn ding? Als je geen plannen hebt kunnen ze ook niet doorkruist worden. De afgelopen tijd zijn er genoeg dingen gebeurd. Mooie dingen, fijne dingen. Life happened, om het zo maar te zeggen.

Over de afgelopen tijd had ik nog wel enige plannen, ook al waren dat steeds aan mijn transitie gerelateerde doelen. Voor de toekomst heb ik geen concrete plannen. Het meest ver vooruit geplande ding in mijn agenda is mijn vakantie in juni. Vier maanden in de toekomst. Helemaal ‘als ik later groot ben’ is het het niet, vier maanden is te overzien. Vier maanden is de tijd die het heeft geduurd tot ik na mijn operatie weer kon fietsen. Ik kan me dus wel voor de geest halen hoe lang vier maanden duren. (Lang, heel erg lang!).

Het gevoel dat ik geen plannen heb, geen concreet beeld van hoe mijn toekomst eruit gaat zien, of hoe ik zou willen dat die eruit gaat zien boezemt me wel een beetje angst in. Het algemene doel dat ik de afgelopen jaren had, mijn transitie doormaken, is nu wel zo’n beetje behaald. ‘Klaar’ zal ik er nooit mee zijn, mijn transitie zal altijd een onderdeel van mijn leven zijn. Ik zal mezelf ook altijd zien als een transgender persoon. Maar de grote tussenstations heb ik behaald. Ik sta nu in de stationshal van het leven, ingecheckt met voldoende saldo om alle mogelijke bestemmingen te bereiken maar zonder een goed idee in welke trein te stappen.

Ik begin te beseffen dat het ‘ooit, als, ik later groot ben’ nu is. Ook al heb ik er nog steeds moeite mee om mijzelf als volwassene te zien. Voor mijn gevoel ben ik nog maar net tiener-af met mijn hele volwassen leven nog voor de boeg. Dat zou me tien jaar jonger maken dan ik werkelijk ben. Dat ik de dertig al ben gepasseerd is nog steeds niet tot me doorgedrongen. Als ik plannen voor later wil maken dan zal ik dat toch moeten gaan doen, ooit is al begonnen. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat het leven maar werkeloos op een bankje in het park zit omdat ik het leven geen plannen geef die ze kan doorkruisen.

Of toch niet? Kan ik mijn leven verder gaan zonder concrete doelen? Is het voldoende om te weten welke windrichting ik op wil gaan, zonder een vastgesteld reisschema? Gewoon op de eerste de beste trein stappen die ongeveer in die richting gaat en dan zien waar ik uiteindelijk terecht kom.

Beide keuzes zijn vatbare opties. Van beide kan ik niet inschatten hoe waardevol ze zijn en wat ze me zullen bieden. Het door Baz Luhrman onsterfelijk gemaakte advies van Mary Schmich op dit punt het beste. Ik ben tenslotte the clas of ’99. 

Don’t feel guilty if you don’t know what you want to do with your life… the most interesting people I know didn’t know at 22 what they wanted to do with their lives, some of the most interesting 40 year olds I know still don’t.

Of ik luister naar ander advies van Scmich en luister ik daarom niet naar haar advies? Ga ik dan toch vragen om een spoorboekje? Zodat ik een reisplan op kan stellen. Alle opties staan open, het hoeft niet direct, ik kan ook de volgende trein afwachten, er zullen er meer rijden. In elk geval zal ik me er geen zorgen om maken.

Don’t worry about the future; or worry, but know that worrying is as effective as trying to solve an algebra equation by chewing bubblegum.

Antwerpen Centraal - Foto: Wylderice, via Pixabay

Antwerpen Centraal – Foto: Wylderice, via Pixabay

 

de Volkskrant: "mensen kan je ombouwen"

Volkskrant Magazine heeft dit weekend, zaterdag 24 januari, een groot artikel gewijd aan de Thaise chirurg Dr. Preecha, een van de pioniers op het gebied van vaginaplastiek. De Volkskrant noemt hem ‘De Vaginakoning’ een ere-titel die ik gezien de staat van dienst van deze arts best kan begrijpen.

Op de voorpagina meent de Volkskrant wel even alle trans vrouwen even te moeten kwetsen door ze te vergelijken met een levenloos voorwerp:

Volkskrant 24012015

Ombouwen, dat doe je met een garage waar je een hobbykamer van maakt. Dát is ombouwen. Of als je een mod-chip in je Playstation gameconsole soldeert zodat je er illegaal gekopieerde games op kan spelen, dat is ook ombouwen. Ik ben een mens; geen garage en evenmin een spelcomputer. Ik ben geopereerd of ik heb een gestlachtsaanpassende behandeling ondergaan. Een prima alternatieve kop op de voorpagina: John Schoorl ontmoet de Thaise chirurg die 4000 trans vrouwen opereerde. Dat had zo op het zelfde stukje krant gepast.

Hoofdredacteur van Expreszo Wouter van Dijke schreef gister al een sterk opiniestuk op de site van Expreszo zelf. Daar staat ook het antwoord van  Volkskrant hoofdredacteur Philippe Remarque, die ziet niets denigrerends in het gebruik van het woord ombouwen als je spreekt over mensen:

Dan zit er nog een wetenschappelijke onjuistheid in. Volgens de meest gangbare theorieën (theorie in de wetenschappelijke zin van het woord) wordt onze genderidentiteit al vroeg in de hersenen vastgelegd. Onder andere Nederlandse neurobioloog Dick Swaab (die ook homoseksualiteit in de hersenen aantoonde) doet hier veel onderzoek naar. gezien de medische consensus dat iemands identiteit niet veranderd kan, of mag, worden en het lichaam wel ben je als als trans vrouw je hele leven vrouw (of andersom als trans man), niet pas na een behandeling. De hersenen zijn het al sinds vóór de geboorte, ook al snap je pas op latere leeftijd waar het nu fout zit. Ik was 21 toen het kwartje viel, anderen begrijpen zichzelf op jongere leeftijd al.

Dan het artikel zelf, dat opent met deze zin in de eerste alinea:

De grote Israëliër die een vrouw gaat worden, ligt met de benen opgetrokken onder een operatiedoek, alleen zijn verdoofde hoofd is zichtbaar.

Even een lekker negatief cliche beeld als ijsbreker: grote man die vrouw gaat worden om dan nog even het omslagpunt bij de operatie te leggen. Misgendering, noemt men dat in de Engelse taal. Soms is dat een verspreking waar men niets aan kan doen. In dit geval ziet het eruit als een bewuste poging om te choqueren. Gewoon om het stuk een lekker pakkende intro te geven, de bijkomende schade en de voorbeeldfunctie van het medium is blijkbaar van ondergeschikt belang.

Terwijl het helemaal niet zo moeilijk is om respect te schrijven over het onderwerp: Ascha Ten Broeke, wetenschapsjournalist, schrijver én columnist bij Volkskrant, schreef op haar blog een korte stijlhandleiding voor journalisten. Hoofdredacteur Remarque kan in de leer bij zijn eigen columnist. Ten Broeke geeft zes simpele regels die je als journalist, of redacteur, houvast geven bij het schrijven van een artikel over transgenders. Deze zes regels mogen van mij zo worden overgenomen door de stijlgidsen van de diverse media.

Ten Broeke gaat in haar regels nog net iets verder dan ikzelf. Het woord transgender als zelfstandig naamwoord gebruiken heeft niet mijn voorkeur, maar zelf doe ik het ook. Het is een concessie waar ik mee kan leven. Ik vergelijk het met het gebruik van diabetici (mensen die diabetes hebben), autisten (mensen met een stoornis op het autistisch spectrum), blinden (mensen met een visuele beperking). Het is niet ideaal, want je vereenzelvigt mensen zo heel makkelijk met hun probleem. Ik heb het zelf vaak gezegd: ik heb genderdysforie, ik ben niet mijn genderdysforie.

Het artikel op zich is eigenlijk een prima en interessant stuk over een van de pioniers op het gebied van vaginaplastiek. Taalgebruik is soms enigszins platvloers, maar dat is een persoonlijke stijlvoorkeur, kan ik niet een probleem van maken. Het valt me op dat op een paar keer de schrijver zijn best doet om de juiste voornaamwoorden te gebruiken. Hij belicht ook de transitie als een langdurig proces waar een chirurgische ingreep slechts een deel van is.

Het leest heel erg alsof het ooit een prima artikel was, totdat er een sensatiebeluste redacteur erin heeft zitten strepen. Om een lekker pakkende en kwetsende kop op de voorpagina te hebben, en een fijn negatief stereotiep in de eerste alinea. Nu ik ook de reactie van Volkskrant hoofdredacteur Philippe Remarque op de kritiek ken, reken ik hem de beledigende kop en de kwetsende elementen direct aan. 

Toevoeging 26 januari: 

Ondanks herhaaldelijk aandringen via twitter van mij en vele anderen geeft Remarque geen reactie. Hij blijft dus hangen in zijn mening: “IK VIND het niet denigrerend, dus IS het ook niet denigrerend.” Daarmee blijf hij comfortabel hangen in onwetendheid en zijn blanke hetero cis-man privileges, met nóg minder respect voor transgenders dan ‘ie met zijn voorpagina al liet blijken.

Plastische chirurgie of acceptatie

Het is een onderwerp dat momenteel erg rondgaat in mijn hoofd: moet ik mijn lichaam accepteren of modificeren. In de nasleep van Leelah Alcorns zelfmoord zag ik mensen schrijven die “gevangen in een verkeerd lichaam” niet een goede omschrijving vinden. Zij zeggen dan dat hoe het er aan de buitenkant ook uitziet, het is wel jouw lichaam. Het is een gedachtegang die volgens mij uit de genderqueer-hoek komt, in elk geval een stroming die gender niet af laat hangen van toevallige biologische en anatomische kenmerken.

Ik heb mijn ‘oude’ lichaam vaak genoeg afstandelijke namen geven: gevangenis, zak met vlees en botten waarin ik leef, hotelkamer waar ik me niet thuis voel. Toch is het altijd mijn lichaam geweest en is dat het nu ook nog steeds, ook al is er wat werk aan verricht met de pillen van de endocrinoloog en de scalpel van de chirurg. Op de manier die ik hierboven beschrijf had ik er nog niet eerder over nagedacht, maar ik snap wel wat ermee bedoelt wordt. Als je lichaam als een gevangenis ziet, dan bouw je daar een afkeer tegen op. Daar heb ik zelf ook last van gehad, er zijn echt vijandige gedachten jegens mijn lijf die ik kwijt moest raken. Daar worstel ik nog steeds wel mee, gelukkig inmiddels weer met professionele begeleiding.

Dat ik mijn héle lichaam haatte is oneerlijk. Ik had eigenlijk enkel afkeer tegen een paar details. Aan de belangrijkste is al wat gedaan en met een aantal details moet ik leren leven. Maar er blijven een paar dingen over waar wel wat aan te doen valt, maar waar de nodige nadelen en kosten tegenover staan. Kosten niet alleen in financiële zin, maar ook in de zin van energie, nasleep en genezing. Over die dingen ben ik nu aan het nadenken, overwegen of zoiets alle nadelen waard is, of ik er echt zo tevreden mee ga zijn als ik zou willen.

Dat ik voorstander ben voor plastische chirurgie dat moge duidelijk zijn. Ik heb nogal een ingreep achter de rug, eentje waar ik heel erg blij mee ben. Plastische chirurgie voor cosmetische redenen vind ik ook prima, al vraag ik me bij foto’s van resultaten soms af wat er met de beroepsethiek van de arts in kwestie is gebeurd. Dan denk ik dat die arts beter “Nee.” had gezegd tegen zijn patiënt. Maar een scheve neus recht laten zetten of een grote kleiner maken of oogleden laten liften. Dat soort ingrepen, daar zie ik het nut wel van in. Zo zijn er ook nog wel dingen die voor mij op de nominatielijst staan, dingen waar ik nu dus over aan het nadenken ben.

Plastic Surgery

Plastic surgery – Red pepper (foto: Nick Mugridge)

De mogelijkheden die je als transgender hebt zijn behoorlijk. Zo kan je het wenkbrauwbot kleiner laten maken (brow ridge reduction), je adamsappel laten verkleinen (tracheal shave), je kaak laten versmallen, neusoperaties, borstvergrotingen en stembandoperaties. Daarmee heb je de belangrijkste opties voor ingrepen aan de secundaire geslachtskenmerken wel gehad. Naar de meeste daarvan heb ik totaal geen oren. Mijn wenkbrauwen vind ik niet enorm uitsteken. Mijn adamsappel is duidelijk zichtbaar maar ik stoor me er niet aan. Mijn neus had iets kleiner gemogen, maar ik ben eraan gewend. Stembandcorrecties hebben zoveel nadelen en risico dat het gewoon geen optie is, ik zoek mijn logopedist nog wel eens op. Kaakversmallingen vind ik gewoon onnodig en eng, heel erg eng (googlen op eigen risico).

Een secundaire ingreep die ik wel overweeg is een borstvergroting. Dat is iets wat voor mij toch wel een behoorlijke invloed heeft op mijn zelfbeeld. Ook al is het prima te verbloemen dat ik kleine, naar mijn gevoel veel te kleine, borsten heb, is dit een gedachte die terug blijft komen. Het valt in dezelfde categorie als mijn geslachtsaanpassende operatie: de buitenwereld hoeft er heel niets van te zien, maar voor mij persoonlijk is het belangrijk. Het is iets wat mij confronteert als ik naakt voor de spiegel sta. Iets dat niet goed past in mijn vrouwelijk zelfbeeld.

Door de opmerkingen over geboren in het verkeerde lichaam, vooral door het tegengeluid van binnen de transgenderscene ben ik er op een andere manier tegen aan gaan kijken. Ik ben nu niet zozeer aan het nadenken of ik een vergroting zou willen hebben. Nee, ik denk nu meer na over of ik mijn lichaam moet accepteren zoals het nu is, of dat ik dingen meer wil vormen om het op mijn utopische zelfbeeld te laten lijken. In het verleden heb ik al eerder gezegd dat ik vrede heb met het feit dat je altijd aan me zal zien dat ik niet als meisje geboren ben, zolang men me nú maar als vrouw accepteert en bejegend. Gaat een grotere BH-maat daarmee helpen? Ik betwijfel het. Gaat een grotere bos hout me beter laten voelen als ik naakt voor de spiegel sta? Ik ben vrij zeker van wel. Is het me alle moeite waard? Ik ben er nog niet over uit.

Dat is het punt waar ik nu op zit: in hoeverre is iets als een borstvergroting een reële optie. Is het niet beter om mij lichaam te accpteren zoals het nu is? Ik heb al enorme stappen gemaakt, stappen waar ik heel blij mee ben. De chirurgische ingreep die ik heb gehad heeft voor mij echt verschil gemaakt, ik merk het dagelijks. Wat ik het meest sprekende voorbeeld vind: ik heb nogal wat keren mijn broek moeten laten zakken. Bij mijn huidtherapeuten, bij de physician assistant en stagiair, in de sauna, ten overstaan van mijn partners (al was het daar vrije keuze en geen moeten), voor de verpleging in het ziekenhuis. Ook al was ik niet blij met mijn penis, ik voelde me er nooit beschaamd over om ‘m te laten zien als dat nodig was. Het ding voelde toch als niet van mij dus wat viel er te schamen? Tegenwoordig is dat anders, mijn vagina is iets wat echt van mij is, het voelt als een onderdeel van mezelf. Het is niet iets wat ik zomaar deel met of laat zien aan anderen.

Een eventuele borstvergroting vind ik in hetzelfde straatje passen: het is iets dat ik voor mijzelf zou doen en voor mij alleen. Voor de buitenwereld is het niet nodig. Als ik mijn cupmaat onvoldoende vind zijn er legio manieren om daar wat aan te doen zonder dat er een pilletje of een scalpel aan te pas komt. Die mogelijkheden zijn stuk stuk voordeliger en er zit geen risico aan vast, behalve dat je moet oppassen als je van de hoge duikplank het zwembad in duikt. Maar dat durf ik toch al niet.

Ga ik mijn lichaam, met alle minpuntjes die ik zie, leren accepteren? Of kies ik er toch voor het modificeren en laat ik die minpuntjes onder handen nemen door een professional? Ik ben er nog niet over uit. Recentelijk is de manier waarop ik hierover denk ingrijpend veranderd. Natuurlijk kan ik ook gewoon niet meer naakt voor de spiegel gaan staan, maar dat is het probleem ontkennen in plaats van erkennen en aanpakken.

Leelah Alcorn

Waarschuwing vooraf: dit blog gaat over suicide. Als je het moeilijk vind hiermee om te gaan lees je beter niet verder.

Leelah Alcorn 1997 - 2014

Leelah Alcorn 1997 – 2014

De afgelopen dagen hebben mijn Twitter en Facebookfeed vol gestaan met nieuwsberichten over een voorval dat me behoorlijk heeft geraakt. Het gaat om de zelfmoord van Leelah Alcorn, een 17 jarige transgender die uiteindelijk geen andere uitweg zag dan de dood. Het meest wrange is: haar ouders zijn in grote mate een bepalende factor geweest in de suicide.

Op Tumblr postte Leelah haar afscheidsbrief, na haar dood. Automatisch posten, veel blogplatforms bieden die mogelijkheid, ik gebruik het zelf regelmatig. Als een soort Doomsday Device had ze de brief klaarstaan om online te gaan als ze dit niet zelf zou tegenhouden. Wellicht heeft ze die post een paar keer uitgesteld, wellicht niet. Ik heb de hele brief gelezen en vind ‘m aangrijpend. (De originele Tumblrpost is verwijderd, maar via The Wayback Machine is deze terug te vinden.) Uit de brief komen twee factoren naar voren die Leelah tot haar daad hebben gezet: haar ouders en de maatschappij.

Voor ik verder ga wil ik hier laten blijken hoe dankbaar ik ben dat mijn ouders mij altijd hebben gesteund. Ze hebben het heus moeilijk mee gehad toen ik uit de kast kwam en aangaf het psychologische en medische traject in te gaan. Maar altijd hebben ze achter me gestaan, me gesteund en geholpen. Ik heb de ontroering gezien in de ogen van mijn moeder toen ik het ingelijste portret gaf waar ik mezelf voor het eerst écht op herkende. Een foto die nog steeds bij heb op het dressoir staat, naast een foto van mij en mijn broer als broertjes. Ook het geboortekaartje dat ik rondstuurde om mijn transitie kenbaar te maken aan de wereld is bij mijn ouders nog steeds in de woonkamer aanwezig. Net als bij mijn broer trouwens, die het op zijn dressoir heeft staan. Want ook van mijn broer heb ik alle steun gekregen. Na mijn operatie deelde hij op zijn werk beschuit met blauwe én roze muisjes uit. Een gebaar dat ik nog steeds zo vreselijk lief vind.

Al dit alles maakt dat het verhaal van Leelah me heel erg raakt en me droevig stemt. Ik heb van mijn familie zo enorm veel steun gehad tijdens het vijf jaar durende proces. Dat ik gewoon heel erg naar wordt van de gedachte dat iemand dat alles niet alleen moet missen maar ook door haar ouders wordt geleerd haarzelf te haten. Een fragment uit de afscheidsbrief:

When I was 14, I learned what transgender meant and cried of happiness. After 10 years of confusion I finally understood who I was. I immediately told my mom, and she reacted extremely negatively, telling me that it was a phase, that I would never truly be a girl, that God doesn’t make mistakes, that I am wrong. If you are reading this, parents, please don’t tell this to your kids. Even if you are Christian or are against transgender people don’t ever say that to someone, especially your kid. That won’t do anything but make them hate them self. That’s exactly what it did to me.

Leelah pleegde zelfmoord door zich voor een vrachtwagen te werpen. Op facebook deed haar moeder het af als een ‘ongeluk tijdens een ochtendwandeling.’ Nadat de media het voorval oppikten en CNN de ouders om een reactie vroegen bleef Leelahs moeder de gevoelens van haar kind ontkennen. In dat interview bleef ze mannelijke voornaamwoorden gebruiken en deed de uitspraak: “We loved him unconditionally. We loved him no matter what. I loved my son. People need to know that I loved him. He was a good kid, a good boy.” Op de vraag of ze op de hoogte was van Leelahs genderdysforie kwam het volgende antwoord:  “We don’t support that, religiously.” Om eraan toe te voegen dat ze wél onvoorwaardelijk van hun kind hielden.

De ouders van Leelah hechtten meer belang aan religie dan aan het welzijn van hun eigen kind. Dat onvoorwaardelijk houden van hun kind was blijkbaar wel gebonden aan de voorwaarden dat het in het straatje van hun geloof past. Ze boden Leelah wel hulp: bij religieuze therapeuten om haar ‘op het rechte pad te brengen’. Dit was zo’n succes dat Leelah in een post op Reddit afvroeg of dit niet gewoon mishandeling was.

Het is niet alleen haar ouders die Leelah tot haar daad hebben gedreven. Ook de maatschappij heeft er een aandeel in. In haar jeugd kon ze niet op steun van haar ouders rekenen, ze had gewoon kunnen wachten tot haar 18e verjaardag. Als volwassene had ze die toestemming van haar ouders niet meer nodig gehad. Daarop wachten was voor haar geen optie. Nog een fragement uit haar afscheidsbrief:

I’m never going to transition successfully, even when I move out. I’m never going to be happy with the way I look or sound. I’m never going to have enough friends to satisfy me. I’m never going to have enough love to satisfy me. I’m never going to find a man who loves me. I’m never going to be happy. Either I live the rest of my life as a lonely man who wishes he were a woman or I live my life as a lonelier woman who hates herself. There’s no winning. There’s no way out. I’m sad enough already, I don’t need my life to get any worse. People say “it gets better” but that isn’t true in my case. It gets worse. Each day I get worse.

Ze was bang niet passabel te zijn. Dat ze te laat met haar transitie zou beginnen als ze zou wachten. Die gedachten zijn mij ook niet vreemd. Ik heb daar zelf ook veel over nagedacht. Uiteindelijk heb ik me maar neergelegd bij het feit dat mijn verleden altijd zichtbaar zou zijn. ‘Gemeneerd’ worden doet me ook nog steeds pijn. Maar ik leg me erbij neer. Dat ik mezelf eindelijk thuis voel in mijn lichaam, compenseert veel.

Ik snap de gedachten en angsten van Leelah, ik herken ze zelfs. Het is de maatschappij die hier een rol in speelt. Er zijn in het afgelopen jaar grote stappen voorwaarts gezet in acceptatie van transgenders, echter is er nog een hele lange weg te gaan voor acceptatie de regel is, en niet een uitzondering. Leelah vraagt daar aandacht voor, ze vraagt om haar dood een betekenis te laten hebben. Daarom sluit ik af met de laatste regels uit haar afscheidsbrief:

The only way I will rest in peace is if one day transgender people aren’t treated the way I was, they’re treated like humans, with valid feelings and human rights. Gender needs to be taught about in schools, the earlier the better. My death needs to mean something. My death needs to be counted in the number of transgender people who commit suicide this year. I want someone to look at that number and say “that’s fucked up” and fix it. Fix society. Please.

Transgender & Feminist

Dit is een blog dat al maanden aan het broeien is, maar steeds niet uit mijn vingers kwam. Het onderwerp is complex en ik vind het lastig om goed uit te leggen wat mijn standpunten precies zijn. Daar komt nog bij dat ik er inmiddels achter ben gekomen dat feminisme een veel ruimere ideologie is, met veel verschillende stromingen. Stromingen die er zelfs tegengestelde normen op waarden op na houden, de ene feminist is de andere niet.

Zo staan er in mijn twitterfeed de tweets van: @Ashatenbroeke (wetenschapsjournalist, o.a. schrijfster van ‘Het idee M/V’), @Marijke_vonk (psycholoog, schrijft ook boeiend over sekswerk). Op Youtube volg ik het kanaal van Laci Green, een vlogger die haar Sex+ filmpjes vult me sekspositive en LGBT-inclusive onderwerpen. Alle vier zijn aanraders om te volgen als je geïnteresseerd bent in feminisme, seksisme en seksualiteit. Artikelen die ze schrijven of linken en hun inhakers op de actualiteiten hebben mij vaak genoeg aan het denken gezet.

Wat ik nu ga schrijven is mijn mening en mijn kijk op de dingen. Ik heb mijn best gedaan om alles te beargumenteren en bronnen te zoeken, maar mijn beleving is de basis voor wat ik hier schrijf. Voor objectievere, wetenschappelijk onderbouwde en beargumenteerde informatie verwijs ik graag naar de dames die ik hierboven noem.

Laat ik maar eens beginnen met weergeven van wat ík onder feminisme versta. Het concept, of ideologie kent nogal wat stromingen. Ook wordt nog regelmatig de draak mee gestoken door te zeggen dat feministen mannenhaters zijn, om ze gelijk over dezelfde stereotiepekam te scheren met lesbiennes. Voor mij betekent feminisme dat er tussen de genders geen verschillen zitten tussen verstandelijke vermogens en dat iedereen gelijk behandeld dient te worden met dezelfde rechten en plichten.

Even tussendoor: ik beschouw gender als een spectrum, een schaal met aan het ene uiteinde ‘mannelijk’ en aan het andere uiteinde ‘vrouwelijk’. Ieder willekeurig punt op die lijn is naar mijn idee een valide genderidentiteit. Vandaar ook de naam van mijn blog. 😉 Voor het gemak van schrijven, praat ik in dit blog in een simpele binaire man-vrouw verdeling van de genders.

Ik vind dus dat mannen en vrouwen dezelfde dingen kunnen en overal even goed in zijn. Statistische verschillen tussen de gemiddelde mannen- en vrouwenlijven daargelaten, dat gaat eigenlijk alleen op in de sportwereld. Een vrouw kan net zo goed een ingenieur, bouwvakker, of brandweerman zijn als een man seniorenverpleger, secretaris (eigenlijk dekt secretaresse de lading beter) of koffieheer. Dat bepaalde beroepen beter bij een bepaald gender zouden passen vind ik een volkomen onzinnig en achterhaald concept.

Om mezelf maar eens als voorbeeld te nemen: Ik ben vrouw, als na mijn dood mijn hersenen worden ontleed zal een neuroloog hersenstructuren aantreffen die over het algemeen als vrouwelijk worden gezien. Dick Swaab schreef al zoiets in Wij zijn ons Brein. Ondertussen ben ik wel als jongen opgevoed en heb ik zo jarenlang proberen te leven. Al kreeg ik alle vrijheid om mijn eigen ding te doen en werd ik door mijn ouders niet aan genderstereotypen gehouden. Toch vertoon ik in mijn talenten en interesses dingen die in de maatschappij als mannelijk worden gezien: ik heb een technisch inzicht en ben niet bang om zelf iets uit elkaar te schroeven, zoals ik eens met mijn oven deed.

In het boek het Idee M/V geeft Ten Broeke voorbeelden waaruit blijkt dat verschillen tussen mannen en vrouwen gevolg zijn van opvoeding. Nurture in plaats van Nature. Zo wordt er wel eens gezegd dat het ruimtelijk inzicht van mannen beter is dan dat van vrouwen. Want Mannen komen van Mars en vrouwen van Venus. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit onjuist is. Het ruimtelijk inzicht van rijke blanke jongens is beter ontwikkeld dan dat van rijke blanke meisjes. Bij jongens en meisjes uit armere bevolkingsgroepen en etnische achtergronden is het ruimtelijk inzicht van vergelijkbare kwaliteit. (Onderzoek van Susan Levine: Socioeconomic status modifies the sex difference in spatial skill).

Ik vraag mij nu dus we af of, als resultaat van mijn opvoeding als jongen en mijn leven als transgender mijn hersenen een soort hybride structuur zullen hebben. Dat er zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken gevonden zullen worden.

Héél persoonlijke vragen

Zo af en toe krijg ik dan ook vragen of ik die transitie wel had moeten doen. Ik ben technisch, zet graag een Zweeds bouwpakket in elkaar, speelde vroeger met veel plezier met meccano en technisch lego, doe mijn eigen klusjes en reparaties in huis. Daarnaast geef ik als het om relaties gaat ook de voorkeur voor vrouwen. Het is me letterlijk recht in mijn gezicht gezegd: “Als man kan je toch veel beter seks hebben met een vrouw dan als vrouw. Waarom zou je jezelf laten opereren.” Sinds die opmerking ben ik iets terughoudender geworden met het open beantwoorden van vragen. Deze kwam net even te ver in mijn personal space.

Er is mij ook wel eens gevraagd waarom ik nauwelijks rokken of jurken draag. Voor feestjes en al ik ergens op netjes moet, doe ik dat nog wel. Maar voor de dagelijkse dingen is mijn modus operandi bij het aankleden vooral jeans, een bloesje en gympen. Die laatste soms afgewisseld met Dr. Martens. Komt deels omdat dát kleding is die voor mijn werk gewoon praktisch is. Ik werk in een winkel, sta en loop veel en moet ook veel goederen verwerken. Of ik in een ander beroep wel hooggehakt en in een kokerrok op kantoor zou verschijnen? Wie weet, ik heb wel een achtergrond waar tenue de ville zelfs op school regelmatig gangbaar is. Daarentegen probeer ik wel gewoon mezelf te blijven en niet overmatig te compenseren voor in het verleden gemiste vrouwelijke expressie.

Feminsiten zijn het niet eens met mij

Ben ik het dan eens met álle feministen? Nee, feministen zijn het soms, best vaak zelfs ook niet eens met mij. Zoals ik al zei, er zijn nogal wat stromingen binnen de ideologie van vrouwenrechten. De engste vind ik toch wel de TERFs: Trans Exclusionary Radical Feminists, in het Nederlands: Trans(gender) buitensluitende radicale feministen. Kort gezegd ziet deze stroming transvrouwen, zoals ik, als een wolf in schaapskleren. Volgens hen zou mijn grootste doel het binnendringen van women’s space zijn, om zo mijn eigen agenda uit te kunnen voeren. Gelukkig is TERF een minderheid binnen het feminisme, maar het is er wel eentje met schadelijke invloed op andere groepen.

Het wolf in schaapskleren argument wordt nogal eens gedeeld of misbruikt door conservatieve groeperingen om transgenders te beperken in hun rechten en vrijheden. Bijvoorbeeld om te verbieden dat personen het toilet gebruiken dat past bij hun genderidentiteit. Hierin gaat men zover dat er zelfs nieuwsberichten worden verzonnen dat zedendelinquenten genderdysforie als excuus of alibi zouden gebruiken om in de buurt van mogelijke slachtoffers te komen. Overigens is dit niet iets dat alleen in de VS speelt: de rechtervleugel in het Nederlandse parlement denkt er net zo over en vind het maar kolder dat er gestreden wordt voor genderneutrale toiletten op scholen.

Behalve die extreme gevallen waar de seksueelgeweldkaart getrokken wordt, en de relativering als snel uit het publieke debat verdwijnt, zijn er andere zaken waar feministen moeite mee hebben als het om genderdysforie en transseksualiteit gaat: transgenders zouden de klassieke rolverdeling tussen mannen en vrouwen alleen maar bevestigen of zelfs versterken.

“Think about a world inhabited just by transsexuals. It would look like the set of Grease” Is een uitspraak die Brits journalist en feminist Julie Bindel deed in The Guardian. In hetzelfde artikel laat Bindel blijken dat ze transgenders niet erkent als het gender dat deze beleven. Ze praat over ‘Men who have disposed of their genitals’ Als ze transseksuele vrouwen bedoelt. Let op de woordkeus: het Engelse to dispose is een werkwoord dat meestal in de context van het weggooien van afval wordt bedoeld. Ook de toon in de rest van het artikel geeft aan dat Bindel alleen maar gefocused is op uiterlijke geslachtskenmerken waarmee men is geboren. Al het andere doet er volgens haar niet toe. Eens een man, altijd een man. Iemand die heeft geproefd van mannelijke privileges, kan zich absoluut niet inleven in een leven als vrouw. In andere feministische uitingen heb ik al vergelijkbare dingen gezien: er werd gesproken over mannelijke transseksuelen. Om het vrouwelijke gender van transvrouwen maar vooral te negeren.

Toegegeven, ik heb in mijn jeugd best profijt gehad van mannelijke privileges. Daar heb ik ook een enorme prijs voor moeten betalen. Onzekerheid over mezelf. De donkerste gedachten die een mens kan hebben. Nog dagelijks betaal ik de prijs als ik mijzelf in de spiegel zie. Vrouwen grappen wel eens dat ik tenminste nooit last heb van menstruatiekramp en alle andere ongemakken die gepaard gaan met het hebben van een baarmoeder en een setje complete xx-chromosomen. Maar ik kan je vertellen: als ik daarvoor het hebben kunnen ervaren van mannelijke privileges zou moeten inleveren, dan teken ik ervoor. Direct, zonder twijfel en met terugwerkende kracht.

De mildere anti-trans meningen binnen het feminisme kan ik best begrijpen. Dat is iets waar ik zelf ook veel over nadenk en ook de reden waarom dit onderwerp als blogartikel al maanden in mijn hoofd aan het broeien is. Als ik vind dat mannen en vrouwen zo gelijkwaardig zijn: waarom dan toch dat zware lange traject van transitie in gaan? In rationele termen kan ik dat moeilijk uitleggen. Als iedereen gelijk is, dan zou het toch niet zo’n verschil moeten maken? Het is een gevoelskwestie en ook dat gevoel is niet uit te leggen. Wanneer iemand mij vraagt of ik mij nu, sinds mijn operatie, compleet vrouw voel geef ik daar een ontkennend antwoord op. Ik weet namelijk niet hoe het is om jezelf ‘vrouw’ te voelen. Evenmin weet ik hoe het is om jezelf ‘man’ te voelen. Wat ik weet is dat ik mij inmiddels eindelijk thuis voel in mijn lichaam. Dat betekent heel veel.

Om mijzelf thuis te voelen in mijn lichaam heb ik een geslachtsaanpassende behandeling ondergaan, zoals dat heet in medische termen. Ik heb daarnaast ook een sociale transitie ondergaan: ik ben me meer gaan kleden en gedragen naar het beeld dat de maatschappij heeft onder het label ‘vrouw’. Ik vorm me naar een rol, laat me in een keurslijf duwen, doe zoals men verwacht dat ik doe. Alles om maar als vrouw door te kunnen gaan. Die rol en gedragingen zijn toch echt goeddeels gebaseerd op de patriarchale maatschappij: een wereld waarin mannen de leiding hebben, beter verdienen dan vrouwen en meer privileges hebben. Door die maatschappelijke vrouwelijke rol aan te nemen bevestig ik juist die ongelijkheid waar het feminisme tegen strijdt. Al sinds de Suffragettes streden om kiesrecht en sinds Aletta Jacobs zich inschreef bij de medische faculteit van de universtiteit in Groningen.

Gelijk, niet hetzelfde

Je zou kunnen stellend dat ik als transgender tegen de stroom van de feministische golven inzwem, en terug ga in de tijd. Daar denk ik dan anders over. Ik geloof dat vrouwen en mannen elkaars gelijken zijn. Maar gelijk betekent niet hetzelfde. Ik zei al dat ik gender zie als een spectrum, waar mannelijk en vrouwelijk de uitersten in zijn. Op die lijn moet iedereen voor zichzelf bepalen waar hij/zij zich het beste thuis voelt.

Want mannen en vrouwen zijn verschillend. Dan heb ik het nog niet eens over de organen die de natuur ons meegegeven heeft om ons voort te planten. Ik voel bijvoorbeeld een duidelijk verschil in aantrekkingskracht tussen mannen en vrouwen. Vrouwen kan ik me op een romantische manier tot aangetrokken voelen, met mannen heb ik dat niet. Voor dat onderscheid in geaardheid is er ook een onderscheid in genders nodig. Net als transgenders de uitzondering zijn die de cis-regel bevestigen zijn biseksuelen de uitzondering die de regel van enkelvoudige geaardheid bevestigen. Al zijn er verhoudingsgewijs heel wat meer biseksuelen dan transgenders. Volgens de Rutgers-Nissogroep identificeert zo’n 3,3% van bevolking zich als biseksueel. Het percentage transgenders (in een hele ruime definitie) wordt door het Sociaal Cultureel Planbureau in het rapport Worden wie je bent op 1,6% van de bevolking geschat.

Dat mannen en vrouwen van elkaar verschillen, en men zich duidelijk een bepaald gender kan voelen. Dat betekent niet dat ze ongelijkwaardig zijn. Zolang “… als een meisje” nog een negatief waardeoordeel is, is feminisme nodig in deze wereld. Always heeft met een van haar #LikeAGirl campagne de vinger op de zere plek gelegd en het mooi geïllustreerd in een commercial: 

Maar er gloort hoop aan de horizon. Her en der ontstaan er initiatieven, vanuit invloedrijke hoek om kinderen te leren dat jongens en meisjes gelijkwaardig zijn. Speelgoedwinkels maken folders waar jongetjes worden afgebeeld met speelgoedstofzuigers en meisjes poseren met een arsenaal aan Nerfguns.

Lego bracht deze zomer een set met Lego70vrouwelijke wetenschappers uit, en Mattel heeft nu een “Ik kan ook een computer engineer zijn Barbie. op de de markt gebracht. Dat lijkt mooier dan het is. De vrouwelijke wetenschappers van Lego waren binnen een dag uitverkocht, en het Deense bedrijf is vooralsnog niet van plan om er meer te produceren. Voorlopig richt het blokjesbedrijf zich vooral op het uitbrengen van roze lege speciaal voor meisjes. In schril contrast met hun denkbeelden uit vroeger tijden. Zoals dit briefje aan ouders van Lego in de jaren ’70 mededeeld: sommige jongens willen een poppenhuis, sommige meisjes een ruimteschip. Het enige wat ouders hoeven doen is hun kinderen het gereedschap aanreiken waarmee kinderen zelf hun fantasieën kunnen uitleven.

Computer engineer Barbie dan? Helaas, Barbie kan nog steeds niet programmeren, alleen maar ontwerpen. Voor het échte programmeerwerk heeft ze hulp van mannen nodig. Technische dingen, dat is volgens Mattel nog steeds mannenwerk. Vanuit feministische hoek is dit standpunt al op de hak genomen op internet en het boekje zo aangepast dat Barbie geen mannen meer nodig heeft.

Her en der worden dus voorizchtige beginnetjes gemaakt om kinderen van jongs af aan bij te brengen dat mannen en vrouwen elkaars gelijken zijn. Beter gezegd: om ze het vooral niet af te leren dat die gelijkwaardigheid er is. Want de minderwaardigheid van vrouwen wordt vooral veroorzaakt door opvoeding. Opvoeding gebasseerd op oude maatschappelijke, sociale en religieuze ideeën. Een collega zei ooit tegen me dat iets doen omdat “we het al heel lang zo doen” de slechtste reden is om iets te blijven doen. Stilstand is achteruitgang.

Ik ben Daniëlle, ik ben Fading Gender, ik ben vrouw, ik ben transgender en ik ben feminist.

Toiletten voor iedereen

10 november 2014 – Toiletten op school moeten er voor iedereen zijn, ook voor transgenders. Dat is het statement van de nationale wc-actie van COC’s Gay-Straight Alliance Netwerk (GSA) en Transgender Netwerk Nederland (TNN) op 12 november. Leerlingen op 100 middelbare scholen voeren die dag actie voor genderneutrale wc’s. Ook vragen ze hun schoolleiding om de school transvriendelijker te maken.

Lees het hele artikel over de actie op de site van het COC: Woensdag WC-actie op school: toiltetten voor iedereen.

Het COC en TNN zetten zich, samen met middelbare scholieren in voor genderneutrale toiletten op middelbare scholen. Waarom dat nodig is heeft Southpark een paar weken terug laten zien in The Cissy. Ik schreef daar toen ook al over. Op school wordt er in de serie een speciaal transgendertoilet ingevoerd. Dat één speciaal transgendertoilet niet werkt, kwam in de aflevering ook al naar voren. Uiteindelijk is de moraal van de aflevering dat men naar het toilet moet kunnen gaan waar men zich het meest mee identificeert. Voor degenen die daar niet mee om kunnen gaan is er het speciale cissy toilet over.

Als ik zo de reacties onder de nieuwsberichten hierover lees denkt men blijkbaar toch dat er wc’s moeten komen speciaal voor transgenders, die ook alleen door transgenders gebruikt mogen worden. Dat werkt niet, en dat is ook niet de insteek van het COC. Zij streven een andere verdeling na: een derde voor mannen, een derde voor vrouwen en een derde neutraal: door iedereen te gebruiken, niet alleen door transgenders. Of op zijn minst meer dan één genderneutraal toilet en dat dan ook een toilet is dat voor iedereen toegankelijk is. Dat voor iedereen toegankelijk, dat is een belangrijke: als je een speciaal transgendertoilet zou invoeren creëer je een uitzonderingspositie, waardoor transgenders alleen maar méér in de kijker lopen, in plaats van minder.

Naar mijn idee zijn gescheiden toiletten behoorlijk achterhaald. Uiteraard, ik heb een behoorlijke bias daarin. Ik heb me vaak genoeg onzeker gevoeld over welk toilet ik nu het beste kon kiezen. Niet op school, wel in alle andere openbare gelegenheden. Dat gaat gelukkig nu wel een stuk beter en ik hoef niet meer te vertrouwen op mijn grote blaas. Waarom ik gescheiden toiletten achterhaald vind: plassen doe ik toch in een hokje, mijn handen wassen kan ik met willekeurig welk persoon naast me.

Die gescheiden toiletten kosten ook een hoop ruimte. Ik heb een achtergrond in de horeca, een bedrijfstak waar volledig gescheiden toiletten verplicht zijn. Horecabedrijven komen hier zelfs door in de problemen als ze door ruimtetekort één wasgelegenheid hebben die de heren en dames moeten delen. Zo’n ruimtebesparing kost je als horecaondernemer je vergunning. Dat zijn dure vierkante meters rondom een wastafel, die zeker in kleine horecabedrijven beter gebruikt kan worden. Ik heb me dan ook altijd verbaasd over die strikte gescheiden toilet-eis.

genderneutralTen slotte, en dan kom ik weer terug op de insteek van de actie, iedereen heeft het recht om veilig en comfortabel naar de wc te kunnen. Zonder angst om weggejaagd , uitgelachen of nagewezen te worden. En al helemaal zonder bang te hoeven zijn voor verbaal en zelfs fysiek geweld. De introductie van genderneutrale toiletgroepen is daar een prima middel voor. Zo hoeft iemand die het niet wil, of niet kan ook niet te kiezen voor wat het juiste deurtje is.