Latest Posts

Callcenterblues

Update: NRC heeft op nette wijze inhoudelijk gereageerd op dit voorval. Onderaan lees je daar meer over.

De nrc.next heeft nu een nieuw abonnement, met een Iphone 6+ en een bijpassende speciaal op dat toestel afgestemde editie van de krant. Dat willen ze natuurlijk aan de man (m/v/o) brengen, en wie bel je dan: juist zij die eerder een abonnement hebben gehad. Bij het callcenter kunnen ze niet ruiken dat ik een verstokte Google fangirl ben en eerder op Windows Phone overstap dan op iOS. Na een paar mislukte pogingen (als je mij wilt berijken is een e-mail of IM toch echt het snelst) nam ik eindelijk mijn telefoon op. Dat gesprek ging ongeveer zo:

“Spreek ik met de heer D.F. Gender?”
“Nee.”
“Is meneer D.F. Gender bij u bekend?”
“Ja.”
“Leeft meneer D.F. Gender nog?”
“Leven is een groot woord.”
“Bent *u* meneer D.F. Gender?”
“Ik ben *mevrouw* D.F. Gender.”
“Tuut, tuut, tuut, tuut…”

Hij hing zomaar op, zonder het gesprek af te sluiten of zich te verontschuldigen was de verbinding verbroken. Vind ik nogal een lompe reactie van callcentermedewerker. Ik kan niet helpen dat hij alleen maar gesloten vragen stelt. Bij mijn communicatietrainingen leerde ik het al: gesloten vragen resulteren in gesloten antwoorden. Natuurlijk wel reuze handig als je een vooraf opgesteld script of stroomdiagram moet volgen. Dan zijn open vragen ineens heel moeilijk en lastig. Als je een antwoord krijgt dat niet in je script past moet je na gaan denken. Blijkbaar was dat té moeilijk en brak bij de callcenter medewerker in kwestie dusdanige paniek uit dat hij iets deed dat hij als het goed is geleerd heeft nooit te mogen doen: ophangen.

Dat je dan niet weet hoe te reageren vind ik niet zo erg. Ik maak dat wel vaker mee, die onzekerheid bij gesprekspartners. Je hoort de aarzeling in hun stem of de nerveuze blik in hun ogen. Maar meestal proberen ze er een beetje omheen te praten of laten een ongemakkelijke stilte vallen. Ik ben inmiddels zeer bedreven om mensen in die situaties op hun gemak te stellen. Openheid en er zelf relaxed mee omgaan helpen daar goed bij. Nu geef ik toe dat ik in dit geval ook niet op mijn liefst ben geweest. Maar die callcentermedewerker had zich op zijn minst kunnen verontschuldigen of het gesprek afsluiten.

Het voorval leverde op mijn Facebook al het nodige gegrinnik op van vrienden en collega’s. Normaal gesproken moet je best moeite doen om van telemarketeers af te komen en zelf ophangen doen ze helemaal zelden. Na van het voorval gewag te maken op twitter (en wat retweets en bijval) kreeg ik vanmiddag een soort van verontschuldiging namens de nrc.next redactie.

 

Update 7 november:
De klantenservice van NRC heeft ook gereageerd op mijn tweets:

Hierop volgde een vriendelijk en sympahtiek e-mailtje in mijn inbox. In dat mailtje krijg ik een net excuus aangeboden. Daarbij nog een gratis weekje krant, op papier of op mijn telefoon. Want een Android app hebben ze ook bij de nrc.next.

De excuses zijn aanvaard. Nu bedenken of mijn weekje duiding en achtergronden digitaal of op papier wens te ontvangen.

Brilvolutie

Na 3,5 jaar was het wel weer eens tijd voor een nieuw referentiekader. Mijn laatste brillen heb ik uitgezocht voor ik daadwerkelijk aan mijn transitie begon. In de tussentijd heb ik wel een paar keer mijn glazen laten vervangen maar niet mijn montuur gewisseld. Onder het mom van te druk/geen zin/geen tijd. Sowieso heb ik met een bril uitzoeken liefst iemand mee die mij en mijn stijl een beetje kent. Die opticientypes vinden bijna alles leuk staan. Aan samen met iemand moeten plannen om een bril uit te gaan zoeken had ik altijd een goede uitstel smoes. Tussendoor heb ik enkel de glazen laten vervangen door andere sterkte.

Ik heb ze eens op een rijtje gelegd: mijn brillen van de afgelopen vijf of zes jaar. Van het behoorlijk strakke en mannelijke halve montuur met aluminium pootjes van Mexx, de bril waarmee ik zo’n 5 jaar geleden voor het eerst het VUmc binnenstapte. Ik herinner me nog de aantekeningen die de psycholoog bij mijn intake destijds maakte, er stond iets mij als ‘mannelijke bril’ – Mijn vaardigheden om ondersteboven handschrift te kunnen lezen is sindsdien alleen maar beter geworden. – Daarna kwamen de twee middelste, een frivole Elizabeth Arden en een tweede brilletje uit de budgetcollectie ‘voor erbij’. Uitgezocht toen ik bezig was met mijn diagnose. Met de uitroep van de verkoopster: “Die zijn wel uit de damescollectie hoor!”

Brilvolutie

Brilvolutie

Al snel werd dat tweede brilletje mijn standaard montuur, behalve ik en mijn toenmalige partner vond niemand dat montuur met opengewerkt bladmotief echt mooi. Te tuttig hoorde ik vaak, waardoor ik dus terugviel op de bril die ik er eigenlijk voor erbij had: mijn censuurbalkje. Op zo’n beetje alles foto’s die heb met die bril op kijk ik tegen het montuur, of overheen. Als ik mijn haar nu nog in een knot zou doen zou ik zo door kunnen voor een strenge schooljuf kijk maar. Zo schuin over mijn bril heen kijken was mijn blue steel, kijk maar:

Blue steel

Blue steel

Tijd voor wat nieuws dus. Mijn moeder heeft ook al een paar keer gehint dat bij mijn transitie ook echt wel een nieuwe bril hoorde. De foto meest links hier boven is al van ruim twee jaar terug, de meest rechtse van een paar weken geleden. Is gelijk te zien hoeveel mijn haar in die tijd gegroeid is. Ze had gelijk ook, in de afgelopen jaren is mijn uiterlijk behoorlijk veranderd. Net als mijn kledingstijl, ik ben ineens kleuren gaan dragen bijvoorbeeld, in plaats van de grauwe en onopvallend muis uit te hangen. Alles werd anders, behalve mijn bril. Dat kadertje rond mijn ogen bleef maar hetzelfde

Het was een van de eerste monturen die ik op had en het beviel mij, en mijn shopgezelschap al snel. Nadat ik het montuur opzij had laten leggen nog even verder gekeken bij andere opticiens, maar dit bleef toch mijn favoriet. Die smartphones zijn toch verdraaid handig met dit soort dingen, want je kan zo heel snel en makkelijk monturen vergelijken. Ik moet nu wel gaan werken aan mijn magnum, want blue steel kan echt niet meer.

wpid-wp-1414436882909.jpeg

 

Southpark

Voor de liefhebbers van Southpark: There be spoilers ahead! Je bent gewaarschuwd!

Ik zag net de meest recente aflevering van Southpark: The Cissy (seizoen 18, episode 3). De aflevering waar vooral over gepraat wordt omdat er wordt geopenbaard dat singer-songwriter Lorde niet een 17-jarig Nieuw-Zeelands meisje, maar eigenlijk Randy Marsh, een 45-jarige mannelijke geoloog uit Colorado is. De aflevering heeft een bijzondere rode draad: genderdsyforie en een trans-positive boodschap.

In het verleden hebben Matt Stone en Trey Parker, de makers van Southpark, op een nogal respectloze wijze transseksuelen op de hak genomen. Ik bedoel hiermee de afleveringen waar Mr. Garrison verklaarde transseksueel te zijn en veranderde in Mrs. Garrison. Alle vooroordelen passeerden de revu en alle smakeloze grappen die je over transseksualiteit die je kan maken zijn in die periode wel gemaakt. Maar goed, Southpark heeft nooit bekend gestaan om politiek correcte humor. De serie is best als maatschappijkritisch te omschrijven en er komen regelmatig taboe-onderwerpen langs. Toch vond ik dat ze met het thema transseksualiteit ze de plank behoorlijk missloegen. Tot ik vandaag The Cissy zag.

Onder de dekmantel transginger te zijn krijgt Eric Cartman het voor elkaar om een privétoilet te krijgen in school Iets wat vooral een hele egoïstische daad is, precies passend bij het karakter van Cartman. Iets soortgelijks deed Randy Marsh om toegang te krijgen tot de damestoiletten op zijn kantoor. Hij creëerde het alter-ego Lorde, dat en passant ook nog een succesvolle zangeres werd.

De discussie die hierdoor ontstaat spiegelt die in de maatschappij. Door conservatieven en in bepaalde feministische kringen is toegang tot toiletten en kleedkamers iets wat wordt ingezet tégen transgenders. Transgenders worden dan neergezet als aanranders en verkrachters, die gebruikmaken van privileges om dichtbij hun potentiële slachtoffers te komen. In Southpark is de motivatie van Eric en Randy toegang tot rustigere, schonere en prettigere toiletten.

Uiteindelijk bevat de aflevering een trans-positieve moraal. Niet eens zo verborgen onder flauwe grappen, maar in plain sight. Je kan de aflevering online bekijken via: Comedy Central – Southpark.nl. Even doorbijten voor de reclames. Oh en je moet natuurlijk wel tegen de banale humor in de serie kunnen, je bent gewaarschuwd!

Transginger

Wendyl Testaburger & Erica Cartman

Screw you guys…. I’m going home!

Zes maanden verder

Het is nu zes maanden sinds mijn fameuze onder invloed van de nodige pijnstillers geschreven blog verscheen. Ofwel zes maanden sinds mijn operatie. Het is alsof ik met mijn lichaam een pas verliefd stel ben, want ik houd het echt tot op de maand nauwkeurig bij hoe lang we al samen zijn. Zes maanden inmiddels en ik vind het een mooi moment om terug te blikken.

Eindelijk voel ik me weer normaal, dat heeft lang geduurd. Ik heb zeker drie maanden dagelijks aan de pijnstillers gezeten en ook daarna nog regelmatig hulp nodig gehad om de pijn te onderdrukken. Die pijn heb ik echt heel erg onderschat en in die zin is het me enorm tegen gevallen. Inmiddels kan ik alweer een tijdje zonder. De pijnscheuten die ik nog zo af en toe heb zijn hevig, maar duren slechts kort. Kwestie van blijven ademen om er doorheen te komen. Maar die eerste weken? De massa van een handvol neerkomende fotonen deed al pijn. Op sommige momenten had weinig hoop dat het ooit nog goed zou komen.

Wat ik enorm heb leren waarderen is mijn bewegingsvrijheid. Het kunnen gebruiken van je buikspieren wordt ernstig ondergewaardeerd. Wat was ik blij toen ik weer normaal overeind kon komen uit bed of een stoel. Of mijn eigen veters weer vast kon maken, ik heb ruim een maand niet bij mijn eigen voeten gekund en ook daarna was het nog lang met een boel kunst en vliegwerk dat ik mijn schoenen aan kreeg.

Na vier maanden durfde ik het eindelijk weer aan om te fietsen. Voorzichtig opgestapt om het te proberen. Het was nog enigszins pijnlijk, maar het ging: even de straat op en neer. De volgende dag het stuk naar mijn werk gefietst, voorzichtig en niet te snel. Gelukkig stond er die weken weinig wind, want over mijn stuur heen buigen zat er niet in.

Dat verblijf in het ziekenhuis heeft best een heftige uitwerking op me gehad. Het viel me op toen ik vorige week langs Zij houden Nederland in leven zapte. Het is een tv-programma waarin telkens 24 uur diverse takken van gezondheidszorg worden gefilmd. Ik kreeg er de kriebels van, waar ik vroeger prima chirurgen-tv kon kijken tijdens het eten, vond ik het nu minder prettig. Ik moest gelijk terug denken aan mijn eigen verblijf in het ziekenhuis. Daar zijn een paar dingen mij van bij gebleven.

Zoals de vraag of ik gereanimeerd wilde worden bij een hartstilstand. Op die vraag had ik nier gerekend. Daar had ik ook niet over nagedacht vooraf, ondanks mijn angst voor de narcose en de dood.

De uitslaapkamer zal ik me ook altijd blijven herinneren. Dat waren veruit de vervelendste uren van het hele gebeuren. Ook al was één van mijn eerste gedachten ‘Yay! ik leef nog!’ en was ik daar heel blij om. Ik had heel veel pijn, genoeg om twee spuiten met morfine te krijgen en langer te moeten blijven dan gebruikelijk. Ik was daar alleen en had niets persoonlijks bij me. Zelfs mijn bril moest ik de verpleegafdeling achterlaten. Dat zijn een paar uren die ik niet nog eens mee wil maken. Toen ik eindelijk terug mocht naar de verpleegafdeling was ik heel erg blij om mijn ouders en de dierbare vrienden die daar op me wachten weer te zien. Ondanks dat niet bepaald helder van geest was, ik was opgelucht en voelde me veilig. Iets wat op de uitslaapkamer niet zo was, daar voelde ik me vooral eenzaam en bang.

Dat ik met het afsterven van een stuk huid een deel van mijzelf verloor is ook in mijn geheugen gegrift. Dat is echt een zeer heftige ervaring geweest. Ik weet ook nog goed dat er vlak na het moment dat het goed en wel tot me doordrong er werd aangebeld. Ik was toen alleen thuis en deed toch maar de deur open. Het bleek een bezorger met een gigantische bos bloemen, gestuurd door mijn werkgever. Dat was een groot contrast van emoties.

Men vraagt me regelmatig hoe ik me nu voel. Een begrijpelijke vraag, maar toch vind ik hem raar. Want ik voel me niet anders dan voor de operatie. Ja, ik voel me onnoemelijk veel fijner in mijn lichaam dan ervoor. Maar ik ben nog steeds gewoon mijzelf, aan mijn persoonlijkheid is veranderd gedaan door de chirurg. Het is niet zo dat ik me ineens veel vrouwelijker voel dan een half jaar geleden.

Net als de vraag of ik nu ‘klaar’ ben. Mijn eerste antwoord is dan een tegenvraag: ben je ooit klaar als mens? Als persoon blijf je jezelf ontwikkelen, dat stopt niet op een gegeven moment. Ik ben van mening dat je persoonlijkheid wordt gemaakt door alles wat je tijdens je leven meemaakt, dat gaat gewoon door. In dat opzicht ben ik niet klaar, en dat zal ik nooit zijn ook.

Als je naar de lichamelijke dingen kijkt, dan is de vraag of ik ‘klaar’ ben minder makkelijk te beantwoorden. Ik heb een paar weken terug nog een sessie bij de huidtherpeut gehad. Mogelijk was dat een van de laatste keren, de allerlaatste keer zal het niet zijn vermoed ik zo. Ook heb ik nog zeker één nacontrole bij de chirurg op het programma staan. Mogelijk dat er nog een kleine corrigerende ingreep gedaan moet worden en wellicht ook niet.

Een ding waar ik de laatste tijd veel over nadenk is een andere secundaire ingreep: een borstvergroting. Niet dat ik bekend wil staan als Daniëlle Dubbel D, zoals een collega ooit grapte. Ik zou wel blij zijn als ze wat groter zouden zijn. Ik heb nu net aan een cup AAA en dat vind ik écht te klein. Echter weet ik nog gewoon veruit te weinig over de mogelijkheden, voordelen en nadelen van een dergelijke ingreep. In elk geval wil ik het ook eerst nog voorleggen aan de endocrinoloog wellicht dat er met aanpassing van de hormonen nog wat meer groei te bereiken is.

Voorlopig heb ik nog zat om mezelf mee bezig te houden. Nu mijn energiepeil weer eindelijk een beetje is zoals voor de operatie kan ik weer wat dingen doen anders dan een eat-sleep-work-repeat. Helemaal de oude ben ik wat dat betreft nog niet – Sowieso, als ik weer helemaal de oude zou zijn dan was alles behoorlijk zinloos geweest. – dus ik moet nog goed letten op wat ik doe, mijn energiebudget is nog steeds beperkt.

Eén ding in mijn persoonlijkheid is wel veranderd: ik heb in mijn hoofd weer ruimte gekregen voor andere dingen. Er borrelen weer creatieve ideetjes op. Ik kan weer verder met mijn leven, op bepaalde vlakken voelt het alsof dat stil gelegen heeft de afgelopen jaren. Dat ben ik nu weer aan het oppakken. In die zin ben ik wel een ander mens geworden. Meer de oude, vroeger was ik ook altijd aan het fröbelen.

#WhatTransLooksLike

The Huffington Post, een liberaal-progressieve nieuwssite, is een intiatief gestart om transpersonen zichtbaarder te maken. Niet alleen in Nederland is er in de media meer aandacht voor transgenders in de media. Ook in de VS staat het onderwerp het afgelopen jaar in de kijkers. Bijvoorbeeld Laverne Cox, de actrice bekend van Orange is the New Black, sierde in Juni van dit jaar de cover van Time Magazine.

Om meer aandacht te krijgen voor transgenderissues en vooral om te laten zien dat transgenders toch vooral hele gewone alledaagse mensen zijn riep The Huffington Post op om vooral foto’s te tweeten met de hashtag: #whattranslookslike. Op de site van de Huffington Post  is een selectie uit de foto’s te vinden. Op twitter vind je nog meer foto’s, want de hashtag is nog steeds populair en de actie krijgt nog steeds aandacht.

Mijn eigen bijdrage:

Wijzigingen doorgeven

Twee weken terug in mijn brievenbus post van de gemeente waar ik woon, gericht aan Mevrouw D. Fading Gender. Dat is het eerste officiële poststuk dat mijn nieuwe naam en geslacht vermeld. Het was een brief met uitleg dat de gemeente mijn gegevens in de BRP (Basis Registratie Personen, de opvolger van de GBA) zijn gewijzigd. Als gevolg daarvan is mijn identiteitskaart ongeldig verklaard, de gegevens erop komen immers niet meer overeen met de overheidsadministratie. Ik kreeg vier weken om een nieuwe aan te vragen en dat heb ik vandaag gedaan.

Hoe leuk ik het vond om aan aangifte te doen zo vervelend vond ik het om een nieuw identiteitsbewijs aan te vragen. Door die strenge regels moet je tegenwoordig chagrijnig kijkend in je paspoort. Zelfs mijn bril moest af, want de glazen reflecteerden te sterk. Ik heb me er maar bij neergelegd dat ik de komende 10 jaar stom op mijn identiteitsbewijs sta. Gelukkig lijk ik totaal niet op die foto, dus dat scheelt.

Nu een nieuw identeitsbewijs in de maak is, kan ik verder om overal mijn gegevens te laten aanpassen. Ik heb een lijstje gemaakt:

  • Identiteitskaart
  • Werkgever
  • OV-Chipkaart + NS Abonnement
  • Bank
  • Diploma’s van middelbare school en MBO en HBO opleidingen
  • Verzekering
  • Hypotheekverstrekker
  • Vereniging van Eigenaren
  • Diverse nutsbedrijven
  • Telefoonmaatschappijen

Mijn zwem- en veterstrikdiploma’s laat ik wel voor wat het is. De komende tijd heb ik de nodige administratie bij te werken. Bij mijn werkgever is het nodige al aangepast en alle overheidsdiensten volgen eenvoudigweg de BRP. Mijn bank heeft geslachtswijziging gewoon in een standaard onlineformulier verwerkt, dat is ook zo gepiept.

Mijn eerste uitdaging is een nieuwe persoonlijke OV-Chipkaart aanvragen bij de NS. Het is namelijk niet mogelijk om ’s lands grootste railvervoerder een e-mail te sturen. Je kan ze alleen maar bereiken via een chatrobot op hun website die al moeite heeft met de meest simpele vragen of via social media, een gewoon e-mailadres hebben ze niet. Er zat niets anders op dan maar mijn vulpen en briefpapier erbij te pakken en ouderwetsch een brief te schrijven. Waarvan akte:

wpid-wp-1408037969547.jpeg

Het ideële overwint

Het heeft even geduurd, maar sinds vandaag is het officieel. Bijna vijf jaar nadat ik voor het eerst contact opnam met het Genderteam zat ik vandaag bij de burgerlijke stand van de gemeente waar mijn vader dertig jaar geleden ook was om aangifte te doen van mijn geboorte. Mijn voornamen en geslacht zijn aangepast op mijn geboorte akte.

De ambtenaar was vooraf al in het archief gedoken om daar een groot in zwart leer gebonden boek te halen. Het lag klaar toen ik binnenkwam: Geboorten deel 1. Het boek bevatte mijn originele geboorteakte. Het heeft toch wel wat om dat zo te zien. De manier waarop dat vroeger ging is toch anders dan nu. Een gedrukt formulier waar de velden zijn ingevuld met typemachine. Met van die karakteristieke ronde schreefletters. Dat imperfecte in de uitlijning op de regel, de variatie in hoe zwart de letters zijn. Karakter die de moderne laserprinters toch niet hebben.

De wijziging zelf had niet veel om het lijf, een paar muisklikken, wat letters intikken in de velden voor mijn voornamen, nog wat muisklikken en het was gedaan. Op officieel aktepapier kreeg ik een netjes geprinte versie van het Aangifteformulier wijziging geslacht en voornamen. Alle ingevulde informatie netjes uitgelijnd en overal in even zwart en hetzelfde lettertype. Enkel de met de hand gezette stempel met het gemeentewapen doet nog terugdenken aan de manier waarop mijn mijn geboorteakte zelf ooit opgesteld is.

Ik heb nog wat gepraat met de ambtenaar, die het duidelijk leuk vond om mijn aangifte op te nemen en de wijzigingen door te voeren. Ik nam felicitaties in ontvangst en verliet het spreekkamertje. Mijn armen in een veelzeggende juichstand en onderweg naar een goede banketbakker voor koffie en taart om het te vieren. De handeling was kort en eenvoudig. Het gevoel van overwinning is groot. wpid-wp-1405620502326.jpeg

Buiten viel mijn oog op een citaat op de gevel, boven het gemeentewapen: “Ondanks alles strijdt het ideële tegen het materiële.” Het blijkt ooit gesproken door een uitspraak van een groot kunstenaar met wie ik mijn geboorteplaats deel: Piet Mondriaan. Ik vind het wel passen bij wat ik de afgelopen jaren heb doorgemaakt. Mijn transitie is ook een strijd van een idee tegen de materie. Het gender dat ik ervaar kan ik op geen enkele manier objectief meetbaar aantonen. Dit terwijl mijn geboortegeslacht wél aantoonbaar is. In deze strijd heeft het idee gewonnen van de materie.

wpid-wp-1405620506938.jpeg

De wijzigingen zijn nu officieel en de staat erkent nu mijn nieuwe geslacht. Het zal nog even duren voordat alle documenten zijn aangepast. De gegevens moeten nu worden doorgestuurd naar de gemeente waar ik woon, zodat daar de Basisregistratie Personen (BRP, de opvolger van de GBA) kan worden bijgewerkt en ik een nieuw paspoort kan aanvragen met mijn nieuwe voornamen en geslacht. Daarmee kan ik dan alle inschrijvingen gaan wijzigen en mijn diploma’s laten vernieuwen.

Overschat

Ik heb een heleboel dingen rondom mijn operatie onderschat: de pijn, de vermoeidheid, de lange nasleep. Maar één ding heb ik juist schromelijk overschat: de invloed die het zou hebben op mijn zelfbeeld. Helaas, mijn zelfbeeld is nog steeds niet positief en Scumbag Brain is niet door de chirurg verwijderd. Met hem zit ik nog steeds opgescheept en juist nu lijkt hij harder zijn best te doen de rotzak uit te hangen dan ooit.

Scumbag Brain is net als voetschimmel, je komt er maar niet vanaf. Steeds als je denkt dat je aan de winnende hand bent duikt ie weer op. Scumbag Brain is ook net als die pestkop op school, die niet alleen inhakt op je zwaktes maar ook nog even blijft natrappen als je al op de grond ligt en jezelf niet meer kan verdedigen.

Ik heb het idee dat ik in de waan was dat ik door de operatie ook van Scumbag Brain af zou zijn. Helaas is dat niet zo. Ik heb een boel onzekerheden en nog steeds een negatief zelfbeeld. In zo’n mate dat ik het maar moeilijk vind om complimentjes aan te nemen, laat staan ze te geloven. Het stemmetje van SB fluistert me dan in: “Ze zeggen alleen maar wat je wilt horen, om je beter te doen voelen, niet omdat ze het daadwerkelijk menen.” Ook al weet ik van bepaalde mensen dat ze ook echt menen wat ze zeggen, dan nog overstemd het gefluister de boodschap van buiten. Soms geloof ik ook simpel weg het gefluister en ben ik ervan overtuigd dat ik beter onder de dekens zou blijven.

De laatste weken heeft Scumbag Brain een nieuw trucje gevonden om me te pesten: moodswings. Om die miniemste triggers lopen de de tranen over mijn wangen, terwijl ik een kwartier eerder nog vrolijk was. Die huilbuien zijn dan weer niet van de magnitude dat ik me erna opgelucht voel, nee SB zorgt ervoor dat ze net onder die drempel blijven. Wat uiteindelijk alleen maar oplevert dat ik met een blij masker de schone schijn voor de buitenwereld ophoud.

Momenteel heb ik vakantie en maak ik van de gelegenheid gebruik om het gevecht aan te gaan. Liefst zou ik á la The Red Queen “Off with his head!” gillen. Maar helaas, ik leef niet in wonderland. Evenmin bevindt Scumbag Brain zich in de Seven Kingdoms en kan ik hem niet met een breedzwaard, dolk, wolf of draak te lijf. Mijn gevecht is subtieler dan gezwaai met zwaarden en meer een langdurige oorlog dan een korte knokpartij.

Mijn huidige strategie is vooral richten op de leuke dingen in het leven en genieten van de fijne momenten. Om zo Scumbag Brain gewoon hard in zijn ballen te trappen en mezelf te overtuigen het mogelijk is om van < happy een > happy te maken en het gefluister Scumbag Brain te kunnen overstemmen.

Dat lukt tot nu toe nog niet meer dan redelijk. Mijn idee de operatie als een panacee te zien, wat het duidelijk niet is, heeft ervoor gezorgd dat Scumbag Brain een behoorlijke opmars heeft kunnen maken. Dat terrein moet ik eerst opnieuw terugwinnen voor ik verder kan gaan met mijn persoonlijke veldtocht. Helaas bestaan er in het leven geen save games. Ik heb een wijze les geleerd, op de harde manier.

Aseksualiteit, een interview voor De Morgen

Afgelopen week had ik plots een bericht in mijn inbox, van een Belgische journaliste. Ze schreef een artikel over aseksualiteit en was op mijn blog gestuit. Zo’n anderhalf jaar geleden schreef ik over mijn gebrek aan behoefte aan seks in Aseksualiteit, taart is beter dan seks. Of ik per e-mail wat vragen wilde beantwoorden en zo meewerken aan een artikel. Het resulteerde in het onderstaande artikel, gepubliceerd in De Morgen, een van de grote Vlaamstalige kranten.

wpid-wp-1404039878902.jpeg

De Morgen – 28 juni 2014

De titel vind ik wat sensationeel overkomen, verder vind ik het een uitstekend artikel wat de juiste dingen belicht. En vooral: het op een positieve manier verwoord zonder aseksualiteit te pathologiseren.  Geen behoefte aan seks hebben vind ik nu niet echt een lijdensweg. Het is gewoon zo. Ik vind het niet vervelend, net zoals ik het niet vervelend vind dat ik geen blauwschimmelkaas lust. Er zijn zoveel meer kazen die ik wél graag eet en ook zoveel meer dingen die ik wél graag doe. Seks is er gewoon niet eentje van. Maar, niets zo veranderlijk als de mens, als je mijn blog al wat langer leest dan heb je het me al eerder horen zeggen: ik heb nu geen behoefte aan seks, wie weet dat het ooit nog veranderd. Genderdysforie en een transitie hebben nogal een invloed op je identiteit en hoe je jezelf voelt in je lichaam.

Wanneer seks meer lijdensweg dan lust is: aseksualiteit in kaart – Kim van de Perre

Ze zijn niet hetero-, noch homo-, lesbo- of biseksueel. Voor zowat een op de honderd mensen betekent seks niets. Een orgasme? Louter fysieke spanning loslaten. Aseksualiteit, oftewel het laatste taboe

“Celibatair is niet de juiste omschrijving. Het interesseert me gewoon niet. Ik vind het vooral gedoe.” Telkens Daniëlle (31) het probeert uit te leggen, stoot ze op vragende en verbaasde gezichten. Een jonge, aantrekkelijke vrouw die nooit zin heeft: daar moet wel een soort trauma achter schuilen. Niet dus, zegt ze.

“Als ik seks had, was dat om mijn partner blij te maken, en altijd op haar initiatief. Toen ik vier jaar geleden uit een relatie kwam, merkte ik dat ik het niet miste. Ik hou van romantiek, knuffelen, zoenen en handjes vasthouden. Aan seks heb ik gewoon geen behoefte.”

Geschat wordt dat 1 procent van de bevolking zich niet seksueel aangetrokken voelt tot andere personen, zegt Ellen Van Houdenhove, verbonden aan de KU Leuven en de UGent. “Binnen dat aseksuele spectrum is er wel variatie: je hebt mensen die zichzelf als demi-sexual omschrijven, omdat ze soms toch seksuele aantrekkingskracht ervaren. Of als grey-sexual, wanneer het nog niet helemaal duidelijk is.”

Identiteit
In haar doctoraatsstudie probeerde de seksuologe het nauwelijks onderzochte fenomeen in kaart te brengen. Daarbij stootte ze op een actieve internetgemeenschap. 460 mannen en vrouwen uit Europa, de VS en Zuid-Amerika reageerden op haar oproep naar aseksuelen en hun ervaringen. Ze nam ook diepteinterviews af bij negen Vlaamse en Nederlandse vrouwen. Te weinig mannen waren bereid hun ervaringen te delen. Hun verhalen lijken erg op het relaas van Daniëlle.

De meesten komen openlijk uit voor hun aseksualiteit. Die beschouwen ze als een identiteit of geaardheid, niet als pathologie. Vaak voelen ze zich al van jongs af anders. Sommigen hebben nog nooit seks gehad, anderen al wel, al dan niet met een orgasme tot gevolg. Hun houding schippert tussen desinteresse en regelrechte walging. “Ik voelde niets”, vertelt één vrouw. “Geen emotie, geen sensatie, geen romantische gevoelens. Dat doe ik nooit meer.”

Een gebrek aan seksuele verlangens is niet hetzelfde als niet kunnen klaarkomen, benadrukt Van Houdenhove. De meeste aseksuelen hebben wel ervaring met masturbatie. Al betekent dat voor hen niet meer dan het loslaten van fysieke spanning.

Afkeur en onbegrip
Niet zelden reageert hun omgeving afkeurend of vol onbegrip. Reacties als “dat komt wel in orde als je eens goede seks hebt gehad” zijn legio. In een tijdperk waarin zowat alles over seks bespreekbaar geworden is, lijkt ‘het niet willen doen’ het laatste taboe.

“We leven momenteel in een maatschappij die heel sterk op seks georiënteerd is”, legt Van Houdenhove uit. “Iedereen wordt verondersteld het te hebben. Wie het niet heeft, wordt verondersteld het te willen. In die context is het niet makkelijk om toe te geven dat je totaal geen verlangen hebt.”

Relaties lopen vaak op de klippen. Daarom geven sommige aseksuelen hun partner de vrijheid om af en toe buitenshuis seks te zoeken, of ze maken duidelijke afspraken over seks. “Bij één stel uit mijn onderzoek loopt het zo al achttien jaar goed”, weet Van Houdenhove.

Aseksualiteit wordt beschouwd als een aangeboren geaardheid, stelt ze. Al verklaarde een op de vijf deelnemers aan haar onderzoek ooit wel seksuele aantrekkingskracht te hebben gevoeld. Die groep was vaker het slachtoffer van seksueel misbruik op jongere leeftijd dan zij die nooit behoefte hebben gehad aan seks. “Voer voor verder onderzoek.”

Platonische relatie
Aseksuelen gaan meer en meer op internetfora en sociale media op zoek naar verwante geesten. Vaak ook om een platonische relatie te beginnen. Want er mogen dan ook aromantici zijn, veel aseksuelen worden wel verliefd of hebben nood aan affectie.

Zo ook Daniëlle. “Ik heb nu een platonische relatie met een vrouw”, vertelt ze. “Zonder seks, maar wel intiemer dan een gewone vriendschap. Van een relatie verwacht ik vooral genegenheid: samen dingen doen en plezier hebben.” Ze vermoedt dat ze nooit seks zal willen, al sluit ze het niet uit. “Ik vind het zelf heel prettig om te weten dat er iemand voor mij is. Dat ik niet eenzaam ben.”

 

Frappant: Dit is al de tweede keer dat ik in de Belgische gedrukte media verschijn. Een aantal jaar terug stond ik voor mijn werk al eens in het Franstalige tijdschrift Le Vif.

 

Drie maanden verder

Het is nu drie maanden sinds mijn operatie. Dat ik mijn tijd zo reken, dat geeft wel te denken wat voor allesbepalende factor dat in mijn leven is. Het is inmiddels ook een maand sinds ik voor het laatst heb geblogd en dat heeft alles met elkaar te maken.

Mijn herstel gaat rustig voort, de chirurg had bij de controle een paar weken terug geen bijzondere opmerkingen, de genezing gaat wat haar betreft goed. Ik mag nu ook weer in bad of zwemmen. Niet dat ik helemaal geen bad heb in huis, alleen een douche en het me ook nog steeds ontbreekt aan zwemkleding. Maar als ik zou willen kan het en het voelt fijn om een beperking minder te hebben.

Want andere beperkingen zijn er nog wel. Fietsen heb ik nog steeds niet aangedurfd. Ik denk dat dat één van de laatste grote achievements in het genezingsproces gaat zijn. Voorlopig verplaatst ik me wel te voet. Gewoon zitten kan ik inmiddels wel. Al een paar weken gebruikte ik die vreselijke institutioneel-oranje zitring niet meer. Vorige week is ‘ie definitief terug gegaan naar de medische hulpmiddelenuitleen. Ook in mijn bewegingen zijn nog gelimiteerd. Ik kan mezelf prima redden, maar sommige dingen zijn nog lastig. Vooral tillen is lastig, ik merk direct als ik iets te zwaars probeer op te pakken.

wpid-wp-1403462917898.jpeg

Dag zwembandje, ik ga je niet missen.

Het herstel is me best zwaar gevallen. Drie maanden continue pijn hebben was ik niet op voorbereid, dat heb ik wel onderschat net als de vermoeidheid. Ik heb al eens eerder gezegd dat ik beter om kan gaan met jeuk dan met pijn en daar blijf ik bij. Gelukkig wordt de pijn steeds minder en neem ik nu ook veel minder pijnstillers. Toch heb ik het pas twee dagen helemaal zonder gered. Terwijl de laatste dagen juist weer minder gingen. Het verschilt nog echt van dag tot dag.

Het moe zijn is dan wel vrij contant en voorspelbaar. Ik heb duidelijk flink wat conditie ingeleverd en het genezingsproces gebruikt ook nog het nodige. Ergens heb ik horen zeggen dat één dag bedrust een week conditieopbouw kost. Kan wel kloppen, na dat weekje ziekenhuis heb ik het nog een behoorlijke tijd heel rustig aan gedaan. Gelukkig komt mijn conditie weer langzaam weer terug, al ben ik inmiddels wel een expert in het doen van middagdutjes. Voorlopig zal ik nog wel goed moeten nadenken waar ik mijn energie aan besteed, want het is snel op.