Latest Posts

Vol verwachting…

Terugbellen zijn ze bij het Genderteam niet heel sterk in. Afgelopen vrijdag zou ik gebeld worden om me te informeren van het besluit van het teamoverleg. Of er geen bezwaren zijn van de andere psychologen of artsen die ook mijn dossier met alle gespreksverslagen en uitslagen van testen en bloedonderzoek te zien krijgen. De psycholoog met wie ik dat voortgangsgesprek had zou een positief advies geven in het overleg. Heb ondertussen ook al een dexa-scan (botdichteidsmeting) en een stemonderzoek bij de KNO-arts gehad en een afspraak bij de endocrinoloog voor aanstaande vrijdag op zak.

Toch drukt het op me, ik ben er zelf 99% zeker van dat het advies postief gaat zijn. Er blijft een kleine kans dat een van de psychologen ergens in het dossier een bezwaar vind of een arts een contra-indicatie ziet in mijn bloedwaarden. Dat kan het proces blokkeren, of voor uitstel zorgen. De kans daarop is miniem en feitelijk afwezig, de zekerheid is dat ook: afwezig. Ik vind het slordig dat als er wordt toegezegd dat er gebeld wordt dit dan niet gebeurd. Het gaat hier om grote ingrijpende zaken. Het is niet een bevestiging van een internetabonnement wat je hebt afgesloten. Het is iets wat grote ingrijpende gevolgen heeft voor de rest van mijn leven. Zal niet de eerste keer zijn dat ik zelf maar even achter dit soort dingen aan moet bellen.

Ondertussen ga ik zelf gewoon lekker verder met mijn transitie en mijn lichaam denkt daar ook  zo over. Gisteren wist mijn lijf me even duidelijk te maken dat dameskleding toch echt van dunnere, soepelere stof gemaakt is en berekend op het dragen  meerdere laagjes, vooral op twee specifieke plaatsen. Om het geheel netjes en vooral kuis te houden toch last-minute een hemdje aangetrokken. Als dat een voorbode is van hoe ik ga reageren op het volgende pakket hormonen dan heb ik straks geen klagen, ook al zal ik dan eerder aan bh’s moeten dan verwacht. Merkte ook al op dat ik hoognodig naar de kapper moet, de scheiding in mijn haar klopt niet meer. Ik heb er een gewoonte van gemaakt om die scheiding vanuit één van mijn inhammen te leggen. Dat wordt steeds lastiger, die inhammen beginnen langzaam wat dicht te groeien. Mijn kapsel vergt interventie van een goede kapper. In elk geval: de androcur doet zijn werk, mijn angst voor kaal worden is gesust.

Afremmen

Ik moet even pas op de plaats maken. De afgelopen weken ben ik druk geweest, te druk heeft mijn lichaam me laten weten in niet zo subtiele hints. Hoe graag ik zo snel mogelijk verder wil, het zal even wat rustiger aan gaan voorlopig.

‘Het’ is niet mijn transitie, dat ligt nog op schema. Althans dat hoop ik. Deze week is er weer zo’n berucht genderteamoverleg waarin besloten wordt of ik verder mag met de volgende stap. De psycholoog waarmee ik het voortgangsgesprek had een paar weken terug zou een positief advies geven in het team. Normaal gesproken worden die adviezen gewoon overgenomen door het team en voorzover ik weet zou de internist ook geen bezwaren moeten hebben. Ik ben gezond en in lichamelijk in goede conditie, dus ik ga niet uit dat ze nog wat raars in mijn bloedwaarden vinden. Ik zou daar vrijdag over gebeld moeten worden en de afspraak met de internist om dat recept daadwerkelijk voor te schrijven staat al weken in de agenda. Maar toch ben ik er nerveus over.

‘Het’ is wel mijn verhuizing. Dat kost nogal wat energie zo’n huis inrichten. Afgelopen weken ben ik al mijn vrije dagen in mijn huis bezig geweest. Met nog de nodige bezoeken aan de Ikea en het in elkaar zetten van meubels. Ik verzet veel werk en besteed er veel tijd aan, maar toch heb ik het gevoel dat ik niet genoeg opschiet. Dus zette ik er de turbo op. Dat is teveel gebleken. Ik ben duidelijk vermoeid. Ga vroeg naar bed en voel me niet uitgeslapen. Ik ben kribbig. Kan me moeilijk concentreren.

Toen ik eerder deze week werd herinnerd aan een feestje, dat pas ergens in september gaat zijn. Toen ik even nadacht over hoe ik daar zou komen en of ik gebruik zou willen maken van een overnachtingsmogelijkheid zag ik alleen maar beren op de weg. Stress en paniek viel mij ten deel om iets kleins als een simpel feestje, de tranen stonden in mijn ogen. Dan hebben ook mijn fijne klassieke stressverklikkers hebben ook weer de kop op gestoken: puistjes en eczeem. Oh Joy! alsof ik zit te wachten op jeuk met dit warme weer. Kortom ik ben gewoon moe.

Zo’n transitie vergt best wel wat energie en gooit er nog een extra schepje stress bovenop. Nadenken over dingen waar mensen nooit over na hoeven denken. Voorbereidingen treffen. Bepaalde aspecten van mijn leven omgooien. Veel bezoeken aan het ziekenhuis voor psycholoog, arts en de nodige extra onderzoeken, naar huidtherapeuten en binnenkort ook nog een een logopedist. Ik heb een fulltime baan. Ben aan het verhuizen. Daarnaast poog ik nog een sociaal leven te hebben. Dat kost me alles bij ekaar teveel energie en moet gewoon even afremmen.

Morgen laat ik die verhuizing even voor wat het is en ga ik lekker shoppen, op doktersrecept welteverstaan. De bonnetjes mag ik dan wel niet richting mijn zorgverzekeraar sturen, het schijnt wel belastingaftrekbaar te zijn (dat moet ik nog even goed uitzoeken).

Dé vraag

Het is dé vraag. De ultieme vraag. De vraag die alle andere vragen overbodig maakt. Maar het is niet de vraag of je trek hebt in een drankje.

Afgelopen week was het weer zover, iemand die nog niet van de hoed en de rand wist vroeg naar wat dingen over mijn transitie. Ik heb haar leren kennen ná mijn coming-out en ze vroeg naar wat dingen.  Dan komt toch weer de vraag die iedereen schijnt bezig te houden, of althans alle cis-mensen (cis betekent niet-trans) die ik tegenkom. Het is verreweg de meest gestelde vraag als het om mijn transitie gaat. Of ik me ook “ga laten opereren?” Met opereren doelen ze dan op de geslachtsaanpassende operatie. Ik snap niet zo goed wat nu die grote obsessie is die mensen met mijn genitaliën hebben, ik vraag aan anderen ook niet of hun binnenste schaamlippen ook echt kleiner zijn dan de buitenste of aan mannen of ze links- of rechtsdragend zijn en eventueel besneden. Maar aan transgenders lijkt het normaal om te vragen naar hun geslachtsorganen. Het is een vraag die mij in ieder geval veel gesteld wordt.

Een fragment uit Monthy Phytons Meaning of Life  zette me aan het denken en een theorie doen vormen:

De kersverse moeder vraagt, met haar benen nog in de beugels of haar zojuist geboren kind een jongen of meisje is, waarop de arts antwoord dat het nog een beetje vroeg is om het kind een rol op te dringen.

Dáár zit hem volgens mij de kneep. Voor mij, en heel veel transgenders die ik gesproken heb is het de normaalste zaak van de wereld om gender (hoe ik mij voel) en geslacht (mijn anatomie) als twee totale verschillende dingen te zien. In mijn open brief leg ik dit uit aan de hand van een genderbreadpoppetje.  Over het algemeen ervaren mensen die kampen met enige vorm van genderdysforie de maatschappelijke genderrol, gekoppeld aan het geboortegeslacht, als opgedrongen of opgelegd van buiten af. Ik realiseer mij dat  transgenders de regel bevestigende uitzondering zijn. Welke regel? De regel dat gender en geslacht onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn. Dat je genitaliën niet alleen je rol in de biologische voortplanting bepalen, maar ook je interesses en voorkeuren.

In de moderne westerse maatschappij, althans het liberale en progressieve deel daarvan heeft inmiddels wel door dat voorkeur losstaat van geslacht. Men kan accepteren dat een man liever een relatie heeft met een andere man en een vrouw met een andere vrouw. Het besef dat ook geslacht en gender twee ongerelateerde factoren in iemands persoonlijkheid zijn, dat moet nog doordringen tot het collectieve denkpatroon. Wat ik niet raar vind het concept van een gender is nogal abstract en niet tastbaar.

Ik theoretiseer dus dat men pas de overgang van man naar vrouw of van vrouw naar man kan zien zodra een plastisch chirurg het mes gezet heeft in wat er tussen de benen zit. Alsof dát het begin is van het nieuwe leven. Net zoals de wetgever daar nog zo over denkt, je kan pas je paspoort laten aanpassen nadat je onvruchtbaar gemaakt bent door de dokter. Als je er ook zo over denkt dan kan ik je verbeteren: eventuele operaties aan de primaire geslachtsorganen worden pas ver in het proces uitgevoerd. Eigenlijk is het de afsluiting van het traject. Er zijn genoeg transseksuelen die ervoor kiezen die grote operatie, om uiteenlopende redenen, helemaal niet te ondergaan.

Nog een theorie, die ik hoorde van een andere transgender toen we het hierover hadden. – Ja, wij transen praten over jullie cis-mensen, achter jullie rug om. Eén en al roddel en achterklap, voor het echte wij-zij gevoel. 😛 – Hij kwam met het fysieke op de proppen. Snijden in vlees is makkelijker te bevatten dan vage psychologische begrippen. Het is tastbaar, fysiek en makkelijk van buitenaf zichtbaar. Althans, als ik je zou toelaten om de inhoud ondergoed te bekijken.

Daar komen we op een ander punt:

Afkomstig van www.thegenderbook.com

Veel transgenders vinden dat gevraag naar hun genitaliën not-done. Ikzelf zit er niet zo mee, mits de vraag wordt gesteld uit oprechte interesse. Mij vragen naar dit soort dingen is overigens wel geheel op eigen risico. Ik geef op alles een antwoord, en schrik daar niet in terug om een en ander plastisch of beeldend uit te leggen. Er staat niet voor niets een fotoverslag van mijn bezoek aan het masturbatorium op dit blog te lezen.

Voor mij zou het niet de eerste vraag zijn die ik zou stellen, mijn insteek is anders. Voor mij persoonlijk is het veel belangrijker dat de zaken die voor iedereen zichtbaar zijn veranderen. Wat er ‘daar beneden’ gebeurt is minder belangrijk voor mij. Zeker nu ik door de Androcur simpelweg impotent ben geworden. Dat maakt het een stuk afstandelijker moet ik zeggen. Ik ben me minder bewust van mijn penis dan van mijn kleine teen, het zit aan mijn lichaam vast maar ik ben er nu helemaal niet meer aan gehecht.

Om de vraag te beantwoorden: waarschijnlijk wel. Het is trouwens iets wat pas ergens aan het einde van mijn traject zit, niet aan het begin ergens van. De kers op de appelmoes, het toetje, het puntje op de I. Het moment van grote omslag en mijn nieuwe start ligt in de zeer nabije toekomst. Ik ben al bezig aan de opmaat.

Nu ben ik benieuwd, terugkomend op de inleiding: waarom stellen zovelen nu juist de vraag of  ik me ga laten opereren. Is het die link tussen gender en geslacht die men legt? Is het dat plastische fysieke concept wat makkelijker te begrijpen is? Of heeft die vraag een hele andere drijfveer?

Van gevangenis naar tempel

Laatst voelde ik me schuldig over het feit dat ik vanwege het door willen klussen maar weer langs de snackbar ging voor een snelle hap. Die dag had ik mij eigenlijk voorgenomen fatsoenlijk te gaan koken, omdat ik al zoveel snel en ongezond eten ophad die week. Mijn beklag daarover werd door een vriendin beantwoord met een:  “Straks heb je álle tijd om te koken, je zit nu in een verhuizing.” Daarin moest ik haar gelijk geven, en ik stond niet veel later bij de snackbar op de hoek.

Vroeger zou ik daar heel niet moeilijk over gedaan hebben. Voedsel was brandstof dat lekker moest smaken, om gezond maalde ik niet veel. Zolang ik geen scheurbuik zou krijgen vond ik het wel goed en anders was een potje multivitaminen zo gehaald. Uitgebreid koken deed ik eigenlijk alleen als dat voor anderen was. Ook op andere punten van gezondheid maalde ik niet veel om mijn lijf. Het is een gevangenis, waarom zou daar überhaupt goed voor willen zorgen? Sporten deed ik niet aan, een blauwe maandag nog lid geweest van een sportschool. Ik ben daar nooit veel geweest, het was meer voor mijn ex dan voor mijzelf.

Nu ik op weg ben om lichamelijk mijzelf tot uiting te brengen vind ik mijn gezondheid veel belangrijker. Ik voel me schuldig als ik weinig gezond en gevarieerd eet. Ik heb serieuze plannen om ook het sporten weer op te pakken. Mijn gevangenis moet mijn tempel worden: mens sana in corpore sano zoals Juvenalis ooit dichtte. Die gezonde geest zijn de meningen wat over verdeeld maar dat zal niet lang meer hoeven duren. In de aankomende DSM-V zou genderdysforie niet meer als geestesziekte worden bestempeld. Dan moet dat lijf ook maar gezond, het krijgt door de medicatie die ik gebruik al meer dan genoeg te verduren. Laat ik er dan verder lief voor zijn en me als een goed eigenaresse gedragen.

Ik merk die verschuiving ook op andere vlakken ik ben véél ijdeler dan vroeger. Waar ik voorheen op mijn vrije dag een ouwe versleten slobberbroek en een vormeloos T-shirt aan trok, doe ik nu op mijn vrije dagen veel meer tijd besteden aan mijn voorkomen. Oók als ik nergens heen moet of geen bezoek verwacht. Ik kijk niet meer met afschuw in de spiegel naar mijzelf, zoals dat vroeger was. Ik zie nu mogelijkheden en veranderingen. Mijn lijf is niet meer iets lelijks wat maar zoveel mogelijk verborgen dient.

Schaduwkant is dat ik nu ook wel mijn foutjes meer zie. Met dit warme weer is me al een paar keer gevraagd of ik een badpak of bikini naar het strand of zwembad zou meenemen.  Dit zomerseizoen zal geen van beide zijn. Als ik naar een zwembad ga heb ik helemaal geen badkleding nodig, de laatste jaren zijn de enige zwembaden waar ik in gelegen heb die bij de sauna. In de zon mag ik toch al niet vanwege de laserontharing, alsof ik al zo’n zonaanbidder was met mijn snelle verbranden. Als ik nu dan nadenk om in badkleding ergens moet verschijnen is mijn eerste gedachte: “Dan zien ze mijn zwembandje!” Daar wil ik echt wel vanaf, dat buikje.

Niet dat ik nu keihard ga lijnen. Da’t is niet nodig. Je kan met gemak van een afstandje mijn ribben tellen en mijn heupbot steekt nog steeds uit.. Wel ga ik mijn gewicht in de gaten houden, het is niet abnormaal om van die medicatie flink wat kilo’s aan te komen, soms zelfs dubbele cijfers. Ik vind het al vervelend genoeg dat ik bij merken als Who’s that Girl al naar een maatje XL moet grijpen. Niet vanwege het getalletje of de lettertjes op het label, kleding maten zijn toch een volstrekt arbitrair iets. Het is vooral omdat ik nog wel in de leuke kleding wil blijven passen. Ik heb nu eenmaal wat bredere schouders en borstkas dan de ‘standaardvrouw’ (alsof die bestaat) die wordt gebruikt door de kledingindustrie, dus ik heb al snel wat meer ruimte nodig. Wat dat betreft vind ik het weer niet zo erg dat ik geen grote borsten zal krijgen.

Keuzestress

Ik houd niet van kiezen. Dat ik voor mijn nieuwe woning álle meubels bij de Ikea haal is niet alleen maar omdat het zo handig en goedkoop is: het beperkt de opties. Minder keuzes is minder keuzestress. Dat heb ik in restaurants net zo,  ik houd niet van menukaarten met meer dan drie voor-, hoofd- en nagerechten. Ook omdat ik uit ervaring weet dat een grotere keuze de kwaliteit er meestal niet beter op maakt. Als ik een vers schepijsje wil bestellen val ik meestal terug in de geijkte combinatie: chocolade, citroen en yoghurt zonder slagroom.

Dus ik woon straks fijn in een Ikeashowroom. De vloer, de meubels, de keuken, het bed, het matras, de garderobekasten. Het komt allemaal uit de grote blauwe blokkendoos met gele letters. Jammer dat ze géén verf verkopen, anders had ik die daar óók gekocht. Overigens ben ik nog opvallend weinig van de iconische inbusboutjes tegen gekomen. Het is toch voornamelijk met van die platte ronde schijven die de boel aan elkaar vast klemmen. Die zullen vast een naam hebben, ik ken ze vooral als onderdeelnummer #110630 en #114613.

Die keuzestress heb ik voor de grootste keuze in mijn leven nooit gehad. Wat nog maar eens bevestigt dat het helemaal geen keuze is. Als al niet eens kan kiezen welke smaak ijs ik wil. Zou ik dan zomaar kunnen kiezen om voortaan maar als het andere geslacht door het leven te gaan. Neuh. Zoals ik het al eens eerder schreef is dit helemaal geen keuze en wil ik helemaal niet aan de hormonen en mijn leven op zijn kop zetten en meer van dat al. Toch doe ik dat, om mijn gevoel te volgen. Ik bezie mijn genderdysforie als een lichamelijke afwijking die verholpen kan worden. Vergelijkbaar met polydactylie waar er ook wat overtollige lichaamsdelen zijn.

Door het proces wat mijn leven op zijn kop aan het zetten is doe ik wel tal van bijzondere en zeldzame ervaringen op. Naar veel ben ik gewoonl erg nieuwsgierig, of ik dat glazen plafond op mijn hoofd ga krijgen bijvoorbeeld. Maar het brengt ook weer andere keuzestress met zich mee, angst voor gevolgen groter dan een ijsje dat niet lekker is. Gevolgen die al eerder zijn uitgedraaid op verbaal en zelfs fysiek geweld. Ook al heb ik dat zelf nooit meegemaakt en heb ik tot nu toe eigenlijk alleen positieve reacties gehad. Dus vanuit persoonlijke ervaring heb ik helemaal geen reden om bang te zijn. Toch zijn die angsten er en brengen ze een enorme onzekerheid mee.

Die angsten draaien vooral rondom plaatsen waar ik mijn anatomie niet (makkelijk) kan verbergen, of waar nog erg territoriaal wordt gedaan om het fysiek scheiden van de beide sekses: gescheiden toiletten en kleedkamers.

Al vroeg laatst iemand of ik nog wel naar de sauna zou durven. Daar heb ik niet zoveel moeite mee. Zeker nu het nog makkelijk is en mijn lichaam toch nog redelijk mannelijk eruitziet. Wanneer ik verder ben en dus bijvoorbeeld een andere vetverdeling heb en de borstgroei op gang gekomen is zou ik er zelf ook niet zo mee zitten. In de sauna is iedereen gelijk en vooral naakt. Of je nu mannelijke en vrouwelijke kenmerken op verschillende personen ziet of  samen in één persoon moet niet zoveel uitmaken vind ik. Ik herinner me  nog mijn eerste sauna bezoek, waar ik mij een seconde of drieënhalf lang afvroeg waarom er maar één kleedkamer was…

Daar waar de naaktheid gescheiden is moet ik weer gaan kiezen. Neem ik het deurtje wat past bij mijn biologie, of het deurtje dat past bij mijn psyche. Liefst het laatste natuurlijk, al was het alleen maar vanwege die toffe superhelden cape.

Dan moet ik ineens een keuze gaan maken en gaan nadenken over dingen waar de meeste mensen nimmer ook maar een moment in hun leven bij stil zullen staan. Om die reden vermijd ik openbare toiletten ook zoveel mogelijk. Ook al werd ik laatst door een straatventer aangesproken met “Mevrouw” (ik zou haast om die reden alleen al een abonnement bij ‘m hebben afgenomen). Als dat shirt en die broek uitgaat dan veranderd dat al vrij snel. Dat weerhoudt mij om te gaan sporten. Ik ben niet het type dat met Learn to Run op de ipod gaat hardlopen, ik heb niet eens een ipod. Van zelfdiscipline loop ik niet over en heb gewoon een goede stok achter de deur nodig. In de vorm van groepslessen volgens een vast schema bijvoorbeeld. Als ik dan behalve wat conditie opbouw ook nog wat kan werken aan mijn houding en lenigheid is dat natuurlijk mooi meegenomen. Maar dan kom je weer uit bij sportscholen met kleedkamers, waar je dan moet gaan kiezen. Een collega met wie ik in gesprek was en waar dit in ter sprake kwam pareerde mijn angst: “Dan kies je toch zeker wel de dameskleedkamer!” Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, wat dat betreft heb ik het enorm getroffen met mijn werkkring. Dat nam mijn angst wel deels weg, maar niet helemaal.

Als ik ga sporten, dan zal ik hier nog eens goed over na moeten denken. Deurtje met of zonder cape? Die keuzestress is nog lang niet verdwenen.

Voorwaarts!

De paden op, de lanen in! Ik ben aardig bezig om stappen vooruit te zetten, toevallig in dezelfde week als de Nijmeegse Vierdaagse.

Om te beginnen ben ik na tweeënhalve week vakantie weer aan het werk gegaan. Voortbordurend op het goede nieuws dat ik kreeg van de psycholoog vorige week ben ik ook gewoon zélf mijn nieuwe naam gaan gebruiken als ik de telefoon opneem en om mails te ondertekenen. Beetje onwennig de eerste dag nog, maar het voelt gewoon goed. Dat een aantal collega’s al ook consequent zijn omgeschakeld vind ik heel erg fijn. Ik denk dat daar na mijn vakantie mee beginnen wel een juist moment voor is geweest.

Afgelopen dinsdag heb ik dus dat andere goede nieuws van klinisch logopedist en de KNO-arts gekregen. Ik moet dan nog wel een afspraak gaan maken bij een logopediste in de buurt. Snel doen en in gang zetten. Hoe eerder, hoe beter. Dat ik na, of mischien al vóór, mijn verhuizing terecht kan. Al zal er vast nog wel een vakantie overheen gaan verwacht ik zo en die verhuizing zal ook snel genoeg zijn, mijn huis schiet aardig op.

Ondertussen heb ik mijn geboortekaartjes plan ook in gang gezet. Ik heb een ontwerpster opdracht gegeven wat te ontwerpen. De standaard kaartjes voldoen écht niet voor mijn situatie, buiten dat ik het aanbod van de geboortekaartjeswebsites die ik gezien echt vind ontbreken aan smaak. Wat het dan wel  gaat worden, houd ik nog even voor mij. Het zal vlug genoeg in brievenbussen door het land gaan verschijnen.

Tenslotte vanmorgen nog een sessie bij het lasercentrum gehad. Dat ik me daar twee dagen voor niet mag scheren vind ik altijd maar niks. ook al groeit er steeds minder aan baardhaar. Ik vind het nog altijd teveel en voel me ongemakkelijk met stoppels. Om maar eens goed huis te houden is dat laserapparaat een standje of wat omhoog gegaan. Dat heb ik wel even gevoeld. De lichtpulsen zelf kwamen al flink harder aan en naderhand ook napijn gehad. Ik weet gelijk weer waarom ik geen zonaanbidder ben, het voelt exact hetzelfde als door de zon verbrand zijn. Het gloeit nu nog steeds.

Dit voorwaartse momentum wil ik vasthouden. Het gaat wat snel, maar het voelt goed en ik vind dat je je gevoel moet volgen. Ook als het gaat om behoefte voelen aan wat extra after-sun.

 

 

Zeg eens Aaaaaa

Na een vervelende nacht, of eigenlijk een nacht met nare dromen over enge dokters met nog veel engere instrumenten en vervelende onderzoeken, ben ik vanmiddag naar het ziekenhuis getogen. Zo’n waarschuwing dat het “een erg onprettig onderzoek gaat zijn” doet niet veel goed voor de zenuwen. Ik ben al heel erg lang niet meer zo nerveus geweest voor een doktersbezoek. Zo nerveus dat ik mijzelf onderweg afvroeg of die mascara wel een goed idee was en dan maar waterproof genoeg zou zijn.

Het onderzoek begon bij een klinisch logopediste met een meting van mijn stem. Volume en toonhoogte werd electronisch gemeten terwijl ik een stuk tekst moest voorlezen en ook nog A-tjes  moest ‘zingen’. Van hoog naar laag en laag naar hoog, heel hard en heel zacht. Ik heb de gêne daarvoor maar een beetje opzij gezet. Ik zat in een kamertje, hopelijk enigszins geluiddicht, met twee professionals die dit soort dingen de hele dag moeten aanhoren.

Het eerste nieuws wat ik kreeg was al goed. Mijn gemiddelde toonhoogte is 140 Hz (voor wie dat wat zegt: dat is al 10 Hz hoger dan de gemiddelde mannenstem) en ik heb een stembereik van zo’n 2,5 octaaf. Wat normaal tot ruim is. Nu weet ik zelf dat ik gewoon heel weinig controle heb over mijn stem en ook nagenoeg geen technieken ken om deze te beïnvloeden. De logopediste gaf al aan dat ik het volume naar beneden moest brengen om borstresonantie te voorkomen. Als je harder gaat praten gaan je longen en borstkas als klankkast fungeren en hoe groter die klankkast hoe lager de toon. Vergelijk maar eens een Contrabas, cello en viool. Het zijn in opzet dezelfde instrumenten, maar het formaat van de klankkast bepaald de klank. Bij lagere volumes fungeert juist vooral je keel en mond als klankkast. Ander punt van aandacht is articulatie, daar kan ik ook nog veel op winnen. Vooral als ik het volume naar beneden ga brengen is dat erg belangrijk om goed verstaanbaar te blijven.

Belangrijkste nieuws wat de logopediste me gaf is dat ik ruim voldoende stembereik, nu al, heb om mee aan de slag te kunnen. Er zijn genoeg mogelijkheden om mijn stem te vervrouwelijken. dat stemt hoopvol. Ik heb ook al een adres van een ervaren logopediste op fietsafstand.

Daarna via de wachtkamer ook nog dat andere deel van het onderzoek, dat deel waar ik niet bepaald naar uitkeek, het videolaryngoscopisch onderzoek (hoeveel punten zou dat in Wordfeud opleveren?). Nadat eerst een co-assistent en de arts zelf met het blote oog en mijn keel en neus bekeken hebben  kwam het gevreesde apparaat om de hoek. Die arts kwam aan met een een scoop van zeker vijf-en-twintig centimeter lang aanzetten. Volgens mij zag die arts me nog wel wat bleker om de neus worden dan ik al ben, hij legde gelijk uit dat er aan het einde een spiegeltje zat en dat het geheel hooguit een centimeter of 5 mijn mond in zou gaan om over mijn tong heen te kijken.

Het onprettige deel van het onderzoek viel mee. Ja het was onprettig. Maar lang niet zo erg als de horrorverhalen die ik in mijn hoofd had gehaald en waar ik over had gedroomd. Met een gaasje trok die arts mijn tong nogal stevig naar buiten en die scoop ging horizontaal (gelukkig) tot achter in mijn keel. Ik heb maar een stuk of vier kokhalsneigingen hoeven onderdrukken. Onderwijl nog een paar a-tjes moeten zingen en hè-hè-tjes zuchten, wat best lastig is als je tong in een ijzeren greep naar buiten getrokken wordt.

Maar ook deze uitslag van dit onderzoek was positief. Ik heb hele mooie stembanden, die goed sluiten maar genoeg ruimte overlaten voor luchtstromen. Het niet roken en niet drinken, 3-4 drankjes per maand telt niet, stemde ook gunstig. Ook hier een positief nieuws over de mogelijkheden om aan mijn stem te werken.

Al met al stond ik na een uurtje weer buiten. Mét een verwijsbrief voor de logopedist én keelpijn. Tijd dus om een ijsje te gaan eten, wat ik vlug ben gaan doen. Nu voor het slapen gaan neem ik er ook nog eentje. Die keelpijn is nog niet weg.

IJsbreker

Zoals je twee weken terug hebt kunnen lezen ben ik bezig met het inrichten van mijn nieuwe woning. Nu mijn klusvakantie weer voorbij is en ik weer gewoon aan het werk ben, pak ik ook mijn blogregelmaat weer op.  Het leuke is dat het hele blok net is opgeleverd en ook al mijn nieuwe buren nog druk aan het klussen, schilderen, behangen en inrichten zijn. Gister kwam ik per toeval op het station een van mijn onderburen tegen die me herkende. Het gesprek kwam dus al snel op hoe ver we al waren en hoe we bepaalde dingen hadden aangepakt en meer van dat al. Het gesprek resulteerde in een wederzijdse uitnodiging om bij elkaar te komen kijken.

Mijn nieuwe woning gaan betrekken wil ik doen in mijn nieuwe, ware gedaante. Dat is ook een van de redenen waarom ik er bij de psych vorige week op aangestuurd heb om nu, en niet over drie maanden, pas te beginnen met hormonen en de volgende stap: de RLE. Dat valt dan mooi samen met mijn verhuizing: een nieuw begin. Ook zit ik op mijn werk in de rustige zomerperiode en kan wat eventuele moodswings wat beter hebben dan in de drukke en stressvolle najaarsperiode. Maar wat ik al zei in Hoi, ik ben transseksueel, ik werd vooral in mijn oude kluskloffie toch wel aangezien als de nieuwe buurmán.

Toen ik de onderbuuv dus een rondleiding gaf in mijn verder geheel witte stulpje keek ze wel even op van de roze slaapkamermuur. Dat blijkt een goede ijsbreker te zijn, die muur. Het roept gelijk vragen op waarom iemand zover buiten de genderbinair een kleur voor op de slaapkamer muur kiest. Om een beeld te schetsen hiernaast de emmer die tegen de muur gegaan is. Die roze muur is een prima aanleiding om uit de kast te komen en te verklaren dat de buurman toch de buurvrouw blijk. Gelukkig pakte ze het goed op, dat is altijd spannend natuurlijk.

Morgen vast een extra blogje. Ik mag me bij de KNO-arts melden voor een stemonderzoek. Kijk ik niet heel erg naar uit, maar het is noodzakelijk.

 

 

Bijna roze muisjes

Afgelopen dinsdag een etentje met vrienden. Naderhand hoorde dat een partner van iemand had gevraagd over mij: “Ze ziet eruit als een meisje, kleedt als een meisje, maar klinkt als een jongen.” Die opmerking pak ik positief op. Het blijkt dus dat ik in mijn voorkomen flinke vooruitgang aan het boeken ben. Dat is vandaag ook wel gebleken, daarover later meer. Het bevestigt ook wel wat ik een week of twee geleden schreef in High Heel Tuesday. Niet gevreesd, dit gaat geen negatief klaagblogje worden.

Het was weer eens zover, ik moest me weer melden bij het Genderteam in het VUmc. Ik zit nu zo’n drie maanden in mijn ‘proeffase’ waarin ik testosteronblokkers gebruik. Met mijn vaste psych had ik afgesproken dat ik eerst drie tot zes maanden dat zo zou doen met na de eerste drie maanden een voortgangsgesprek. Dat was dus vandaag. Opgedirkt in een van mijn nieuwe zomerjurken naar het VUmc getogen. Ik heb bewust gekozen voor die met die hysterische in your face rood-groene print. Overigens wel nog met jeans eronder, mijn benen zijn niet alleen lang (en jurken dus automatisch kort) maar ze  zitten ook nog eens vol met butsen, krassen schrammen en blauwe plekken van het klussen.

Het gesprek met de psycholoog was een beetje apart. Vooral omdat ik een andere psych had dan tijdens mijn diagnose, zij is op verlof. Iemand die me dus nauwelijks kent en alleen een beetje mijn dossier heeft kunnen lezen. Of ik even kort kon uitleggen wie ik was en waar ik stond. Min of meer was dat een samenvatting van wat ik de afgelopen maanden heb geblogd: Door die androcur voel ik me echt een stuk beter. Ik zie vooruitgang in mijn proces. Ik kijk niet meer compleet vervuld van afschuw in de spiegel iedere morgen. Ik ben nog lang niet waar ik zijn wil. Tot nu toe brengen die medicatie vooral een ontmannelijking te weeg en nog niet zozeer een vervrouwelijking van mijn lichaam. Ook kwam ter sprake dat ik merk dat openheid gewoon werkt en helpt bij de acceptatie.

Maar het gesprek ging vooral over de toekomst. Dat ik voel dat ik verder kan met de volgende stap. Niet alleen omdat ik dat zelf graag wil. Ook omdat ik signalen krijg uit mijn omgeving, van mijn vrienden, collega’s en zelfs mijn werkgever. Wat dat betreft moet ik zeggen dat ik het erg getroffen heb met mijn werkomgeving. Ik heb nog geen onvertogen woord gehoord en inmiddels staat op zaken als roosters en notulen mijn meisjesnaam. Het geen waar ik nog wel wat tegenop zie is hoe klanten erop reageren, ook al heb ik daar wel vertrouwen in dat het goed komt. Ik ben eigenlijk veel meer nieuwsgierig of dat glazen plafond op mijn hoofd gaat vallen. Of ik inderdaad voor minder technisch wordt aangezien dan vroeger, want vrouw. Ik heb daar diverse voorbeelden van gelezen her en der op het web.

Uiteraard heeft dat gesprek zijn conclusie gehad. De pyscholoog gaat mij bij het eerst volgende team overleg voordragen voor de volgende stap. Dat soort beslissingen worden altijd door het team gezamelijk genomen, niet door een psycholoog individueel. Bij die voordracht geeft hij een positief advies mee. Begin augustus hoor ik dan de beslissing of ik wel of niet verder mag. Maar ondertussen staan er al wat nieuwe afspraken in mijn agenda. Waaronder die met de endocrinoloog, zodat de medicatie voorgeschreven kan worden. De timing komt mij eigenlijk prima uit. Ik heb dan het grootste deel van mijn verhuizing wel achter de rug maar zit op mijn werk nog in de rustige zomer periode vóór de najaarsdrukte. Dat ik nog even kan wennen aan het omver schoppen van  mijn hormoonhuishouding.

Behalve die met de endocrinoloog, heb ik ook een afspraak staan bij de KNO-arts. Gewoon een doorverwijzing geven naar een logopedist doen ze niet. Ik moet eerst langs de KNO voor medisch onderzoek naar mijn strottenhoofd en stembanden. Dat is over twee weken al. Ik ben gewaarschuwd dat het een vrij onprettig onderzoek is. Iets met opmeten van stembanden en camera’s en lampjes die m’n keel in moeten. Toch kijk ik er wel naar uit, dat bezoekje aan de KNO-arts moet de deur open gaan zetten naar logopedie en mogelijkheden om mijn stem beter bij mijn presentatie te laten passen.

Mijn middagje ziekenhuis heb ik afgesloten met een bezoek aan de radiologie afdeling. Om vastgesnoerd aan een tafel mijn botdichtheid te laten meten. Om een goede basiswaarde te hebben voor latere scans. De hormonen kunnen  mijn botdichtheid beïnvloeden en ik moet dus waken voor botontkalking. Vandaar die zogenaamde dexa-scan. Kwam er terloops nog achter dat ik 5 centimeter korter ben dan ik eigenlijk dacht. Gelukkig ben ik geen man, dan zou ik me héél druk kunnen maken over die 5 cm. Tenslotte nog even de vampieren van het lab tevreden moeten stellen met zes buisjes bloed. Ik kan je overigens uit ervaring vertellen dat geprikt worden in een arm waar je spierpijn hebt niet heel erg prettig is.

Dit alles zet mijn leven wel in een versnelling hoger. Ik moet mijn garderobe gaan vernieuwen. Mijn mannelijke werkkleding kan in de ban en ik moet gaan shoppen voor vrouwelijkere werkbare kleding. Ook mijn geboortekaartjesplan moet vaart in komen, dat ik maar iemand moet gaan vragen voor een mooi passend ontwerp. Dit blogje is dus nog geen beschuit met muisjes categorie. Maar die mijlpaal kan nooit ver meer weg zijn.

Hoi, ik ben transseksueel!

Niet verwacht, maar vandaag toch mijn gebruikelijke zondagblogje, ingegeven door de gebeurtenissen van de afgelopen dagen. Ik ben dus druk bezig in mijn nieuwe woning. Dan gebeurt het dus dat je je buren tegen het lijf loopt die ook aan het klussen zijn (complex is afgelopen week opgeleverd).  Gesprekken in het portiek alom, maar vooral: “Ben jij de bovenbuurman?”  Ik houd me dan maar een beetje op de vlakte met voorstellen, de twee keer dat het voorgekomen is. Om me nu voor te stellen met: “Hoi, ja ik ben je bovenbuur. Nu nog man maar straks vrouw.” vind ik ook weer zoiets raars.

Dan loop ik ergens tegen aan dat vast meer mensen met een ingrijpende medische aandoening tegen aanlopen: Dat men je gaat zien als het geen wat je onder de leden hebt. Dan ben je ineens de autist, de kankerpatiënt, de verlamde. – Overigens is er in de franse film Intouchables mooi in beeld gebracht wat het verschil is tussen iemand als mens of als ziekte zien. Aanrader! – Dat klopt niet, ik bén niet mijn genderdysforie, ik héb het. Lijkt een subtiel verschil maar het voelt toch echt anders. Voor mezelf stel ik dat ik éérst mens ben, dan meisje en dan pas ergens iets met een xx chromosoom dat een pootje mist. In die volgorde, niet andersom. Ik wil dus ook niet dat mijn buren me gaan zien als “…je weet wel, die transseksueel die boven woont.”

Tijdens dat klussen draag ik oude kleding, zoveel zelfkennis heb ik wel. Verf komt bij niet alleen op de muren, maar ook op mijn handen, bril gezicht en kleding. Dus oude kleren aan. Wat voor oude kleren heb ik dan? Juist ruimvallende t-shirts en jongensbroeken. Dat helpt natuurlijk ook niet echt om een vrouwelijke identiteit uit te dragen als ik zo nog een emmer latex een trap op sjouw. Maar om bij een vluchtige kennismaking op de trap de transseksueel-bom al gelijk te laten vallen bij mijn nieuwe buren… lijkt mij een beetje overweldigend. Dat laat ik naar mijn idee beter voor een later moment bij een nadere kennismaking.

Overigens heb ik al wel voordelen van de vooroordelen jegens vrouwen ervaren. Mijn loodgieter, die in de familie hoort, kwam spullen afzetten voor mijn badkamer. Toen ik wat zwaars wilde oppakken om naar boven te dragen kreeg ik een “Dat is mannenwerk! Dat doe ik zelf wel.” te horen. Uiteraard als grapje bedoeld. Maar uiteindelijk heb ik dat zware geval niet zelf naar boven hoeven sjouwen. Ik denk dat ik daar wel aan kan wennen, dat Oost-Indisch geëmancipeerd zijn.