Latest Posts

Thuiskomen

Ken je dat gevoel? Dat gevoel van thuiskomen. Dat gevoel dat je na een lange zware werkdag waar maar geen einde aan leek te komen op de bank ploft. Of na een zakenreis eindelijk weer in je eigen bed kan slapen, zonder die snurkende collega als kamergenoot. Dat je weer lekker in je eigen veilige vertrouwde comfortzone bent. Vier weken geleden schreef ik over het thuis komen in mijn appartement. Nu schrijf ik weer daarover. Maar nu is het niet een huis, geen muren en een dak, met een voordeur en balkon. Nu schrijf ik over het thuiskomen in mijn eigen lichaam. Dat ervaar ik nu ook. Mijn lichaam was een huis, maar zoals Dionne Warwick zong: “A house is not a home.” Nu is mijn lichaam niet alleen maar een huis, het is ook een thuis. Fat voelt heel bijzonder.

Het is vandaag precies twee maanden geleden dat ik de operatiekamer ingereden werd en van het ziekenhuisbed overstapte op die operatietafel om door de chirurg toegedekt te worden met verwarmde dekens. Het is ook precies twee maanden geleden dat ik wakker werd met de heftigste pijn die ik in mijn leven heb ervaren. De afgelopen twee maanden reken ik tot de zwaarste uit mijn leven.

Ik de gevolgen van mijn operatie onderschat. De pijn, de vermoeidheid, de ongemakken, maar boven alles het geluk. Ja, ik ben er natuurlijk van uit gegaan dat ik me beter en blijer zou voelen over mijn lijf. Vrolijker ook. Maar ik had niet verwacht dat het zo snel al zó goed zou voelen. In het verleden heb ik operaties vaak de kers op de slagroom genoemd: ‘graag, maar als het niet gaat geen nood’. Sinds ik het telefoontje kreeg met de datum begon het me te dagen dat die operatie meer voor me betekende dan een kers. Nu het achter de rug is merk ik iedere dag weer dat het nog veel meer voor me betekende dan dat ik in de aanloop naar de operatie durfde vermoeden.

Dat het hormonaal nog niet helemaal lekker zit in mijn lijf is wel duidelijk. Sinds de operatie heb ik een behoorlijk vettere huid, meer pukkels, aanmerkelijk donkerder baardgroei en ik heb ook het idee dat haar elders op mijn lichaam aanweziger is. Maar dat laatste is wat lastiger te vergelijken. Ik had wel wat fluctuaties hierin verwacht, maar niet zo heftig als dit.

Niet verwacht dat ik dit ooit zou zeggen, maar ik mis die androcur, met al die prettige bijwerkingen. Al is het nog niet duidelijk hoe tijdelijk of permanent dit alles is. Mijn hormoonspiegels zijn de afgelopen manden nogal op en neer gestuiterd. Ik heb in totaal 8 weken geen oestrogeen gebruikt en ben twee weken voor de operatie gestopt met de testosteronblokkers. Die laatste neem ik nu helemaal niet meer en heeft dat hormoon ruim twee weken vrij spel gehad in mijn lichaam.

Ik heb dit alles drie weken terug (zes weken na de operatie) op tafel gelegd bij de endocrinoloog waar ik was voor een reguliere driemaandelijkse controle. Het een en ander zou nog een gevolg kunnen zijn van het tijdelijk stoppen met medicijnen. Het neemt nogal wat tijd voor hormonen en hun uitwerking terug in balans zijn. Een andere mogelijkheid is dat mijn bijnieren nog voldoende testosteron produceren om de klachten die ik heb te veroorzaken. Ik heb bij de arts aangestuurd op een bloedtest om mijn hormoonspiegels te controleren, ook al vond deze het nog wat vroeg om bloed te laten prikken. Morgen hoor ik of ze in het lab nog iets bijzonders in die 5 buisjes bloed hebben gevonden.

Ondertussen heb ik van de situatie gebruik gemaakt. Nu dat haar weer donkerder is geworden, is het het ook gevoeliger voor een laserbehandeling. Vanmorgen zat ik weer bij de huidtherapeut voor een sessie laserontharing. Nummer 13 voor mijn gezicht inmiddels. Het was behoorlijk pijnlijk. Meer pigment in de haren betekent ook dat er meer van de lichtenergie wordt geabsorbeerd en naar de haarwortel wordt gevoerd. Meer energie in die haarwortel is waar het om draait, helaas betekent dat ook meer pijn. Gelukkig verbleekt het ongemak van nu bij de pijn die ik twee maanden geleden had. Desondanks excuus voor mijn gebruikelijke troosttaart. Want ieder excuus is een goed excuus voor taart.

“A house is not a home, without one to hold you tight.” zong Dionne. Inmiddels heb ik mijzelf leren omarmen en voel ik mij thuis. Ik heb nu een basis om verder te kunnen, verder met mijn transitie en verder met mijn leven. Maar nu eerst koffie en troosttaart, voor het gezonde een fruity carrot muffin.

image

Exit-gesprek

Vanmiddag had ik weer een afspraak bij mijn psycholoog van het genderteam. Het zou uitdraaien op wat lijkt mijn laatste gesprek te zijn geweest. We spraken over de operatie en rondden feitelijk het psychologische deel van mijn transitie af.

De afgelopen twee maanden zijn uitvoerig besproken. Van de aanloop naar de opname tot en met het herstel van de afgelopen weken. Een van de dingen die aan bod kwamen was het langzame herstel en de impact die dat heeft op mijn sociale leven. Ik ervaar dat als behoorlijk zwaar, ik ben lang zo introvert niet als ik denk te zijn. Gelukkig komt dat nu allemaal langzaam weer op gang. Vorige week al ben ik voorzichtig weer beginnen met werken. Ik was na zes weken wel klaar met thuis zitten. Ook mijn sociale leven begint zich weer een beetje te roeren, zij het voorzichtig.

Ook was er ruimte om terug te blikken op hoe ik de begeleiding van het Genderteam heb ervaren. Of ik dingen anders zou willen zien. Positief, of juist negatief heb ervaren. Typisch dingen die je bespreekt bij een exit-gesprek als je vertrekt bij een werkgever. Dat was dit gesprek ook: een laatste gesprek waarmee het psychologische deel van mijn transitie voor wat betreft het genderteam afgesloten is. Al is me op het hart gedrukt dat als ik er de behoefte aan heb ik altijd nog hulp kan vragen bij de psychologen van het Genderteam.

Eén van de vragen die de psychologe me stelde was of ik vond dat het nu klaar is als ik over een paar maanden ook een nieuw paspoort heb. Zo voelt het voor mij niet. Mijn transitie voelt niet ‘klaar’ of ‘af’. Het proces is de afgelopen jaren zo’n integraal en bepalend deel van mijn leven geweest. Dat zal niet zomaar stoppen. Ik denk ook niet dat ik ooit zal zeggen dat transgender was, ik zal dat altijd blijven zijn. Ik zie zelf nog genoeg dingen waar ik mee verder kan: nog wat logopedie, wellicht een borstvergroting, verder met permanente verwijdering van gezichtshaar, het opnieuw ontdekken van mijn seksualiteit. Er zijn best nog wel stappen voorwaarts te zetten in mijn transitie. Wel zal het proces steeds een kleiner deel van mijn leven worden. Maar ik betwijfel of het ooit helemaal zal verdwijnen.

Wel voelde het raar toen ik eenmaal buiten stond. Leeg, opgelucht, blij, licht, vrolijk. Een boel subtiele nuances van die emoties kabbelden door mijn hoofd. De gedachte dat ik toch een hoofdstuk heb afgesloten kwam onverwachts en het zal nog wel even duren voordat het echt doordringt.

Helemaal weg van het genderteam ben ik nog lang niet. Het psychologische deel is wellicht afgerond. Maar ik sta natuurlijk nog steeds onder behandeling van de endocrinoloog en moet ook nog voor controle terug naar de plastisch chirurg. Vooral de endocrinoloog zal nog wel even zoet met me zijn. Ik merk aan mijn lichaam duidelijk dat de hormonale balans nog lang niet hersteld is. Mijn zorgen daarover heb twee weken terug ook al geuit bij de arts en aangestuurd op bloedonderzoek. De uitslag daarop laat nog een weekje op zich wachten, daar zal ik later nog op ingaan.

Mijn herstel gaat gestaag door, nog steeds. Al merk ik behoorlijke verschillen en gaat het met de dag beter. Wel moet ik ervoor waken niet te hard te gaan. De vermoeidheid is nog wel een issue en ik moet ervoor waken niet mezelf voorbij te lopen en té hard te gaan. Het hoofd wil nogal veel harder dan het lijf aan kan, dat merk ik nog dagelijks. Na alles wat ik mijn lijf heb aangedaan moet ik ook naar mijn lichaam luisteren. Quid pro quo, zoals één van de grootste fictieschurken ooit dat uitdrukte.

Lage energieniveau’s ten spijt, met het afsluiten van dat hele psychologische deel had ik toch wat te vieren. Aangezien ik toch al in Amsterdam-Zuid was ben ik voor de deur van het ziekenhuis op de tram gestapt om verderop in de stad een dozijn macarons te halen bij mijn favoriete macaronwinkeltje vlakbij de Albert Cuyp. Onder het genot daarvan, nou ja de helft in elk geval, en een pot thee schreef ik dit blog.

wpid-dsc_0949.jpg

Procedure, welke procedure?

De laatste keer dat ik een pakketje informatie kreeg van het Genderteam zat er in de envelop die ze me stuurden ook een lijstje met advocaten. Deze familierechtspecialisten, hebben onder andere ervaring met de procedures voor de juridische naam- en geslachtswijziging. Dat moet op dit moment nog via de rechter én een dure advocaat, de procedure kost een slordige € 1.000,-. Daar komt verandering in, vlak voor kerst heeft na een hoop gesteggel en vertraging de Eerste Kamer de Transgenderwet aangenomen. Door deze wetswijziging in het Burgerlijk Wetboek gaat het eenvoudiger en goedkoper worden om naam en geslacht te wijzigen. Je hoeft niet meer naar de rechter, maar kan direct naar de gemeente, en de sterilisatie-eis is vervangen door een verklaring van een als deskundige aangewezen psycholoog.

Nu is die sterilisatie-eis voor mij niet zo’n obstakel meer. Ik ben inmiddels geopereerd en ‘definitief en onomkeerbaar onvruchtbaar’ gemaakt. -Over de voorraad sperma die bij het AMC in een vat vloeibare stikstof is opgeslagen zal ik de Staatssecretaris maar niet wijzer maken.- Ik kom volgens de oude regels ook al in aanmerking voor een aangepaste geboorteakte en een nieuw paspoort. Ik zou dus een advocaat kunnen bellen en de procedures in gang zetten. Maar de twee maanden die ik nog moet wachten, daar zit ik na 4,5 jaar niet meer zo mee. Trouwens, die gerechtelijke procedure zal ook niet in een weekje geklaard zijn en er zit ook nog een bezwaartermijn van drie maanden in verpakt. Sterker nog, wachten op de nieuwe wet, die ingaat op 1 juli, kan wel eens sneller zijn dan nu nog naar de rechter stappen.

Dat is als de gemeenten er klaar voor zijn tenminste. Dat de Tweede Kamer al op 9 april vorig jaar de Transgenderwet heeft aangenomen heeft de gemeenten blijkbaar niet al bewogen om dingen voor te bereiden. De Eerste kamer stemde op 18 december definitief in met de wetswijziging. De Staatssecretaris noemde toen een ingangsdatum van 1 juli 2014 om zo de gemeenten een half jaar te geven om de nodige voorbereidingen te treffen. Het is nu de vraag of die zes maanden genoeg zal zijn.

Deze week heb ik eens contact opgenomen met de afdelingen burgerzaken van de gemeentes waar ik woon en die waar ik ben geboren. Om eens te informeren of ze al duidelijk hebben wat er precies nodig is behalve die deskundigenverklaring. Maar beide gemeentes waren er nog niet uit of 1 juli wel een haalbare datum is. Het ontbreekt ze nog aan procedures. Ze kunnen me nog niet eens vertellen bij welke gemeente ik moet zijn: die waar ik woon, of die waar ik ben geboren. Ik vermoed de laatste, aangezien ik dáár ben ingeschreven in het geboorteregister.

In mijn woongemeente kreeg ik de aanwijzing om het later nog eens te vragen. Mijn geboortegemeente stelde zich klantvriendelijker op. Zij boden aan om alvast een afspraak te maken voor 1 juli, dat ik op die datum direct terecht kan op het gemeentehuis. Onder het voorbehoud dat ze dan wel een procedure hebben. Die afspraak staat dus inmiddels in mijn agenda.

Home Sweet Home

Het heeft langer geduurd dan ik had verwacht, ook al had ik vooraf niet een duidelijk beeld van hoelang het zou duren. Maar eindelijk is het zover: ik ben thuis! Na weken bij mijn ouders te hebben verbleven, en daar meer dan uitstekend ben verzorgd, ben ik eindelijk thuis, in mijn eigen huisje.

De operatie is een goede maand geleden en de genezing maakt voortgang. Al is het wel met twee stappen vooruit en eentje terug. Een week eerder had ik al het plan opgevat om naar huis te gaan. Een slechte nacht en veel pijn gooiden toen roet in het eten. Alles werd een week uitgesteld. Dit weekeinde had ik weer tegenslag terug, dat bijna weer zou voorkomen dat ik naar huis zou gaan. Dit keer in de vorm van een bloeding. Dat lijkt nu ook weer onder controle en ik kon toch naar huis.

De laatste dagen voelt het ook eindelijk alsof de genezing vooruit gaar. Ik heb sinds de operatie voortdurend pijn. Met pijnstillers is dat wel terug te brengen naar een dragelijk niveau, maar de pijn is wel aanwezig. Maar de laatste dagen heb ik zo af en toe een zeldzaam en kort momentje dat ik op de schaal van 1 tot 10 een 0 scoor. Het duurt helaas nooit lang, de paar keren dat het gebeurde lag ik ontspannen op de bank of bed en zodra ik bewoog was de pijn er weer. Maar na zo lang altijd pijn hebben zijn die momentjes een genot. Ondertussen voel ik al steeds meer bewegingsvrijheid, al loop ik nog steeds moeilijk.

Nu ik weer thuis ben heb ik mijn dressoir opnieuw ingericht. Het staat nu vol met inspiratie voor de genezing. Daar ben ik ook echt op aan het focussen nu, dat thuiszitten ben ik zat aan het worden. Een week terug ben ik even langs mijn werk geweest voor de gezelligheid. Het was maar een uurtje en verder heb ik die dag niets gedaan en toch was ik doodmoe. Ik kijk er echt naar uit om mijn werk en sociale leven weer op te pakken.

wpid-img_20140428_174629.jpg

Inspiratie

Haiku

In mijn boekenkast vindt je geen dichtbundels, ik ben geen poëtisch type. Gedichten schrijven doe ik zelden en ze publiceren nog veel minder. -Alleen als het moet met Sinterklaas.- Bij wijze van geintje, volgend op een online discussie over poëzie, schreef ik een haiku. Met een vaste lengte van 17 lettergrepen is zo’n gedichtje wel te overzien en rijmen hoeven ze ook al niet.

In de eerste nacht na mijn operatie heb ik onder invloed van de nodige substanties er nog eentje geschreven. Net nadat de verpleging nog een extra spuit met pijnstillers in mijn bovenbeen had gezet. Vind het nog best een prestatie van mijzelf dat ik in die staat iets heb weten te schrijven dat past in het lettergrepenstramien van een haiku. Later heb ik er nog zo een paar van die korte gedichtjes geschreven, een aantal heb ik al op mijn twitter-account gepost.

Ook al neem ik ze niet al te serieus, ze geven wel weer wat er zoal in mijn gedachten omgaat. Ik heb ze hier verzameld met erbij het moment dat ik ze schreef.

Weken voor de operatie
mijn piemel eraf
dokter maak er iets moois van
straks een vagina

Nacht na de operatie
de pijn is heftig
spuit haalt het scherpe eraf
het is me het waard

Avond voor laatste controle en ontslag uit het ziekenhuis
oxazepam op
kalm slapen voor deze nacht
spanning voor ochtend

Na het definitieve verlies van een klein stuk huid
helaas een klein deel
je overleefde het niet
afscheid is rouwen

Controle geweest, 2 weken na de operatie
fraaie vagina
dokter vraagt naar orgasme
ik vind het nog vroeg

Na twee maanden zonder weer begonnen met het slikken van hormonen
blauwe pilletjes
emotie raast door mijn hoofd
zoeken naar balans

Een maand na de operatie begin ik eindelijk echt genezing te voelen
de pijn is soms stil
soms moment van verlichting
duurt helaas niet lang

Vingerknipapplaus is toegestaan. 😉

Metamorphose

Toen ik nog in de Binnenstad van Den Haag woonde vond ik het nooit erg om te moeten wachten als ik in het postkantoor was. Om een pakketje af te geven, het ophalen van mijn OV-Studentenkaart of voor een velletje postzegels. Voor dat laatste ging ik nooit naar de kantoorboekhandel verderop, ook al was de wachttijd daar aanzienlijk korter. In het postkantoor aan het Kerkplein hing toen nog Metamorphose III van M.C. Escher. Nooit raakte ik uitgekeken op dat werk, ook niet verwonderlijk, het is bijna 50 meter lang.

Opening van Metamorphose III - M.C. Escher

Opening van Metamorphose III – M.C. Escher

 Het schilderij begint met haar eigen titel: ‘Metamorphose’ dat via een soort stratenpatroon overgaat in een schaakbord. Vervolgens vervormt het patroon tot onder andere hagedissen, vogels, boten vlinders, vissen, een stad en uiteindelijk een schaakspel. Om uiteindelijk weer te eindigen zoals het was: één woord ‘Metamorphose. Ondanks de vele transformaties en tussenstappen die het patroon ondergaat blijft het ook hetzelfde.

Daarin zie ik vergelijkingen met mijn eigen metamorfose. De veranderingen die mijn transitie maken zijn soms klein en subtiel, soms groots en plotseling. Maar uiteindelijk blijf ik toch gewoon wie ik ben: mijzelf. Ik ben begonnen als mijzelf en zal eindigen als mijzelf. Al zijn er toch veel dingen veranderd. Ik voel me niet wezenlijk anders dan voor mijn transitie, maar ik voel me wel veel meer mezelf. Steeds meer en het einde van dat proces heb ik nog niet in zicht.

Mijn operatie heeft wel meer teweeg gebracht dan ik had verwacht. Uiteraard heb ik er vooraf lang en veel over nagedacht. Mijn uiteindelijke conclusie was dat die operatie het juiste pad zou zijn om te volgen. Maar dat het zo snel, zo goed zou gaan voelen, ondanks de pijn had ik niet verwacht. Al na een week voelde ik me comfortabel om mijn anatomie te benoemen volgens de nieuwe set termen. Nu het genezen langzaam vordert voel ik me meer en meer thuis in mijn lichaam, echt thuis. Dat is voor mij een nieuwe ervaring.

 ‘Well, perhaps you haven’t found it so yet,’ said Alice; ‘but when you have to turn into a chrysalis—you will some day, you know—and then after that into a butterfly, I should think you’ll feel it a little queer, won’t you?’ 

‘Not a bit,’ said the Caterpillar.

De rups had gelijk, het voelt geenszins queer, of vreemd, het voelt goed. Het fragment komt uit Alice’s Adventures in Wonderland en is ook afgedrukt op de geboortekaartjes die ik rondstuurde.

Nu ik me steeds meer thuis begin te voelen in mijn lichaam voel ik ook veel meer de behoefte om er beter voor te zorgen, er lief voor te zijn en het te versieren. Eigenlijk precies wat je doet om van een huis een thuis te maken. Het idee om mijn operatie te markeren met een tattoo heeft de kop weer opgestoken. Ook al zal ik de rest van mijn leven de zichtbare sporen bij me dragen in de vorm van littekens, die zal ik niet zomaar met trots aan iedereen laten zien. Ik heb bedacht dat ik deze stap in mijn metamorfose wil markeren.

De tattookriebels zijn terug en in die kriebels onderscheid ik twee plannen: Groot Plan, een groot bloemmotief over mijn flank en Klein Plan. Voor Groot Plan staan er nog heel veel vragen open: soort bloemen, stijl van de tattoo, exacte formaat, artist. En het is nogal een groot plan, met ook het bijbehorende grote prijskaartje. Het is iets voor de langere termijn waar ik nog wel even mee bezig zal zijn. Ook de ontwikkeling van mijn lichaam onder invloed van de hormonen speelt hier nog een rol in.

Klein Plan is al iets concreter. Om mijn unbirthday en sociale transitie te markeren en kenbaar te maken heb ik anderhalf jaar geleden geboortekaartjes verstuurd. De afbeelding, speciaal voor mij ontworpen door Mapije, verbeeld een rups die veranderd in een vlinder. Op de kaartjes met beterschaps- en gelukswensen die ik afgelopen weken heb gekregen komt het thema vlinder regelmatig terug. Vlinders zijn een thema geworden dat vaker terug is gaan komen in mijn leven en maken inmiddels deel uit van Klein Plan.

Kaartje web 2De rups op het kaartje kreeg vleugels, en ontpopte tot vlinder. Voor mij is het nu tijd om ook te kiezen voor vleugels. Hoe ik dat precies doe ben ik nog niet over uit. Eén van mijn ideeën is om alleen de vleugels in een gestileerde versie te laten tattooëren. Daarin ben ik geiïnspireerd door het logo van het VUmc. De griffioen die het originele logo vormt van de Vrije Universiteit is tegenwoordig teruggebracht tot een paar abstracte strepen die de vleugels van het mythologische dier verbeelden.

Nu zal ik het voor mezelf minder gestileerd houden, herkenbaarder. Hoe stilistisch of abstract dan wel ben ik nog niet uit. Sowieso moet ik hierover ook nog eerst overleggen met de ontwerpster zelf. Als er een tattoo komt gebaseerd op haar ontwerp dan zal ik haar daar ook zeker in betrekken.

Voorlopig zijn beide tattooplannen voor later zorg. Mijn eerste prioriteit ligt nu echt bij de genezing. Dat gaat langzaam vooruit, maar ik ben nog lang niet de oude. Ik heb vanmiddag mijn moeder vol trots kunnen mededelen dat ik zélf mijn schoenveters heb vastgemaakt, voor het eerst in 4 weken. Nooit gedacht dat ik dát op mijn leeftijd zo blij kon verkondigen, sommige van mijn standaarden liggen een beetje anders dan normaal.

Blijf ademhalen!

Het is alweer drie weken geleden en ook voelt het nog als pas drie weken. Het genezingsproces gaat langzaam en met de nodige ongemakken. Ik ben inmiddels heel erg op de hoogte waar mijn buikspieren zoal aan vast zitten. Overeind komen vanaf bed is nogal een klus als je het daarbij moet hebben van alleen maar je armen. Dat gaat echt in etappes nu. Dan mis ik best wel die triangel boven mijn bed om me aan op te kunnen trekken.

Behalve het gemis aan nuttige buikspieren heb ik nog wel meer ongemak. De hechtingen die gewoon dicht zijn jeuken. You can’t spell stitch without itch. Het is een teken van genezen waar ik op gerekend had. Met jeuk kan ik omgaan, ik heb door de jaren geleerd het te negeren en het naar de achtergrond van mijn gedachten te verplaatsen. Dat kan ik niet met pijn. Pijn is gewoon aanwezig en dringt zich op in mijn gedachten. Ik zou het heel slecht doen met chronische pijnklachten. Ik weet dat dit langzaam weg zal gaan en. In de tussentijd heb ik een zeer hechte innige met paracetamol en als ik dan nog meer wil ga ik vreemd met ibuprofen.

Want die pijn is er. Behalve dat alles waar je buikspieren voor nodig hebt, overeind komen, niezen, hoesten, lachen, gewoon pijn doet. Heb ik ook veel last van een set hechtingen die is gaan wijken. Het is een complicatie die veel voorkomt. De huid is op die plek niet gesloten en dat voelt als een open schaafwond. Helaas is het niet zo dat hier vlug een korstje overheen groeit. Op andere plaatsen voel ik de huid trekken, waar dat is varieert, ik merk gewoon dat de zwellingen langzaam aan minder aan het worden zijn. Maar ik voel nog wel spanning en dat geeft een meer scherpe pijn. Soms met pittige pijnscheuten. Drie weken geleden kon ik nog op een knopje drukken en stak er een paar minuten later nog een naald in mijn bovenbeen om extra pijnstillers toe te dienen. Maar dat knopje is er niet meer.

Om door de pijn heen te komen zonder weer van die enorme hoeveelheden pijnstillers te gebruiken, want daar ga ik nogal raar van schrijven zoals drie weken terug, neem ik het advies ter harte dat ik kreeg van mensen die beter met pijn om kunnen gaan dan ik: “Blijf ademhalen!” Klinkt eenvoudig, maar het helpt. Al een paar keer de afgelopen weken heb ik die al methode toegepast: bij het verwijderen van de drains, bij de controle door de chirurg en meer van die medische handelingen. Al kreeg ik er toen ook nog wat farmaceutische bijstand bij. Nu moet ik het met minder doen en doe ik extra mijn best met ademhalen. Spieren ontspannen en concentreren op mijn ademhaling, klinkt simpel maar het helpt. Het is een nieuw levensmotto geworden: blijf ademhalen.

Geluk & Verdriet

Mijn laatste paar blogs gingen vooral over het fysieke deel van de operatie en de eerste dagen van het genezingsproces, over het mentale heb ik sindsdien nog nauwelijks geschreven hier. Terwijl het mentaal ook best een belastend proces is, veel gedachten die een storm in mijn hoofd vormen. Door wat er gisteren is gebeurd heb ik het een beetje op rij kunnen krijgen, ook al kwam dat proces op gang door intens verdriet.

De ‘waar ben ik aan begonnen gedachte’ heb ik gehad. Vind ik ook niet zo raar en ik had dat ook wel verwacht dat deze langs zou komen. Ik trek nu twee maal per dag een extra uur uit voor de verzorging van mijn nieuwe orgaan. Daar reken ik nog niet eens de extra tijd bij die ik nodig heb voor een eenvoudig toiletbezoek. Een neo-vagina vergt nogal wat aandacht en tijd. Maar ik heb het ervoor over.

Tijdens de verzorging zie ik mezelf in spiegels, naakt uiteraard, en het is nog verre van genezen. It ain’t pretty, zouden de Amerikanen zeggen. Je kan de hechtingen in mijn liezen met gemak zien zitten. De zwellingen en zijn welliswaar minder, maar nog duidelijk aanwezig. Ondanks alles, alle pijn en alle ongemakken die ik ervan heb voelt het wel als mijn lijf. Het voelt veel meer als mijn lijf dan ‘mijn’ penis ooit gedaan heeft. Inderdaad die mijn tussen aanhalingstekens, want dat ding is er niet meer en heeft nooit echt deel gemaakt van mijn lijf. Ook al hebben we 30 jaar in goede harmonie samengeleefd. Hoeveel meer mijn nieuwe anatomie van mij voelt dan de oude ooit gedaan heeft, dat drong gisteren tot mij door. Toen ik in dat spiegeltje tussen mijn benen iets zag dat ik niet wilde zien.

Ik ben van te voren gewaarschuwd, ik was op de hoogte van alle risico’s en niemand had me gezegd dat het makkelijk zou worden. Alle complicaties zijn uitvoerig besproken voor ik het ‘informed concent’ formulier ondertekende. Dat de genezing zo goed ging, met slechts een kleine complicatie in de vorm van een hechting die wat is gaan wijken voelde eigenlijk al een beetje te mooi om waar te zijn. De complicaties werden iets ernstiger dan alleen een wijkende hechting, en dat raakte mij emotioneel heel erg diep.

De chirurg had me er de laatste dag in het ziekenhuis al voor gewaarschuwd. Bij het verwijderen van de katheter en tampon zag ze het al: een kleine maar heel donkere bloeduitstorting. Toen kon ze niet beoordelen of het weg zou trekken of dat de bewuste huid zou afsterven. Het ziet er nu op dat die laatste optie realiteit gaat worden. Ik zag het vrijdagmorgen bij het verzorgen van mijzelf. Een stukje huid, ongeveer een centimeter of anderhalf groot, dat er maar een beetje bij hing. Met een spiegel heb ik het beter kunnen bekijken en mijn angst werd bevestigt. Het deel waar die kleine donkere bloeduitstorting zat is aan het afsterven.

Dat bracht een enorm heftige emotionele reactie op gang, gepaard met een flinke huilbui. Die later op de dag nog een paar keer werd gevolgd door meer tranen. De emoties die door me heen gingen waren heel dubbel. Ik voelde intens geluk en intens verdriet dwars door elkaar heen stromen. Het gevoel van geluk doordat ik de stappen heb gezet om zover te komen. Dat mijn eigen lichaam eindelijk in het geheel als echt van mij voelde. Intens verdriet omdat ik van mijn nieuwe lijf zo snel toch alweer een stukje zou kwijtraken. Dat ik daar afscheid van moest nemen valt me zwaar en bracht de nodige verslagenheid mee. Ook al is het maar een klein stukje huid en van buitenaf zal het straks niet eens zichtbaar zijn. Het gevoel dat er een deel van mijzelf, écht mijzelf, sterft doet pijn. Hoe klein dat stukje ook is.

Twee weken geleden, het is alweer twee weken, ben ik ook fysiek delen van mijzelf kwijt geraakt. Vakkundig weggesneden door de chirurg. Nu was ik toen destijds diep onder narcose en heb ik het niet bewust mee gemaakt. Ik besef wel dat er delen van mijn lijf daadwerkelijk weg zijn. Die delen mis ik totaal niet. Ik vind het hooguit jammer dat ik mijn teelballen niet in een potje op sterk water mee naar huis kreeg. Was een leuke conversational piece geweest voor in de boekenkast of op het dressoir. Ik heb vooraf op persoonlijke wijze afscheid ervan genomen en dat was genoeg, missen doe ik ze totaal niet.

Nee, dat van gisteren is anders. Er is een proces van kwijtraken begonnen. Iets wat emotioneel heel erg hard aankwam. Waar ik gedurende de dag over heb kunnen praten. Ik ben mijn supportteam enorm dankbaar dat ik dit in detail heb kunnen delen en dat hun woorden me hebben geholpen om een en ander in het juiste perspectief te kunnen zien. Niet dat het daar makkelijk van werd, maar het hielp. Het gaf me de handvatten om het te kunnen verwerken.

Niemand heeft me ooit voorgehouden dat het makkelijk zou zijn. Ook ikzelf niet. Nooit ben ik in de waan geweest dat er geen tegenslagen zouden komen. Maar toch weegt het zwaar aan als je een stapje terug moet doen. Nu gaan we weer met goede moed verder.

Toevoeging, 6 april:
Het onvermijdelijke is inmiddels gebeurd. Het bewuste stukje huid is losgekomen van mijn lichaam en ik ben het dus definitief kwijt. Mentaal had ik er vrijdag al afscheid van genomen, maar opnieuw ben ik er verdrietig om. Ik hoop nu dat de genezing verder goed zal gaan zonder grote tegenslagen.

Vijf ziekenhuismaaltijden

Mijn leven draait grotendeels om eten. Mijn studie had ermee te maken en het werk dat ik sindsdien doe draait ook om lekker eten. Ik schijn een foodie te zijn, al kan ik op zijn tijd ook enorm genieten van een maaltje bij de Burger King of een frikadel speciaal. Een van de dingen waar ik dan ook enorm tegen op zag van het hele ziekenhuiscircus was het eten. In de hotelwereld waar ik vandaan kom hebben ze geen hoge pet op van de instellingskeuken. Zout-, smaak- en liefdeloos bereid voedsel wat vooral functioneel is, ‘lekker’ is niet belangrijk.

Vooral de warme maaltijden. Het ontbijt en lunch had ik niet veel vrees voor. Daar hield ik het gewoon bij brood, yoghurt en beschuit. Uiteraard met het beleg in van die monoverpakkingen waarvan de inhoud totaal niet strookt met het gebruiksdoel. Kuipjes boter voor anderhalve boterham. Hagelslag voor twee beschuitjes en de pindakaas voor tweederde boterham. Die verhoudingen begreep ik in mijn hoteltijd ook al nooit, op geen enkele mogelijkheid kom je ermee uit. Je houdt altijd over, of je pakt een tweede verpakking, waarvan je dan weer de helft overhoud als je je boterham fatsoenlijk hebt gesmeerd.

De koude maaltijden waren mijn angst niet, de warme wel. Bij eten in het ziekenhuis heb ik van die visioenen van grote instellingskeukens, met smakeloos eten en alles volledig tot snot gekookt want het moet natuurlijk vooral makkelijk te verteren zijn en kauwen optioneel. Ik moet echter bekennen, dat het me alles is meegevallen. De maaltijden waren goed op smaak. De groenten fris van kleur met nog structuur gaar gestoomd. De rauwkost was fris en knapperig en verre van verlept. Het enige wat me tegenviel was het vlees. Dat was wel door en door gaar. Een mes was niet nodig, kauwen maar een klein beetje. Alleen de jus, daar moest je echt afblijven. Ik weet niet wat daarin heeft gezeten, maar vleesjus was het in elk geval niet.

Van vier van de vijf maaltijden – zaterdagavond na de operatie had niet bepaald trek, iets met narcoses en pijnstillers – die ik at had heb ik foto’s. Lamsvlees met aardappelpuree. Bami met kip en loempia. Zuurkool, met gelukkig géén unox worst. En op de laaste dag vis met rösti.
image

Van de eerste maaltijd op vrijdagavond kan ik mijn eigen foto niet meer terugvinden, maar vanuit een andere hoek heb ik wel deze hiernaast. Het onverwachte eten, want ik dacht dat ik die avond al nuchter moest blijven, bestond uit een plakje varkensfilet van een formaat waarvan ik er twee op één boterham leg, gekookte aardappel en doperwtjes. Alle dagen heb ik er wat rauwkost bij genomen, gelukkig kon je daar voor kiezen. Wat ik wel miste was een fruitoptie als dessert. Meestal had je keuze uit vla, kwark of ijs. Slechts één keer heb ik een stuk fruit gekregen in dat ziekenhuis, een appel na de vis.

wpid-PhotoGrid_1396255419712.jpg

Een week verder

Een week geleden lag ik zwaar gedrogeerd net terug op zaal. In het bijzijn van mijn ouders en dierbare vrienden. Helder was ik niet, maar ik was wel heel blij bekende gezichten te zien. De uitslaapkamer waar ik daarvoor verbleef vond ik maar een vervelende omgeving. Dat de operatie al een week geleden is kan ik nauwelijks bevatten, de tijd gaat heel snel.

Afgelopen donderdag mocht ik het ziekenhuis verlaten. Na een behoorlijk heftige ochtend. De avond ervoor bood de verpleging al wat extra’s aan om goed te slapen en voor de volgende ochtend iets om te ontspannen tijdens de medische handelingen. Ik heb daar gebruik van gemaakt, want ik was best nerveus, zeg maar gerust enorm. Behalve de standaard pijnstillers vond ik die avond en ochtend ook de nodige pammetjes in het bekertje met pillen dat naast mijn bed werd gezet.

De donderdagochtend begon vroeg. Gelijk na het ontbijt begon de verpleging met het klaarzetten van alle benodigdheden en al snel meldden de nodige witte jassen zich op de zaal. Mijn eigen chirurge en de physician-assistant doken door het gordijn om de hechtingen van de tampon en de tampon (een heleboel gaasverband) in een condoom gepropt) zelf te verwijderen. Ik zal de verdere details besparen, maar ik kan je zeggen dat vooral een heel raar gevoel was. Het verwijderen van de katheter vond ik een heel stuk vervelender. Daarna is er geoefend met dilateren en spoelen.

De rest van de ochtend stond vooral in het teken van plassen. Pas na twee keer je blaas goed leeg geplast te hebben mocht je gaan. Dat werd ook gecontroleerd met een echo. De eerste keer plassen was moeilijk. Al sinds zaterdag had ik een katheter, en hoewel  ik maandag uit bed kon heb ik nog wel een paar dagen moeten prutsen met een kraantje. Al vijf dagen had ik al niet meer gewoon geplast. Als dan ook nog eens je anatomie die je ervoor gebruikt ingrijpend veranderd is… Wordt het niet makkelijker van. Maar het is gelukt en ik mocht na nog een keer onder toezicht zelf inwendig spoelen naar huis.

De middag en avond heb ik een stapje terug moeten doen. Veel last van buikkrampen en een spijsvertering de grondig ontregeld was door alle stress. Die eerste nacht thuis heb ik ook gewoon niet geslapen. Pas in de ochtend ging het beter. Gedurende de  vrijdag knapte ik weer op, al zij het vermoeid door de gemiste nacht. Een middagdutje hielp behoorlijk.

De nacht van vrijdag op zaterdag heb ik gelukkig wel goed kunnen slapen. Dat heeft me goed gedaan. Mijn spijsvertering lijkt zich ook weer te normaliseren en ik voelde me fitter, niet meer de uitgewrongen dweil van vrijdag. De pijn en fysieke ongemakken zijn dragelijk. De vermoeidheid heb ik wel onderschat. Dat genezen kost een boel energie, ik ben snel moe en heb echt behoefte aan een middag slaapje.

Wat dat betreft ben ik heel blij dat ik logeer bij mijn ouders die me liefdevol verzorgen en dat ik een broer heb die komt oppassen bij hun afwezigheid. Want ik zou niet weten hoe ik het zelfstandig thuis zou moeten redden. Daar is die ingreep toch echt te zwaar en belastend voor.