Latest Posts

Stickertje

Zeven buisjes bloed armer heb ik vanmiddag het VUmc verlaten. Eigenlijk hebben ze maar vijf buisjes bloed nodig, onder het mom van “je weet nooit waar het goed voor is” tappen ze er twee extra af. Mijn lever en nieren worden gecontroleerd op goede werking, calcium om te zien hoe mijn skelet ervoor staat en de hormoonwaarden om een basis te hebben voor het vervolg. Gewoon even algeheel doorgelicht dus.

Het gesprek met mijn psychologe dat ik vandaag had was van afsluitende aard. Afsluiting van de diagnostische fase. Volgende week gaat mijn dossier mee in het overleg van het gehele genderteam. Dan wordt er bepaald welk kleurtje mijn stoplicht gaat krijgen. Rood: Ik hoor er niet thuis, ik heb iets anders onder de psychische leden. Oranje: Ze willen nog wat meer van mij weten. Groen: de volgende afspraak is bij de endocrinoloog (internist met hormoonspecialisatie) voor een concreet behandelplan. Gezien de signalen die ik vandaag kreeg ga ik uit van dat laatste.

Voor de komende periode heb ik de volgende tijdlijn.

  • Het begint bij de teambespreking van het genderteam, waar mijn dossier besproken wordt. Mijn psychologe zal daar een positief advies geven, maar beslissingen om door te gaan worden door het gehele team tezamen  genomen. Begin februari krijg ik daar de uitslag van te horen.
  • Als de uitslag positief is, is mijn eerstvolgende afspraak, dat zal nog wel enkele weken op zich laten wachten, bij de endocrinoloog om het behandelplan door te spreken en de details uit te werken.
  • Op dat moment wordt ook alle papierwerk voor de zorgverzekering in gang gezet. Dan kan ik op zoek naar een huidtherapeut voor  permanente verwijdering van mijn baardgroei bijvoorbeeld, en naar een logopedist om mijn stem anders te leren gebruiken.
  • De behandeling begint met drie tot zes maanden alleen androcur, dat de werking van testosteron onderdrukt. Gedurende die periode heb ik dan meerdere evaluaties met zowel de endocrinoloog als met mijn psychologe.
  • Als dat allemaal goed gaat. Volgt het toedienen uitbreiding van de hormoonbehandeling met oestrogeen. Dat betekent dan ook het begin van de real life fase. Het jaar dat ik als vrouw dien te leven alvorens ik in aanmerking kom voor chirurgische ingrepen. Het jaar dat als bezegeling dient van de start van de rest van mijn leven.

Voordat ik vandaag de genderpoli verliet op weg naar het bloedpriklab, moest ik na mijn gesprek nog even langs het secretartiaat van het genderteam. Om de formulieren voor het lab op te halen. Ook is er gelijk even een aanpassing gemaakt in mijn gegevens, voortuitlopend op de uitslag van de teambespreking. In de administratie van het VUmc ben ik inmiddels niet meer meneer Fading Gender, maar mevrouw Fading Gender! De secretaresse stelde mij vandaag de vraag die echt iedereen mij stelt als ik vertel waar ik mee bezig ben: “Hoe wil je genoemd worden?” Op mijn dossier zit nu een sticker geplakt met mijn meisjesnaam, achter mijn geboortedatum prijkt nu niet meer een M, maar een V. Het is dat mijn adres en BSN erbij staat, anders had ik wel een foto’tje van mijn nieuwe afsprakenkaart gepost. Het ziekenhuis verliet ik met een kriebel in mijn buik, en die had niets te maken met de hoeveelheid bloed die ze hebben afgetapt.

Onderwijl ben ik ook begonnen met het maken van foto’s van mijzelf gewoon om later mijn voortgang terug te kunnen zien. Voorlopig houd ik ze nog voor mijzelf, maar in de toekomst zal ik vast wel zo’n before and after compilatie maken.

Niet zoveel gestelde vragen

Op mijn Coming out FAQ kreeg ik wat intelligente vragen als reactie. Best wel diepgaande van een haast filosofische aard, met een vleugje feministische ondertoon. Om die vragen in mijn FAQ erbij te plakken vind ik niet recht doen aan de gedachte erachter. Het zijn ook niet bepaald voor de hand liggende oppervlakkige vragen die de meesten hebben als ik vertel waar ik mee bezig ben. Daarom een apart blogje met de niet zoveel gestelde vragen. Met dank aan The Smitten Immigrant voor haar intellectuele prikkels! Het was nog wel best pittig om te beantwoorden.

Ben je van plan jezelf bewust op een niet-fysieke manier vorm te geven als vrouw? (ik doel dan bijvoorbeeld op het omgaan met maatschappelijke pressie en sociale contacten enzo).

Absoluut! Sterker nog, ik ben daar al voorzichtig mee begonnen. Ik doe minder moeite om een meer mannelijk imago uit te stralen. Ik ben steeds opener over interesses die door de maatschappij als typisch vrouwelijk worden bestempeld. Bijvoorbeeld media consumptie in de vorm van TV-programma’s en lectuur. Mijn hobby’s, breien bijvoorbeeld, ook al is breien hernieuwd hip en zelfs onder mannen ook populairder aan het worden nog steeds zijn mannen die openlijk durven breien zeer zeldzaam. Ik associeer die hobby en interesse in handwerken die ik altijd heb gehad met mijn vrouwelijke genderidentiteit. Over de gehele linie heb ik steeds meer vrede met de vrouwelijke interesses die ik heb en voel ik mij er ook steeds beter bij om daar open over te zijn.

Als mijn transitie een verschuiving in sociale contacten teweeg brengt, dan laat ik dat gewoon gebeuren. Ik heb me mijn hele leven toch al comfortabeler gevoeld met vrouwen in de buurt, dan net mannen. Die verschuiving zal niet zo groot zijn, verwacht ik.

Welke delen van jouw persoonlijkheid komen, denk jij, meer of beter tot uitdrukking naarmate je transitie vordert?

Mijn interesses, mijn emoties en mijn kwetsbaarheid. Ik heb om mijn emoties een muur opgebouwd, een muur van Berlijnse proporties. Zeggen dat ik een binnenvetter ben is nogal een undertstatement. Ook al ben ik vrij en open opgevoed, vanuit de maatschappij krijg je toch mee dat je als jongen sterk en stoer moet zijn. Dat je niet vertederd mag zijn door iets schattigs. Dat je niet mag huilen om een droevige film. Dat je niet mag gillen bij een enge film. Je mag hooguit blij zijn, of boos emoties zolang je maar geen emoties toont die op kwetsbaarheid lijken. Die emotiemuur hoop ik langzaam af te kunnen breken en terug te kunnen brengen tot een schappelijk tuinhekje.

Nu ik plannen aan het maken ben voor het inrichten van mijn nieuwe woning. Merk ik ook dat ik daar anders tegen aan ben gaan kijken. Dat ik meer ga durven mijn innerlijk naar buiten te brengen in de vorm van interieur keuze. Een muur in de slaapkamer roze verven bijvoorbeeld, is een idee wat ik in mijn hoofd heb. Gewoon omdat het kan, omdat ik het mooi vind. Ik merk dat ik mij bij dat soort gedachten steeds prettiger voel. Dat ik niet meer het gevoel heb dat soort voorkeuren te moeten verbergen, omdat het niet van mij verwacht wordt door de buitenwereld.

Kort gezegd denk ik dat juist de ‘zachte’ delen van mijn persoonlijkheid meer en meer tot uitdrukking gaan komen naar mate mijn transitie vordert. De delen die van jongens wordt verwacht verborgen te blijven, die hoef ik niet meer te verstoppen. Dat idee, dat vooruitzicht voelt bevrijdend.

Hoe denk je over en hoe voel je je als je denkt aan de positie die aan transmannen en transvrouwen is gegeven in de Nederlandse maatschappij? Ben je bang voor uitstoting en vooroordelen?

Afgaande op de reacties die ik tot nu toe heb gekregen ben ik niet bang voor uitstoting door mijn naasten. Wel bang voor vooroordelen, daarover schreef ik ook al over in Glazen plafond. De ervaringen van andere transgenders zijn zo, dat de vooroordelen toch altijd de kop op steken. Mijn werkgever heeft me gewaarschuwd dat er best wel eens grappig bedoelde opmerkingen gemaakt zullen worden op de werkvloer bijvoorbeeld. Zolang het niet als een directe aanvallende belediging bedoeld is, zal ik dat ook oppakken met voldoende zelfspot. Als ik de opmerking écht niet prettig vind, zal ik proberen diegene uit te leggen hoe zoiets over kan komen.

De posititie van transvrouwen en -mannen in de Nederlandse maatschappij behoeft nogwel wat verbetering. Redelijk recent is nog de discussie over lichamelijke integriteit als je het geslacht in je paspoort wil laten veranderen. Daarvoor dien je nog steeds een medische verklaring te hebben dat je onvruchtbaar gemaakt bent. Wat dat betreft ben je als transgender in dit land nog een tweederangs burger. Als ik kijk naar reacties op transgendergerelateerde nieuwsberichten word ik nogal eens verdrietig wat ik zie. Helaas is er nog best veel xenofobie en onbegrip in de maatschappij. Dat maakt ogenschijnlijk simpele dingen voor mij best lastig, denk aan naar het toilet gaan of jezelf ergens moeten legitimeren.

Hoe voel je je in verhouding tot het vrouwelijke schoonheidsideaal? (en dan bedoel ik niet: denk je dat je eraan beantwoordt, maar meer: denk je dat naarmate je verder transitioneert, je daar gevoeliger voor wordt, meer of minder bewust mee omgaat, etc.)

Ik moest bij deze vraag terugdenken aan de film The Devil Wears Prada waar de tirannieke hoofdredactrice van een modetijdschrift commentaar geeft op de anti-modieuze houding van een nieuwe medewerkster:

“This… stuff’? Oh. Okay. I see. You think this has nothing to do with you. You go to your closet and you select… I don’t know… that lumpy blue sweater, for instance because you’re trying to tell the world that you take yourself too seriously to care about what you put on your back. But what you don’t know is that that sweater is not just blue, it’s not turquoise. It’s not lapis. It’s actually cerulean. And you’re also blithely unaware of the fact that in 2002, Oscar de la Renta did a collection of cerulean gowns. And then I think it was Yves Saint Laurent… wasn’t it who showed cerulean military jackets? I think we need a jacket here. And then cerulean quickly showed up in the collections of eight different designers. And then it, uh, filtered down through the department stores and then trickled on down into some tragic Casual Corner where you, no doubt, fished it out of some clearance bin. However, that blue represents millions of dollars and countless jobs and it’s sort of comical how you think that you’ve made a choice that exempts you from the fashion industry when, in fact, you’re wearing the sweater that was selected for you by the people in this room from a pile of stuff.

Ik ben gevoelig voor maatschappelijke schoonheidsidealen en mode trends. Dat is naar mijn idee inherent aan het hele idee dat ik medische behandelingen wil ondergaan om  de dysforie over mijn lichaam weg te nemen. Als ik mij niets van schoonheidsidealen aan zou trekken, dan zou ik me ook niet druk maken over mannelijke lichamelijke trekken zoals mijn dikke wenkbrauwen,  lichaamsbeharing, postuur en houding, manier van bewegen, gebruik van make-up, et cetera.

Nu ik steeds verdere stappen zet naar een vrouwelijkere zelfexpressie merk ik ook dat ik meer en meer aandacht ga hebben voor mijn uiterlijk en kleding keuze en ik daar kritischer mee omga. Veel kritischer dan ik ben in ‘jongetjesmodus’. Een outfit moet ineens compleet zijn met bijpassende accessoires. Schoenen moeten passen bij de sokken en beenbedekking. Ik maak me steeds meer druk om kleine dingen en ik wordt steeds gevoeliger voor de wens om in het maatschappelijk vrouwelijk schoonheidsideaal te passen, maar daar voel ik mij goed bij. Het geeft gemoedsrust en een gevoel van op mijn plek voelen.  Naarmate ik verder transitioneer denk ik dat dat alleen nog maar sterker gaat worden en dat ik er gevoeliger voor ga zijn en om eerlijk te zijn: I’m liking every bit of it! Het gevoel van in het keurslijf van een maatschappelijk schoonheidsideaal  geperst te worden voelt bevrijdend. Het voelt alsof er ineens recht wordt gedaan aan mijn innerlijk.

Dus ja, ik ben steeds gevoeliger aan het worden voor het maatschappelijk vrouwelijk schoonheidsideaal en ik wordt me er steeds bewuster van. Maar ik vind dat niet zo erg.

Glazen plafond

Een poosje terug werd ik gewezen op een artikel op Skepchick.org: Sacrificing Privilege. De schrijfster haalt op haar beurt weer een ander artikel aan over transmannen (dat wil zeggen: geboren als vrouw, nu levend als man) aan. Mannen die een bepaalde baan al hadden vóór hun transitie en nu exact hetzelfde werk doen, op exact de zelfde manier, met exact de zelfde kennis en vaardigheden. Ervaren nu ze zich als man presenteren dat ze betere beloningen krijgen en voor voller worden aangezien door collega’s dan wanneer ze zich nog als vrouw leefden. Zelfde baan, zelfde werk, zelfde resultaten: andere beloning en zelfs andere promotiekansen. Dát is het glazen glazen plafond aan het werk. Normaal gesproken is dat glazen plafond maar een vaag concept wat niet objectief meetbaar is, maar in het geval van transgenders is dat ineens zichtbaar te maken. Voer voor psychologen die zich interesseren in groepsdynamiek en arbeidspsychologie.

De schrijfster in kwestie heeft, net als ik van plan ben, de transitie andersom gemaakt. Zoals het in haar biografie staat te lezen: “born with an Y-chromosome, but totally kicked it’s ass”. Zij heeft het omgekeerde van boven staande aan den lijve ondervonden. Waar men haar, toen ze nog als jongen leefde, eerst vroeg voor om een computer te repareren. Doet niemand dat nu meer, terwijl ze haar persoonlijkheid op dezelfde manier gestalte geeft als eerst. Zoals ze het zelf zegt:

That doesn’t happen any more. While obviously the manner in which I dress has changed, I’m still pretty much trying to present the same kind of self-image. I still shop at similar stores. I’m still doing the quasi-bohemian, clever, cute, indie-ish thing with a teensy dash of punk and goth. And I still wear glasses. But nobody asks me to fix their computers anymore. Now they speak really. Slowly. To. Make Sure. I Understand. All This. Complicated. Guy Stuff. … sweetheart.

Ik vraag mij af of ik dit ook mee ga maken. Ik ben redelijk technisch aangelegd. Ik word inderdaad veel gevraagd voor allerhande computerreparaties, terwijl ik helemaal niet eens zoveel van computers weet, behalve dat de F1 knop de help-functie opent en dat google écht je vriend is als je er niet meer uitkomt. Maar ook op andere vlakken: als iets kapot is ben ik niet te beroerd om de boel open te schroeven om te zien of het een probleem is dat ik zelf kan verhelpen. Ik ben gewoon niet voor één gat te vangen en heb gewoon een klein beetje technisch inzicht. Voor de rest is het gewoon trial and error.  Al dacht mijn vroegere leraar handvaardigheid & techniek op de Mavo daar anders over toen hij hoorde dat ik naar de Hotelschool ging: “Dat is een verlies voor de techniek!!” Ik hoor het hem nog zo zeggen.

Op mijn werk evenzo. Met technische vragen worden klanten en telefoontjes vaak mijn kant op gedirigeerd. Vraag het Daniel maar, die weet dat wel. Stelling kapot? Fornuis aansluiten? Muurtje schilderen? Afzuigkap ophangen? Lamp vervangen?  Dat kan Daniel wel even oplossen. Ik vraag mij af of het glazen plafond en het bijbehorende ongemancipeerde seksisme mij ook ten deel zal vallen. Of ik nu ook tot een dom blondje gedegradeerd ga worden. Ik denk dat het wel mee zal vallen. Toen ik uit de kast kwam vroeg één collega: “Je blijft toch wel gewoon de lampen vervangen hè?”  Ze vroeg het met een lach en een knipoog, maar uit haar lichaamstaal las ik wel een oprechtheid in die vraag. Toch raar dat mensen denken dat wanneer je je mannelijkheid loslaat, ze denken dat je intelligentie en kennis mee verdwijnt.

Coming out FAQ

Als ik vertel over mijn situatie krijg ik vaak dezelfde vragen terug. Ik heb ze verzameld in deze Frequently Asked Questions. Mocht je nog meer vragen hebben: stel ze gerust.

Hoe ga je heten?

Ik zal gewoon de vrouwelijke versie van mijn huidige naam gebruiken. Daar kan ik prima mee leven, dat is het makkelijkste voor iedereen die mij kent en ik hoef nergens anders aan te wennen. Daarnaast, ik kan mezelf wel Jozefien gaan noemen, maar ik voel me helemaal geen Jozefien.

Moeten we nu hij of zij zeggen?

Het liefste zij of haar natuurlijk. Maar ik ga er echt geen heet hangijzer van maken als er een “hij” valt. Waarom zou ik? Overigens, als je weet dat iemand een transgender is, en je weet niet zeker hoe hij of zij aangesproken wil worden: vraag het.

De liefde en relaties, die eh…. nou eh…. val je nu op…. hoe zit het met je geaardheid?

Ik voel mijzelf aangetrokken tot vrouwen. In zekere zin kan je concluderen dat ik lesbisch ben. Als basis voor geaardheid ga ik uit van mijn genderidentiteit, niet mijn geboortegeslacht. Ik heb me in mijn leven nooit aangetrokken gevoeld tot mannen. Dat zal ook niet veranderen door het proces dat ik doorloop. Ook al denken veel mensen dat met je een geslachtsverandering ineens je geaardheid verandert, die twee staan volledig los van elkaar.

Maar als je op vrouwen valt, is dat niet verwarrend, kun je dan niet makkelijker blijven zoals je bent?

Dat is zeker verwarrend. Het is ook een van de zaken die mij heel erg over mijzelf hebben doen twijfelen. Want als je met een mannelijk lichaam op vrouwen valt, dan klopt het toch zou je denken. Pas toen ik door kreeg  dat seksuele voorkeur en genderidentiteit volledig los van elkaar staan snapte ik het. Om de vraag te beantwoorden: nee het is niet makkelijker om te blijven zoals ik ben.

Je had een relatie, was zij op de hoogte?

Ja, toen onze relatie nog een oppervlakkige vriendschap was wist ze het al. Dat we uit elkaar zijn gegaan heeft dan ook andere redenen.

Was je vroeger, als kind, ook al meisjesachtig?

In bepaalde opzichten wel. Ik hield niet van voetbal, maar dat is nu ook weer niet heel bijzonder. Ik bracht mijn woensdagmiddagen door op het lokale creaclubje als enige jongen tussen een groep meisjes en had het daar uitstekend naar mijn zin. Ik ben wel als jongen opgevoed, maar gelukkig was er wat ruimte voor mijzelf. Achteraf gezien vind ik het wel jammer dat ik die signalen zelf niet eerder heb opgepikt.

Wanneer maak je het verschil tussen “jezelf willen verkleden” en “in het verkeerde lichaam zitten”?

Dat onderscheid maak je door te doen. Dat gewoon verkleden is voor mij niet genoeg. Ja het helpt, maar dan nog is er een onvrede met mijn lichaam. Ken je het gevoel ergens op bezoek te zijn en graag naar huis te willen? Dat gevoel, altijd de hele dag onafgebroken, en dat over je eigen lichaam.

Hoe ver ga je met dit proces, laat je jezelf helemaal ombouwen?

Even tussendoor: ‘ombouwen’ klinkt zo lomp, je zult het een transgender nooit horen gebruiken. Sterker nog, de meesten vinden het een grove belediging. Ik ga door en verder zolang ik mij er goed bij voel. De dingen aanpassen die iedereen dagelijks ziet vind ik het belangrijkste. Of ik de laatste geslachtsaanpassende operatie ga laten uitvoeren weet ik nog niet zeker. Ik neig naar wel. Gelukkig heb ik daar nog wel even bedenktijd voor.

Verandert je persoonlijkheid ook?

Nee, of tenminste ik word géén ander persoon. Mijn innerlijk blijft hetzelfde, alleen de verpakking zal een beetje veranderen. Ik zal wel meer uiting durven en gaan geven aan wie ik eigenlijk ben en het kleine beetje macho gedrag dat ik vertoon van me afschudden, dat is toch maar een masker. Maar ik word er niet ineens minder technisch van bijvoorbeeld. Hooguit zal ik wat emotioneler worden door inwerking van hormonen.

Naar welk toilet ga je?

Dat is nog best een moeilijke keuze. Ik heb mijn hele leven geleerd dat ik de deur met het smalle poppetje moet hebben, en niet die met dat brede. Er is in de transgenderwereld een behoorlijk debat over neutrale toiletten. In de praktijk blijkt dat welke deur je ook kiest, er altijd mensen zijn die daar problemen mee hebben. Het lijkt zo iets onbenulligs, maar het is iets waar heel erg veel transgenders moeite mee hebben. Ik zal de deur nemen waar ik mijzelf op dat moment het veiligst bij voel.

Wat houdt de behandeling precies in?

Het traject wat ik doorloop bij het VUmc Genderteam bestaat uit verschillende fasen. Het begint met een uitgebreide diagnostiek waar je door een psycholoog compleet binnenstebuiten wordt gekeerd. Dit duurt zo’n zes tot tien maanden. Daarop aansluitend volgt medisch onderzoek om te zien of je lichaam de behandeling aankan. Als dat allemaal in orde is krijg je “groen licht” wat betekent dat er medicatie voorgeschreven wordt en de reallife fase van één jaar begint. Als dat jaar om is, en je ondertussen niet bedacht hebt, dan kom je op de wachtlijst voor verdere operaties.

Krijg je van de medicijnen ook een andere stem?

Helaas niet. Wat testosteron in de puberteit met mijn lichaam gedaan heeft is niet om te draaien. Mijn strottenhoofd (de delen van je keel die je stem bepalen)  hebben zich gevormd. Met stemtraining en logopedie kan ik mijn stem anders leren gebruiken. Grappig detail: toonhoogte is niet de belangrijkste factor die bepaalt of een stem mannelijk of vrouwelijk wordt gevonden. Intonatie en woordkeuze hebben daar een veel grotere invloed op, en juist die dingen kun je gelukkig wél veranderen.

Wat doen die medicijnen dan wél?

De medicatie komt in twee delen. Het eerste is een middel dat de aanmaak en werking van het mannelijk hormoon testosteron blokkeert en het tweede is een synthetische vorm van vrouwelijk hormoon. Dat heeft als gevolg dat bijvoorbeeld kaal worden wordt geremd maar ook een drogere huid. Ook zal de vetverdeling en verhouding spier/vetmassa veranderen. Eigenlijk is het een ultrasterke versie van de pil, de “Diane 35” on steroids zogezegd

Wat een gedoe allemaal, moet dat nou?

Dit soort gevoelens kies je niet, ik zou het ook liever niet hebben. Maar het is er nu eenmaal, en ik heb wel een keus om met die gevoelens iets te doen. Dat is kiezen voor mijzelf en mijn persoonlijk geluk. Stel je voor dat je jezelf absoluut niet thuis voelt in je eigen lichaam. Dat je nooit gewoon jezelf kan zijn. Dat is waar ik tegenaan loop. Vergelijk het met een beugel: scheve tanden rechtzetten is vaak een langdurig en vervelend proces, wat niet noodzakelijk is om te kunnen overleven. Toch vinden we het normaal. Nu ik meer in contact sta met mijn innerlijk voel ik mij steeds beter. Dus ja, het moet.

Zijn het alleen mannen die vrouw willen worden?

Nee, er zijn ook genoeg meisjes en vrouwen die zich niet thuis voelen in hun lichaam en daar graag iets aan doen. Het is echter wel zo dat ze minder opvallen en velen ze zich op andere manieren weten te schikken in hun lot. Maar de aanmeldingen voor man-naar-vrouw en vrouw-naar-man gaan bij het genderteam gelijk op tegenwoordig.

2012 begint in een jurk

Ongeveer een jaar geleden, in december 2010 keek ik vooruit naar de nu aanstaande jaarwisseling.

Voor de meesten is dit een tijd van voornemens. Nu die heb ik er ook genoeg, vooral rondom mijn persoonlijke ontwikkeling. Bijna allemaal werken ze toe naar ééntje. Laat ik het mijn concluderend voornemen noemen: 2012 begint in een jurk!

Nu is er in het afgelopen jaar een heleboel gebeurd: Mijn relatie is stuk gelopen en ik ben weer bij mijn ouders gaan inwonen. Ik ben al een heel eind gevorderd in het diagnosetraject bij het VUmc, waarmee ik in de late lente begonnen ben . Ik ben uit de kast tegen over familie, mijn huidige vrienden en al een aantal collega’s. Ik ga proberen of ik nog vóór oud & nieuw helemaal uit de kast kan komen, dan heb ik dat maar gehad en kan ik met een schone lei 2012 in.

Ergens in de zomer, niet lang na het opbreken van mijn relatie moest ik aan dat goede voornemen denken. Ik zat nogal in de put. Voelde me vastzitten in mijn transitie, voelde mee eenzaam en ging er een beetje vanuit dat ik mijn goede voornemen, zelfs een afspraak (het staat in mijn agenda, echt waar!), niet zou kunnen houden.

image

De pagina voor 31 december in mijn agenda.

Maar in het najaar kwam een en ander juist in stroomversnelling. Uit eenzaamheid zocht ik meer en meer sociaal contact. Wat ertoe geleid heeft dat mijn agenda op mijn vrije dagen meestal volgeboekt is. Ik heb een drukker sociaal leven dan ooit en een hele hoop fantastische mensen  om me heen die me accepteren voor wie ik ben. Ik heb shopdates gehad. Sta zelf zeker in mijn schoenen. Zit beter in mijn vel, zo erg zelfs dat mensen het opmerken en daar berichtjes over sturen.

Ik zie het allemaal weer veel rooskleuriger in. Ik heb me voorgenomen om me aan mijn voornemen te gaan houden. Hoe ik dat precies ga bewerkstelligen moet ik nog even uitvogelen. Oudjaarsdag werk ik tot 17.00 uur als gewoonlijk om daarna vlug in een trein  te springen om het nieuwjaar te vieren met vrienden. Dat zal een reistasje meenemen worden denk ik zo. De outfitkeuzestress begint ook alweer aardig op te lopen. Ik geniet daar wel van, vroeger boeide wat ik aanhad mij helemaal  niet zoveel, dat is tegenwoordig wel anders.  Maar ik ben vast besloten 2011 te beëindigen en 2012 aan te vangen als mijzelf! In een jurk, al weet ik nog niet hoe creatief ik die definitie voor mijzelf ga interpreteren.

Werk, Kinderen en Operatie

Vandaag drie blogjes voor de prijs van één. Boel gedachten die ik wil delen over werk, kinderen en dé operatie.

Werk
Vandaag was de dag van kerstavond, de laatste zaterdag voor de kerst. Traditioneel de drukste dag van het jaar. Traditie is ook dat we netjes gekleed gaan op het werk. Ik had daar niet zoveel zin in. Ik houd wel van kleedpartijtjes en outfits samenstellen. Maar niet als ik dat in jongetjesmodus moet doen. Ik droeg vandaag een wat ouder t-shirt, van de herenafdeling. Loszittend vormeloos ding. Voelde ik me zo niet comfortabel in. IK draag meestal stretchy aansluitende shirts als onderkleding. Dat voelt gewoon veel fijner, zowel fysiek op mijn huid als mentaal. Ik heb het er maar op gegooid dat het gros van mijn nette kleren nog in een verhuisdoos zit, wat overigens niet onwaar is. Heb gewoon een wat netter overhemd uit de kast getrokken en dat maar aangedaan. Mijn kleding van vandaag deed me in elk geval niet lekker in mijn vel voelen.

Ik merk dat mijn transitie steeds meer deel van mijn dagelijks leven aan het worden is. Dat voelt goed. Ik voel ook dat ik weer toe ben aan een volgende stap. Zeker nu ik tegenover een aantal collega’s al uit de kast ben. En ik er met eentje op mijn werk er vrij open over praat. Voor toehoorders die het nog niet weten moeten dat nogal merkwaardige gesprekken zijn.
Collega: “Ik had het er laatst eens over met Y, we kunnen wel eens gaan winkelen met zijn drieën. Als je dat leuk vindt tenminste.”
Ik: “Ja hoor, ik heb genoeg nodig. Een complete nieuwe garderobe bijvoorbeeld.”

Kinderen
Vorige week heb ik weer een bezoek gebracht aan mijn psychologe bij het VUmc, dit keer samen met mijn moeder. Omdat ze ook graag een belangrijke ander uit je leven willen spreken in het kader van de diagnose. Geen heel bijzondere dingen gehoord eigenlijk. Wel nog een gewetensvraag: Of ik sperma wil laten invriezen voor ik een behandeling in ga. Dan kan ik technisch gezien nog steeds zélf kinderen krijgen als ik dat later met een partner zou willen. Ik heb daar bijna twee weken over nagedacht. Ik twijfelde eerst, want ik ben heel erg vastbesloten geen kinderen te willen. Maar ik denk dat ik het toch gewoon ga doen. Ik heb er eigenlijk drie redenen voor om het wel te doen.

Ten eerste, nu wil ik geen kinderen. Maar ik weet niet hoe dat zich gaat ontwikkelen. Mijn haatgevoelens jegens kinderen zijn een beetje aan het afslijten. Ik heb zelfs de pasgeboren dochter van een vriendin vastgehouden en openlijk op internet een ‘Dotje’ genoemd. Sterker nog, ik zou het niet eens erg vinden om haar nog eens op schoot te hebben en de fles te geven. ZOMGWTBBQ!!! Dat ik ooit zoiets zou zeggen over kinderen. Het behandelingstraject wat ik inga zal mij binnen vrij korte tijd permanent onvruchtbaar maken, mocht ik dan alsnog van gedachten veranderen dan kan ik, met wat medische hulp, genetisch toch de ouder zijn.

Ten tweede, door die veranderingen in de wetgeving omtrent anoniem spermadonorschap is er een tekort aan donoren. Nu wil ik niet dat er zomaar even een wensmoeder met mijn genetisch materiaal geholpen kan worden. Maar als het, bijvoorbeeld, om een goede vriedin gaat die partnerloos is, of een lesbische relatie heeft. Dan zou ik daar best welwillend over zijn en haar daarin willen bijstaan. Wellicht als een soort tante op de zijlijn nog wat betrokken zijn bij haar kind.

Ten derde is het een politiek statement. De wetgeving verplicht nog steeds dat voor een verandering van je geslacht in het paspoort er een medische verklaring moet zijn van onvruchtbaarheid. Dat komt neer dat de testikels of eierstokken verwijderd dienen te worden door een arts. De wet voorziet niet in het idee dat je met vooraf ingevroren sperma technisch niet onvruchtbaar bent. Ik zou nog steeds kunnen zorgen voor nageslacht, ook al is het met hulp van een petrischaaltje en een laborant. Overigens, dat ik wat laat invriezen, betekent overigens niet dat ik het moet gebruiken. Het is er dan voor het geval dat.

Operatie
Nu ik wat comfortabeler ben met mijn huidige situatie kan ik ook beter denken over de toekomst. Een gedachte komt daarbij steeds terug. Dat ik die laatste definitieve geslachtsveranderende operatie toch maar wel moet doen. Voorheen vond ik dat niet zo belangrijk, en nog steeds vind ik de dingen die dagelijks zichtbaar zijn belangrijker. Mijn gezicht ziet iedereen, in mijn onderbroek kijkt bijna niemand. Maar toch: ik ben dan af van die vervelende testosteronfabriekjes. Dat betekent weer minder medicijnen, dus minder belasting van mijn lever. Het geeft minder moeite met kleding. En ik denk dat ik me dan ook weer beter in mijn lichaam thuis ga voelen als het daarbeneden is zoals het volgens mijn hersenen hoort te zijn. Ik heb dan wel geen afkeer van mijn penis, maar ik heb ook niet het gevoel dat het een integraal deel van mijn lichaam is. Niet zoals mijn neus of voeten bijvoorbeeld die horen er voor mijn gevoel gewoon wél bij.

Het is wel een hele zware operatie, met een flinke nasleep en veel nazorg. Niet iets om licht over te denken. Gelukkig heb ik nog wel eventjes. Vanaf het moment dat mijn diagnose officieel is en ik ‘groen licht’ krijg om met een behandeling te beginnen duurt het miniaal 2 jaar voor ik een chirurg ga zien.

Naamvragen

Opvallend dat ik toch vaak dezelfde vraag krijg van mensen: “Hoe ga je heten?” Blijkbaar is dat toch niet zo voor de handliggend als ik zelf dacht.

Ik heb van mijn ouders een naam, twee eigenlijk, gekregen die wel mannelijk is maar ook een heel gangbare vrouwelijke versie kent. Om het helemaal makkelijk te maken is de verkorte versie en het verkleinwoord voor allebei hetzelfde. Dus ik wil die gewoon gaan gebruiken, ik doe het ook al wel her en der. De aangepaste versie van mijn huidige naam gebruiken heeft nog meer voordelen: voor mijn ouders en familie bijvoorbeeld. Die hoeven me feitelijk niet anders te noemen dan ze al 28 jaar doen. Mijn voorletters blijven hetzelfde, ook handig voor officiële post enzo.

Ik snap ergens wel waarom men deze vraag stelt. Ik hoor veel van transen dat ze na de transitie “stealth” gaan leven. Niet meer willen opvallen en vooral willen breken met hun verleden. Hoe minder mensen weten van hun geboortegeslacht, hoe beter lijkt het. Maar ik heb niet de intentie zo’n breuk in mijn leven te maken. Ik ben ik voor mijn transitie, tijdens en erna. In alle drie de periodes zitten leuke en niet leuke momenten. Allemaal onderdeel van mijn leven. Komt bij: ik heb een baan, ik heb een sociaal leven, ik heb familie. Sommigen weten niet beter dan dat ik met genderproblemantiek zit, maar veel anderen hebben mij leren kennen als jongeman fixers. Om nu maar even al die contacten te verbreken zodat ik een geheimpje geheim kan houden? Nee bedankt.

Coming out op het werk, deel 1

Twee weken terug viel een collega al op dat ik geen jongetjesjas aan had. Toen vroeg ze al een beetje door, maar ik was niet echt in de mood en gelegenheid om even all out te vertellen wat er nu gaande is. Vorige week aan het einde van de werkdag viste ze er weer een beetje naar en sloeg ze de spijker op de kop:

“Wil je soms een meisje worden?”
“Ja.”
“leuk! Dus je word een van ons? Welkom!”

We zijn na sluitingstijd nog even een hapje gaan eten en hebben over een en ander gesproken. Wat er gaat gebeuren. Ze vroeg naar wat voor kledingstijl ik leuk vind. Hoever ik al was met het hele proces. Nou ja gewoon de belangrijkste basics over wat er gaande is.

Dat was zo allemaal een week terug. Vandaag heb ik het ook aan de twee bedrijfsleiders verteld. Gewoon aan het einde van de dag even kort wat er aan de hand is. Ze pikten het goed op. Ik kreeg de inmiddels wel gebruikelijke opmerking: “Moedig dat je er wat mee doet en het durft te vertellen.” Maar ook wel een waarschuwing dat niet iedereen klaar zou zijn voor dit soort nieuws, of het even makkelijk zou accepteren als bijvoorbeeld de homoseksualiteit van veel van de mannelijke collega’s in het bedrijf. Dat zullen we gaan bezien.

Ik heb in ieder geval drie supporters binnen het bedrijf achter me staan die er geen moeite mee hebben. Ik weet nog niet wanneer ik het aan de directeur/eigenaar en de rest ga vertellen. Sowieso is baasman een beetje onberekenbaar door de kerststress. Ik denk dat ik er nog even een rustiger moment voor afwacht. Na de kerst. Maar misschien ook eerder, maar net hoe het uitkomt.

Ik voel in ieder geval alweer een hindernis minder en ook wel een last van mijn schouders. Blij dat ik in ieder geval in mijn werkomgeving wat medestanders heb.

Kleren maken de man, niet de vrouw

Afgelopen woensdag was ik bij de mijn diagnose psychologe van het VUmc. Daar schreef ik al over in Coming out, stappen vooruit. Een van de vragen die ze mij die dag stelde hebben mij aan het denken gezet. Een analogie wat verder uit te bouwen. In het kader van ‘huiswerk’ is mij opgedragen om een vrouwelijkere zelfexpressie te exploreren en de bevindingen vast te leggen in mijn dagboek. Dat heb ik ook gedaan, in mijn gewone dagboek. Wat dagboeken betreft ben ik polyamoreus, ik houdt er meerdere op na.

Een van de belangrijkste bevindingen die ik deed tijdens die exploraties van een vrouwelijker zelfexpressie was dat ik me door wat simpele kledingstukken ineens een stuk beter thuisvoelde in mijn eigen lichaam. Nog niet eerder had ik mij zó thuisgevoeld in mijn lijf, zelfs. Ik vond het ineens niet meer zo vervelend om in de spiegel te kijken. Ik voelde mijzelf gewoon instant goed. Dat heb ik ook verteld tegen mijn psych. Die wist daarop een scherpe vraag te stellen: “Is dat dan genoeg, alleen kleding?”
Ik kon daarop direct en zonder nadenken “Nee! Maar het is wel een goed begin” op antwoorden. Ik heb er toe maar eens een leuke metafoor of analogie bijgesleept (is daar nog een verschil tussen?). Want ik ben gek op uitleggen in analogiën.

Zie het als verhuizen, je nieuwe woning opknappen voor dat je er gaat wonen. Dan ga je zoeken naar de kleuren die je op de muur wilt. De meubels in de kamers. De indeling en opstelling van die meubels. Een lichtplan voor de verlichting. Schilderijen aan de muur. Alles om er een thuis van te maken. Om het te maken tot een plek waar je jezelf veilig en thuis voelt. Zo zie ik het proces waar ik mee bezig ben ook. Ik ben nu druk aan het zoeken naar de stijl die bij me past. Ik heb nog meubelstukken nodig. Ik sta nog met een kleurenwaaier in mijn handen opzoek naar de juiste verftinten. Dat alles om mijn lijf zo in te richten dat ik me er thuis in voel. Ja, ik ben al druk aan het klussen. Dat voelt goed. Ik zie en voel de stappen die ik aan het maken ben met mijn lijf. Net zoals wanneer je bezig bent om de wansmaak van de vorige bewoners aan het overschilderen bent een huis met iedere kwast meer als thuis gaat voelen. Ik voel me meer dan ooit thuis in mijn eigen lijf. Maar het opknappen en klussen en verhuizen is bij lange na niet voltooid.

Dat ik, op mijn vrije dagen, kleding draag die onnoemelijk veel dichter bij mijn goevel draag dan wat ik inmiddels beschouw als werkkleding. Heeft me doen realiseren dat kleren mischien de man maken. Maar zeker niet de vrouw. Uiteindelijk zijn kleren slechts wat lappen stof die we om onze lijven draperen. Kleding kan je comfortabel laten voelen of zelfbewust. Je kan er een statement mee maken, zeggen waar je voor staat. Maar het blijven slechts kleren. Het gaat om wat er ín die kleren zit. Dat moet kloppen bij het gevoel.

Het klussen gaat hier voorlopig nog lekker door, want die verhuizing is nog lang niet voltooid. Mocht je jezelf geroepen voelen om ook een kwast ter hand te nemen en te helpen; laat je dan vooral niet tegenhouden. Alle hulp en positieve input is welkom! Al is het maar wat advies over het lampje in de hal.

Coming out, stappen vooruit

Dus….

Vandaag weer een bezoekje gebracht aan de psychologe in het VUmc. Er staan concrete stappen op het program. De diagnostische fase die ik daar doorloop is bijna afgerond. Er zijn nog een paar kleine onderdelen die afgerond moeten worden en nog één grote: De coming out op mijn werk.

In de familie zijn de meesten wel op de hoogte. In mijn vriendenkring ook wel en die oud klasgenoten op mijn facebook die ik toch nooit zie die merken het vanzelf wel eens. Ga ik me niet te druk over maken. Maar op mijn werk, dat is eng. Dat is moeilijk. Dat zijn mensen met wie ik vijf dagen per week opgescheept zit. Daar zit ook iemand bij die iedere maand geld op mijn bankrekening stort en dat salaris noemt. Ik heb dan ook geen idee hoe mijn werkgever op dit alles gaat reageren.

Ik heb er nog eventjes voor, twee maanden om precies te zijn. Als ik half januari weer bij het genderteam ben moet het gedaan zijn. Dan kan mijn dossier die maand mee met de maandelijkse besprekingen van het gehele team (dat beslist gezamelijk of je verder ‘mag’ de volgende fase in). Het zijn tekenen dat mijn psych het wel ziet zitten en mijn verhaal wel gelooft. – Ik heb het gevoel daar iedere maand te moeten bewijzen dat ik ben wie ik ben. – Want ze heeft me wel getipt om die januaridag een boterhammetje of een banaan mee te nemen voor na het bloedprikken.

Lichamelijke gezondheid is wel belangrijk. Er zijn een paar contra-indicaties waardoor ze geen hormoonbehandeling zullen voorschrijven. Tromboseklachten bijvoorbeeld of een slechte lever. Want die lever krijgt nogal wat te verduren aan medicinaal geweld. Roken is ook uit den boze (maar dat doe ik toch al niet) en alcohol laat ik beter ook zoveel mogelijk achterwege. Sporten en een gezonde levensstijl worden ook met klem aangeraden.

Ondertussen ook met mijn eigen proces verder. Ik zie mijn stem als een volgende groot obstakel. Logopedie is wel noodzakelijk, wellicht ook zangles. Dan wordt het nog wat meer dan alleen maar stemoefeningen. Ik moet me ook maar eens op gaan geven voor wat lessen bodybalance.