Voor iemand die niet bij is met het geslacht waarmee ze geboren is, ben ik eigenlijk best tevreden over mijn lichaam. Als men wel eens vraagt wat ik aan mijn lichaam zou willen veranderen, dan weet ik daar nooit heel goed een antwoord op. Je behalve the obvious dan. Natuurlijk wil ik borsten en heupen en een taille. Hoewel ik die laatste al een beetje heb, maar ik ‘m meestal (vooral op mijn werk) verberg onder loszittende kleding. Dat zal nog wel even duren, maar uiteindelijk moeten die dingen wel gaan komen, onder invloed van medicatie.
Vroeger had ik als standaard antwoord op die vraag: “Mijn huid.” Die is nu aan het veranderen. Ik ben altijd gezegend geweest met wat een onzuivere huid heet. Altijd last van pukkels en scheerirritatie en mee-eters en puistjes. Ik heb ooit eens make-up advies gehad en toen is zo ongeveer mijn halve gezicht groen gemaakt met concealer om die roodheid maar te maskeren. Geen succes dus. Nu zou dat een heel stuk minder zijn.
Wat ik ook graag wil veranderen is mijn baardgroei. Ook daar ben ik nu mee bezig. Deze morgen heb ik een tweede sessie laser-ontharing gehad om van mijn baardgroei af te komen. Voor wie er niet bekend is met de techniek: ze schieten laserpulsen op je huid af die de haarwortels verbranden. Het haarzakje is daarna niet, of veel minder in staat om een nieuwe haar te vormen. Ik zei verbranden, dat betekend dus dat je zo’n 20 minuten lang de geur van je eigen verschroeide haar mag opsnuiven. Aan de ene kant niet heel erg prettig, maar aan de andere kant is het de geur van succes. Pijnloos is het ook niet, al zit ik er meer mee dat ik me twee dagen niet heb mogen scheren om genoeg stoppel te hebben voor de laser.
Andere dingen die ik graag anders zou zien aan mijn lijf: dat buikje weg. Het gekke is dat je mijn ribben van een afstandje kunt tellen, ik kan niet zeggen dat ik dik ben. Het beetje vet dat ik heb, en dat is niet veel, heeft besloten zich te verzamelen op mijn buik. Waar ik ook soms van baal, vooral in de winter, zijn mijn lange armen. Mouwen van jassen zijn gewoon heel vaak te kort waardoor ik koude polsen en handen krijg. Gelukkig zijn de afgelopen seizoenen gebreide armwarmers vrij gangbaar geweest in het modebeeld.
Wat ik eigenlijk het meest vervelende aan mijn lijf vind is mijn schoenmaat. Op zich is die in prima verhouding tot mijn lichaamslengte. Ik vind mijn voeten er niet enorm groot uitzien. Maar met maatje 43 (en soms 44) is het kopen van schoenen een uitdaging. De gangbare damescollecties gaan vaak tot maat 41 of 42. Er zijn wel leuke schoenen in maat 43 of 44 te vinden, maar de keus is een stuk beperkter zowel in modellen als in prijscategorie. Ik zal nooit bij zo’n goedkope schoenoutlet slagen voor een tientje voor een paar schoenen die een half seizoen mee kunnen. Ik ben veroordeeld tot degelijke schoenen, die vooral ook een degelijke prijs hebben. Als mijn schoenmaat gewoon maar twee maten kleiner zou zijn, dat zou het leven een stuk vereenvoudigen.
Een laatste wat ik aan mijn lichaam zou willen veranderen is mijn houding. Door mijn lengte heb ik al snel de neiging om mijn schouders naar voren te laten hangen en wat krom te lopen. Een hele goede vriendin van mij zij laatst al tegen me: “Jij MOET hakken, dat is goed voor je!” Nu ben ik al lang zat, dus daarvoor hoef ik het niet te doen. Maar ik zal me er ook niet door laten tegenhouden. Hakken staan voor zoveel meer dan alleen maar wat langer lijken. Ze veranderen je houding, doen beenspieren aanspannen en geven een boost aan zelfverzekerdheid. Het er mooi op lopen vergt alleen nog enige oefening. Maar als ik zo wel eens naar de zwikkende enkels om me heen kijk op het station of in de stad ben ik daar niet de enige in. Ik wil sowieso nog wel eens langs iets van een bewegingscoach, die bestaan vast. Mijn manier van lopen, staan, mijn algehele lichaamshouding, waar ik mijn handen laat. Die dingen zijn voor mij een constante bron van zelfbewustzijn, op de negatieve manier.
Als je weet waar je je handen laat… wil je het dan doorgeven? Ik weet het nog steeds niet… 😉
Liefs
Gerrie