Noemde ik gisteren het nieuwsbericht in het AD waarin transvrouwen met ‘mannen’ werden aangeduid. Nou, daar mag ik niet over klagen. In een korte uitwisseling op Twitter met journalist Edwin van der Aa kreeg ik te horen dat ik ’te streng ben‘ en dat wordt me ‘geluk in het leven ondanks mijn boosheid gewenst’. Het is Philippe Remarque all over again.
Ik moet maar blij zijn dat meneer de journalist medelijden heeft met mannen die doen alsof ze vrouw zijn, want dat ben ik in zijn ogen. Ik moet blij zijn dat hij überhaupt mijn kant op kijkt. Dat hij woorden aan mij vuil maakt. Blijkbaar moet ik nu zijn voeten kussen en hem vereren als mijn grote redder. Om de een of andere reden begint het woord privilege in me te dagen.
Om het risico van verwijderde tweets te voorkomen heb ik maar even een screenshot van de conversatie gemaakt.
De stoomcursus schrijven over transvrouwen en transmannen van Asha ten Broeke vind je op haar eigen site: ‘Zes spelregels: hoe schrijf je over een trans vrouw of trans man?’ Ook al ben ik het niet helemaal met haar eens, vooral als het om de spatie tussen het voorvoegsel en zelfstandig naamwoord gaat. Het is wel het beste stijladvies dat ik ken.
Toevoeging:
Inmidddels heeft Van der Aa toch nog een excuus gemaakt. Niet naar mij, wel in een meer algemene zin in een tweet gericht aan Eveline van den Boom:
@evelinevdboom @FadingGender @ADnl zoals ik vanmiddag al zei tegen je: mijn excuses voor de fout, het zal me iig niet nog eens gebeuren 😊
— Edwin van der Aa (@edwinvanderaa76) June 16, 2016