Afgelopen woensdag was ik bij de mijn diagnose psychologe van het VUmc. Daar schreef ik al over in Coming out, stappen vooruit. Een van de vragen die ze mij die dag stelde hebben mij aan het denken gezet. Een analogie wat verder uit te bouwen. In het kader van ‘huiswerk’ is mij opgedragen om een vrouwelijkere zelfexpressie te exploreren en de bevindingen vast te leggen in mijn dagboek. Dat heb ik ook gedaan, in mijn gewone dagboek. Wat dagboeken betreft ben ik polyamoreus, ik houdt er meerdere op na.
Een van de belangrijkste bevindingen die ik deed tijdens die exploraties van een vrouwelijker zelfexpressie was dat ik me door wat simpele kledingstukken ineens een stuk beter thuisvoelde in mijn eigen lichaam. Nog niet eerder had ik mij zó thuisgevoeld in mijn lijf, zelfs. Ik vond het ineens niet meer zo vervelend om in de spiegel te kijken. Ik voelde mijzelf gewoon instant goed. Dat heb ik ook verteld tegen mijn psych. Die wist daarop een scherpe vraag te stellen: “Is dat dan genoeg, alleen kleding?”
Ik kon daarop direct en zonder nadenken “Nee! Maar het is wel een goed begin” op antwoorden. Ik heb er toe maar eens een leuke metafoor of analogie bijgesleept (is daar nog een verschil tussen?). Want ik ben gek op uitleggen in analogiën.
Zie het als verhuizen, je nieuwe woning opknappen voor dat je er gaat wonen. Dan ga je zoeken naar de kleuren die je op de muur wilt. De meubels in de kamers. De indeling en opstelling van die meubels. Een lichtplan voor de verlichting. Schilderijen aan de muur. Alles om er een thuis van te maken. Om het te maken tot een plek waar je jezelf veilig en thuis voelt. Zo zie ik het proces waar ik mee bezig ben ook. Ik ben nu druk aan het zoeken naar de stijl die bij me past. Ik heb nog meubelstukken nodig. Ik sta nog met een kleurenwaaier in mijn handen opzoek naar de juiste verftinten. Dat alles om mijn lijf zo in te richten dat ik me er thuis in voel. Ja, ik ben al druk aan het klussen. Dat voelt goed. Ik zie en voel de stappen die ik aan het maken ben met mijn lijf. Net zoals wanneer je bezig bent om de wansmaak van de vorige bewoners aan het overschilderen bent een huis met iedere kwast meer als thuis gaat voelen. Ik voel me meer dan ooit thuis in mijn eigen lijf. Maar het opknappen en klussen en verhuizen is bij lange na niet voltooid.
Dat ik, op mijn vrije dagen, kleding draag die onnoemelijk veel dichter bij mijn goevel draag dan wat ik inmiddels beschouw als werkkleding. Heeft me doen realiseren dat kleren mischien de man maken. Maar zeker niet de vrouw. Uiteindelijk zijn kleren slechts wat lappen stof die we om onze lijven draperen. Kleding kan je comfortabel laten voelen of zelfbewust. Je kan er een statement mee maken, zeggen waar je voor staat. Maar het blijven slechts kleren. Het gaat om wat er ín die kleren zit. Dat moet kloppen bij het gevoel.
Het klussen gaat hier voorlopig nog lekker door, want die verhuizing is nog lang niet voltooid. Mocht je jezelf geroepen voelen om ook een kwast ter hand te nemen en te helpen; laat je dan vooral niet tegenhouden. Alle hulp en positieve input is welkom! Al is het maar wat advies over het lampje in de hal.